Algemene financiële beschouwingen

Portemonnee
Peter Ester, CU Eerste Kamer - Foto Niek Stam -03116 - kopie (2) - kopie.jpg Senator Hendrik-Jan Talsma - portret.jpg
Door Peter Ester, Hendrik-Jan Talsma op 22 november 2022 om 15:30

Algemene financiële beschouwingen

We bevinden ons in hoogst verwarrende, soms zelfs angstaanjagende tijden. Het aantal crises is overweldigend. We zien een kabinet en een minister van Financiën die van ijsschots naar ijsschots springen en dat met een zekere behendigheid doen. Daarbij wordt niet geschuwd om tientallen miljarden uit te trekken voor crisisbestrijdingsmaatregelen. Nood breekt wet, zo luidt het adagium. Kritiek was er ook. Zo zou het kabinet te lang getreuzeld hebben met daadkrachtig beleid. 

Maar ik geef het u te doen om tien ingrijpende crises simultaan te adresseren en tegelijk de onderlinge samenhang te doorgronden en te bewaken. Dat kost nu eenmaal tijd en een beproefd draaiboek ligt niet voor. Mij lijkt dat in deze tijd van groeiende geopolitieke spanningen en mondiale financieel-economische onzekerheden, het kabinet en de minister van Financiën gepast trots kunnen zijn op deze Miljoenennota. Er ligt – en dat hebben we geleerd van de financiële crisis van 2008 – een historisch ongeëvenaarde investeringsagenda voor.

Stand van zaken
Dit betekent overigens geenszins dat de ChristenUnie-fractie geen zorgen heeft rond de begroting van volgend jaar. Pluspunt is dat de inflatie dan gaat dalen en de armoede-indicator minder in het rood komt te staan. De economische groei vlakt af tot 1,5% en een recessie is zeker niet denkbeeldig. De marginale lastendruk blijft hoog. Het consumenten- en producentenvertrouwen bevinden zich op een dieptepunt. De investeringsquote daalt. De prognoses van IMF en Wereldbank stemmen pessimistisch. Het EMU-saldo schiet fors in de min maar de EMU-schuld blijft, door het inflatoire noemereffect, onder de Europese afspraken van 60% bbp. De koopkracht daalde in 2022 met maar liefst 6,8%, maar stijgt volgend jaar tot bijna 4%. De lage inkomens, zo voorspelt de MEV 2023, profiteren het meest van het compensatiepakket, maar hebben ook de meeste last van de inflatie. In september jl. klom de inflatie naar een ongekende hoogte van 17,1%. Meer dan een half miljoen huishoudens kunnen de vaste lasten niet meer betalen. Zoals de Minister eerder al samenvatte: We zijn collectief armer geworden.

De verdelingseffecten van de statische koopkracht volgend jaar lijken op het eerste gezicht mee te vallen: lagere inkomensgroepen en uitkeringsgerechtigden gaan er verhoudingsgewijs meer op vooruit, alleenstaanden en eenverdieners lopen redelijk in de pas, evenals gezinnen met kinderen. Ook ouderen blijven niet langer achter. Maar veel van deze prognoses zijn boterzacht. Bovendien - en belangrijker - mijn fractie verwacht dat de grote klappen na 2023 gaan vallen. Dan dringt zich de nijpende vraag op of we het ons kunnen permitteren de als tijdelijk bedoelde compensatiemaatregelen te continueren. Het zijn de jaren na 2023 die ons grote zorgen baren, als de geopolitieke en geo-economische spanningen niet afnemen. De kwetsbaarheden en onzekerheden zijn groot. Onze toekomstige welvaart staat op het spel. Graag een bespiegeling van de minister.

Investeringen
Wij zijn blij dat het kabinet, te midden van alle uitdagingen, ruimte heeft gevonden om stevig te investeren op tal van terreinen. En niet te vergeten de stijging van de minimumlonen met 10%, waarbij AOW en uitkeringen meebewegen. De invoering van de basisbeurs en de compensatie van het leenstelsel zijn een belangrijk signaal naar onze jongeren. Meerjarig gaat het opgeteld om zo’n €25 miljard, bepaald geen klein bier. Verder gaan de zorgtoeslag, de huurtoeslag en het kindgebonden budget omhoog, terwijl de belasting op arbeid vermindert. Ook dat is goed nieuws, met name voor de lagere inkomensgroepen. Daarnaast wordt ingezet op lagere energiebelasting, verlenging van de accijnsverlaging op brandstof en een energietoeslag van €1300 voor lage inkomens. Opnieuw goed nieuws. Wel is de ChristenUnie-fractie zeer benieuwd of er al dekking is gevonden voor het veelbesproken tijdelijk energieplafond. Het gaat al gauw om een bedrag van €20 miljard, met een bandbreedte van tussen de €10 en €40 miljard. We kunnen dit niet voor ons uitschuiven. Dit hoort bij een ordentelijk begrotingsproces.        

Het is ook een goede zaak dat de Miljoenennota het brede welvaartsperspectief een prominente plaats geeft. Dat maakt het beeld gevarieerder en maatschappelijk en politiek relevanter.

Ook doet het mijn fractie deugd dat de Miljoenennota nadrukkelijk kijkt naar de noden van Caribisch Nederland. Het Coalitieakkoord reserveert €30 miljoen voor de eilanden. De Miljoenennota spreekt van €16 miljoen incidenteel en €2,4 structureel. Onze vraag is hier hoe deze bedragen zich tot elkaar verhouden. Op welke wijze worden de aanvullende crisismaatregelen die voor Europees Nederland gelden doorvertaald naar Caribisch Nederland?

Europa
Dan het Europese niveau. Het naleven van de nationale en Europese begrotingsregels maakt een wat rommelige indruk. Dat moet mijn fractie van het hart. Hoe lang kan dit voortduren, zo wil ik de minister vragen. Welke begrotingsregels hanteren we eigenlijk nog? Welke budgettaire ankers hebben we nog? De minister lijkt daar zelf ook mee te worstelen. Er komt een moment dat we de financiële teugels weer moeten aanhalen. Waar ligt het ‘tipping point’? Ook de Raad van State wijst hierop. Nederland voldoet weliswaar aan de normen uit de correctieve arm van het Stabiliteits- en Groeipact voor 2022 en 2023, maar niet aan de normen uit de preventieve arm voor beide jaren. Bovendien, zo stelt de Raad, is de toetsing aan de nationale begrotingsregels niet aan de maat. Kan de minister dit oordeel van de Raad van State in haar reactie meenemen? Hoe weegt zij de monetaire ‘verkrapping’ van de ECB: het stopzetten van de netto-opkopen van obligaties en het verhogen van de beleidsrente? Hoe past dit in haar beleid?

Compensatiemaatschappij
Nederland lijkt zich te transformeren naar een compensatiemaatschappij. De koopkracht schiet omlaag, de inflatie omhoog en de overheid moet de burger direct financieel compenseren.  Corona bedreigt de bestaanszekerheid van burgers en ondernemers en de overheid moet hen financiële steun bieden. De benzineprijs gaat door het dak en de autorijder kijkt richting overheid voor compensatie. Mijn fractie begrijpt deze primaire reacties. Geen misverstand daarover. Tegelijkertijd moeten we durven stellen dat een compensatiemaatschappij op zijn best tijdelijk en selectief is en dat de grenzen snel in zicht komen. Ik gaf al aan dat na 2023 voortzetting van steunmaatregelen voor huishoudens en bedrijven in de huidige orde van grootte hoogst onzeker is. De overheid kan niet alle tegenslag compenseren; ook de samenleving is aan zet.

Weest u niet bang, de ChristenUnie-fractie koerst niet op een overheid die haar rol niet neemt in het compenseren van maatschappelijk leed, zeker niet als de overheid daar zelf schuldig aan is. Denkt u maar aan de schrijnende toeslagenaffaire. Voor mensen die rond het bestaansminimum moeten leven en hun zekerheden voelen wegglijden, is een ruimhartige en barmhartige overheid nodig. De Bijbel leert ons dat de overheid gegeven is als een schild voor de zwakken. Dat perspectief houdt mijn fractie vast. Maar het ontslaat ons niet van denken over de grenzen aan een compensatiemaatschappij. Ik wil de minister vragen haar visie op dit punt met ons te delen. Waar liggen wat haar betreft de grenzen van compensatie? Waar kunnen we de samenleving en burger zelf op aanspreken? Is onze samenleving veerkrachtig genoeg om tegenspoed het hoofd te bieden? Het is een delicate kwestie, maar we kunnen deze niet op zijn beloop laten.

Vermogensongelijkheid
De koopkrachtplaatjes, voor wat ze in deze tijden van grote onzekerheden waard zijn, laten weinig opmerkelijke verschillen tussen bevolkingsgroepen zien. En dat is een goede zaak. Van koopkrachtverdeling naar vermogensverdeling is een klein sprongetje. Het CPB heeft samen met het CBS berekend dat 1% van de rijkste Nederlandse huishoudens, 26% van het totale vermogen bezit; 10% van de rijkste huishoudens is goed voor 61% van alle vermogens. Het IBO-rapport Vermogensverdeling becijfert dat maar liefst een kwart van de Nederlandse huishoudens een negatief vermogen heeft. Dat zijn forse ongelijkheden. De rijkste Nederlanders betalen verhoudingsgewijs bovendien weinig belasting, als gevolg van het feit dat hun inkomen grotendeels bestaat uit kapitaalinkomen en ingehouden bedrijfswinsten, die minder belast worden dan looninkomen. Volgens de Wereldbank behoort Nederland tot de landen met de hoogste vermogensongelijkheid. De inkomensongelijkheid is dan weer redelijk afgevlakt, o.a. door vergaande herverdelingsmaatregelen van de overheid. Het kabinet heeft voor de langere termijn een aantal maatregelen bedacht om vermogensongelijkheid in te dammen. De vraag van de ChristenUnie-fractie aan de minister van Financiën is, of haar departement ook op korte termijn corrigerend beleid op de agenda heeft staan. Immers, juist in tijden van crisis mag een offer van vermogende burgers worden gevraagd.

Gascrisis
Als de gascrisis ons iets geleerd heeft is het dat Nederland regie moet houden over de vitale energie-infrastructuur. Het outsourcen ervan en de liberalisering van de energiemarkt hebben ons in grote problemen gebracht. Ook buitenlandse concurrenten werden actief op de Nederlandse markt. De afhankelijkheid van Russisch gas is een direct gevolg van deze vrije gasmarkt. De gasmarkt is een oligopolie geworden. Dagprijzen domineren; langetermijncontracten bepalen niet langer de prijs. Met alle consequenties van dien voor de leveringszekerheid. Lagere overheden in ons land cashten, nog niet zo lang geleden, riant via de verkoop van hun stroombedrijven. Welke mogelijkheden, zo vraag ik de minister, ziet zij om regie te herwinnen? Om het publiek belang te borgen? Om onze strategische onafhankelijkheid handen en voeten te geven. Nationalisering van energiemaatschappijen lijkt me een brug te ver. Maar is intensivering van staatsdeelneming wellicht een optie? Net zoals we dat doen bij Air France KLM, Schiphol, de NS, het Havenbedrijf Rotterdam en Tennet. Graag een reflectie van de minister.

Arbeidsmarkt
Met de vrijgespeelde budgetten voor de crisisbestrijdingsmaatregelen zit het wel goed. Wat mijn fractie echter grote zorgen baart is de schaarste aan personeel om de genoemde maatregelen ook daadwerkelijk en tijdig uit te voeren. De arbeidsmarkt kan dit allemaal gewoon niet aan. Nederland heeft de hoogste vacaturegraad in Europa en spant de kroon met 400.000 vacatures. Omgerekend: 143 vacatures per 100 werkzoekenden. We hebben eenvoudigweg te weinig beschikbare mensen om onze huizen in rap tempo te isoleren, om nieuwe woningen te bouwen, coronazorg op maat te bieden, de toeslagenaffaire te managen, et cetera. De schaarste aan personeel zal zonder activerend beleid de uitvoering van het meersporige crisisbeleid geducht in de wielen rijden. Het zal ook leiden tot onderuitputting van de crisisbudgetten. Wordt het niet tijd voor een stevige stijging van de lonen? Ook gezien het feit dat de winsten sneller zijn gegroeid dan de lonen. Ik ben zeer benieuwd naar de analyse van de minister rond deze prangende kwestie.

De ChristenUnie-fractie wenst de aanwezige bewindspersonen en het hele kabinet veel wijsheid toe en Gods zegen op hun werkzaamheden in deze roerige tijden. We zien uit naar de beantwoording.

Labels: , ,