Waarom de ChristenUnie-fractie heeft gestemd tegen de goedkeuring van CETA

Boer met zoontjes in stal
eppobruins2018
Door Eppo Bruins op 13 oktober 2016 om 22:29

Waarom de ChristenUnie-fractie heeft gestemd tegen de goedkeuring van CETA

Vandaag heeft de ChristenUnie-fractie in de Tweede Kamer tegen de goedkeuring van CETA gestemd. CETA is het vrijhandelsverdrag tussen de EU en Canada.

Wij zijn vóór handel. Wij zijn voor eerlijke handel. Wij zijn voor goede handelsverdragen die bijvoorbeeld kunnen regelen: Afschaffen van nodeloze belastingen, bescherming van gegevens (privacy), bescherming tegen gevaarlijke stoffen en afstemming over consumentenrechten. Deze zaken worden niet of niet afdoende geregeld in CETA. En handel kent grenzen, althans hoort grenzen te kennen.

Rondom CETA is er politieke doelblindheid gekomen. Wat is de haast? Waarom moet er deze maand getekend worden? Ook de behandeling in het Europees parlement is ongebruikelijk krap. Het is goed om terug te kijken naar waarom de gesprekken over dit verdrag ontstonden: Het zou leiden tot macro-economische groei, werkgelegenheid en er zouden voordelen zijn voor het MKB. Na jaren van onderzoek en onderhandelen blijkt dat de resulterende macro-economische groei tegen valt (voor zover dit betrouwbaar te voorspellen is), de groei van werkgelegenheid niet aantoonbaar is en de voordelen voor het MKB onduidelijk zijn. In de regel weten we dat handelsverdragen de economie stimuleren, maar er is nog een belangrijke reden om wel een vrijhandelsverdrag met Canada te tekenen: het is goed om een blok te vormen met een bevriend land om zo sterker te staan tegenover bijv. China en Rusland.

De ChristenUnie-fractie ziet CETA ook als lakmoesproef voor TTIP, het vrijhandelsverdrag met de Verenigde Staten, waarover op dit moment onderhandeld wordt. CETA moet daarom de gouden standaard worden. Wat je met Canada nu afspreekt, moet je ook met de Verenigde Staten willen afspreken. Het is niet overtuigend om erop te wijzen dat Canada veel meer op Europa lijkt en dat daarom CETA wel okay is zoals het is. Er moet op dit moment fundamenteel anders gekeken worden naar de inhoud van vrijhandelsverdragen in het algemeen en van CETA in het bijzonder. Omdat TTIP op de achtergrond eraan komt. Volgens de ChristenUnie-fractie wordt het algemeen belang onvoldoende gediend binnen de huidige tekst van CETA. Je moet ergens een keer een streep zetten. En voor de ChristenUnie-fractie is dat nu, niet pas bij TTIP.

Op het vlak van investeringsbescherming wordt het gelijkheidsbeginsel geschonden. De Canadese investeerder is uitgebreider beschermd dan de Europese of andere buitenlandse investeerder. De laatste twee moeten via de Nederlandse rechter, de Canadese investeerder gaat via het geschillenmechanisme ICS. Dit levert twee gescheiden wegen van rechtspraak op.In de interpretatieve verklaring die pas gisteren openbaar werd gemaakt staat dat investeringsbescherming niet zal leiden tot andere of betere bescherming dan nationale bescherming. Het hof mag echter geen nationaal recht toepassen. Het is onduidelijk wat dit betekent en het is onduidelijk of deze bewering eigenlijk wel klopt.

De vraag is: waarom wil je een ICS-hof? Wat is er mis met onze nationale rechtspraak? Niets. Andere landen zoals Zuid-Afrika en Indonesië beginnen dat soort hoven nu op te zeggen en wij beginnen juist ermee. Nederland is qua rechtspraak een beschaafd land en onze nationale rechtspraak is beschikbaar voor geschillenbeslechting. De ChristenUnie-fractie is van mening dat ICS niet nodig is en dat invoering moet worden vooraf gegaan door toetsing door het Europese Hof. We hebben er begrip voor dat Canada de rechtspraak in sommige Europese landen wellicht minder vertrouwt, want Europa is groot en divers. Maar in alle gevallen is er geen reden waarom je niet eerst de lijn van de nationale rechtspraak volgt, als je daarna tenminste nog bij een hogere instantie terecht kan.

Sommigen zeggen dat ICS beter is dan het eerder voorgestelde ISDS-mechanisme en dat de bezwaren nu weggenomen zijn. Daar is de ChristenUnie-fractie het niet mee eens. Staten moeten in ICS bewijzen dat de maatregelen die ze nemen niet willekeurig zijn, niet excessief, dat ze een legitiem publiek doel dienen en dat ze de legitieme verwachting van de investeerder niet schaden. Dit laatste punt is een verbreding van wat wordt verstaan onder 'fair and equitable treatment'. Maar het is onduidelijk wie dat bepaalt en wat de criteria daarvoor zijn. Er zijn geen voorwaarden vooraf om een geschil aan te gaan en ICS zal nog steeds leiden tot een enorme groei in rechtszaken. ICS-arbiters worden namelijk per rechtszaak betaald en er zit geen plafond op hoeveel ze betaald krijgen per zaak. Er zijn daardoor nog steeds geen waarborgen voor een onafhankelijk systeem. Deze zorgen worden niet weggenomen door de interpretatieve verklaring. Daar wordt alleen geschreven dat ICS ‘modern’ zal worden ingericht en niet de nationale rechtspraak zal veranderen. Goed om te beseffen dat Amerikaanse bedrijven via Canadese vestigingen en daarmee via CETA de springplank kunnen naar Europa nemen. Er moet dan wel een substantiële activiteit in Canada zijn, maar wat dat is, is niet duidelijk gedefinieerd.

In CETA worden overtredingen op gebied van milieu op minder harde wijze behandeld dan gewone geschillen. Alleen bedrijven hebben toegang tot ICS. NGO’s en individuen niet. Canadese bedrijven kúnnen straks wel kiezen voor nationale rechtspraak, maar móeten dat niet. Nationale rechtssystemen kunnen dus worden omzeild. Daarmee is het volgens sommigen in strijd met het Europese hof dat jurisdictie heeft in geschillenbeslechting. De interpretatieve verklaring brengt geen verbetering in deze situatie. Het is geen amendering van CETA. Volgens minister Ploumen is met de interpretatieve verklaring voldaan aan alle zorgen van het maatschappelijk middenveld - en als ze er nog zijn, zouden die zorgen kunnen worden weggenomen omdat CETA een ‘levend document’ is. Maar een levend document is in feite een blanco check. De ChristenUnie-fractie is van mening dat het parlement niet kan instemmen met ondertekening van een verdrag waarvan onduidelijk is hoe het uiteindelijk eruit gaat zien. In vervolg op ondertekening van CETA komt er een joint committee die wijzigingen in CETA kan aanbrengen. Dat gaat na ondertekening van CETA dus buiten de nationale parlementen om. De ChristenUnie-fractie is hierop tegen. Het Duitse Bundesverfassungsgericht vindt ook dat er parlementaire controle moet komen op deze commissie.

De sustainability impact assessment van CETA stamt inmiddels uit 2011. Die gaat vooral over liberaliseren van goederen, diensten en harmoniseren van standaarden. De negatieve milieugevolgen die daar genoemd worden gelden nog steeds. Daar waar de Canadese milieustandaarden lager zijn, leidt dat tot goedkopere Canadese producten en dus meer import van die producten door Europa. Europa en ook Nederland behouden wel het recht om te reguleren op ons eigen hoge beschermingsniveau, alleen kan dat in sommige gevallen dus negatief uitwerken op het concurrerend vermogen.

De ChristenUnie-fractie is van mening dat de 7 voorwaarden voor TTIP, zoals geformuleerd door de SER, ook moeten gelden in het huidige CETA. De minister vindt dat CETA daaraan voldoet. De ChristenUnie-fractie vindt van niet. Zo is het onduidelijk of een maatregel die in lijn is met het klimaatakkoord wel stand houdt binnen ICS. Een van de SER-voorwaarden is transparantie, maar een levend document dat voortdurend verandert zonder parlementaire controle is maximale onduidelijkheid, geen transparantie.

Met ondertekening van CETA begint het verdrag ook echt. Dit is daarom het moment om de regering geen toestemming te verlenen om in te stemmen met ondertekening. Na ondertekening zal ratificatie plaatsvinden in alle lidstaten, maar je kunt als nationaal parlement door niet te ratificeren alleen het nog niet voorlopig toegepaste deel van het verdrag tegenhouden, niet CETA als geheel. En het is onduidelijk welk deel voorlopig toegepast gaat worden en welk deel niet.

Gisteren werd de voorlopige tekst van de interpretatieve verklaring openbaar. Er wordt nog steeds onderhandeld. Eigenlijk is dus gewoon niet alle informatie bekend. We stemmen dus over een verdrag dat nog niet af is. De ChristenUnie wil weten waar zij voor tekent, welke verantwoordelijkheden bij het parlement blijven en welke wij loslaten. Zij wil weten wat er gebeurt als er ja wordt gezegd tegen CETA. Aan al die voorwaarden is niet voldaan.

Daarom heeft de ChristenUnie-fractie gestemd tegen de goedkeuring van de huidige CETA-tekst.

Eppo Bruins

Labels: ,