
Een warm welkom wacht me op van Caroline, de vrouw van IJsbrand. ‘Koffie en meteen maar een rondleiding?’ vraagt ze. ‘Graag’, zeg ik, en ik kijk mijn ogen uit. We lopen van een grote schuur die gerestaureerd wordt voor zaalverhuur, naar een houtwerkplaats, via de jonge koeien naar de moestuin en de kas, naar de kippen, een schuur vol met eieren en de boerderijwinkel. Ook hebben ze varkens, paarden, en konijnen op het erf. Tussendoor zie ik jongeren aan het werk op het land. Dementerende ouderen genieten hier van hun oude dag. Caroline vertelt dat hun hart ligt bij kwetsbare jongeren. Het effect van dieren, de natuur, en een veilige omgeving voor jongeren is groot. Even later ontmoet ik de heer des huizes, en vertelt hij me hier meer over.
IJsbrand en zijn vrouw Caroline zijn bijna 15 jaar geleden gestart met Boerderij ‘t Paradijs. Waar IJsbrand 15 jaar geleden dacht dat hij deze zorgboerderij nooit zou kunnen starten, kijkt hij nu uit over zijn erf vol bedrijvigheid. De boer is de oudste zoon uit een gezin van drie kinderen. Op zijn 12e verhuist hij met zijn familie naar het platteland. Zijn ouders doen dat niet alleen om betere zorg aan het jongere broertje van IJsbrand te geven, hij heeft het syndroom van Down, maar ook om de liefde voor de natuur over te dragen aan de kinderen. De vader van IJsbrand wilde niets liever dan een boerderij gaan runnen met IJsbrand. Terugkijkend, is dit misschien wel het zaadje geweest voor Boerderij ‘t Paradijs.
Een mooi plan, maar IJsbrand en Caroline moeten het runnen
‘We hebben een groot hart voor kwetsbare kinderen en jongeren. Die kwetsbaarheid kan in van alles zitten: van kinderen van gescheiden ouders tot kinderen met een vorm van autisme. We hebben een diep verlangen om te investeren in mensen, dieren en planten’, vertelt IJsbrand. Hij spreekt uit ervaring: door zijn broertje met het syndroom van Down weet hij wat het voor een gezin betekent om zorg te dragen. Ook overleed zijn vader onverwachts toen hij 16 jaar oud was; de boer herkent de moeilijke situaties waar de jongeren mee te kampen hebben. Door zijn jeugd groeide het besef dat jongeren een gezonde en veilige omgeving nodig hebben.
IJsbrand is altijd al een techneut geweest. Na de Middelbare landbouwschool volgde IJsbrand de internationale Hogeschool Larenstein en daarna de Wageningen Universiteit. Na enkele functies startte hij zijn eigen adviesbureau waarin de zorglandbouw een grote rol ging spelen. Op die manier ontmoette hij de vorige eigenaren van de boerderij. Hij schreef een plan om hun melkveehouderij om te vormen naar een zorgboerderij. ‘De vorige eigenaren hadden geen kinderen die de boerderij wilden overnemen, de omstandigheden waren voor hen niet ideaal. Zo kwam de vraag of Caroline en ik de boerderij wilden overnemen’, vertelt de boer. De financiering leek in de eerste instantie een probleem. ‘In 2005 werd ik opeens gebeld door een sociale ondernemer die wilde investeren in een zorgboerderij. Hij wilde deze boerderij kopen en het bijbehorende Ondernemingsplan dat ik had opgesteld overnemen, maar alleen op voorwaarde dat Caroline en ik het zouden runnen.’ IJsbrand vertelt dat hij net het idee had losgelaten om zelf boer te kunnen worden. Hij kon het aanbod bijna niet geloven. Het stel hoefde er niet lang over na te denken. Binnen een weekend was hun eigen huis verkocht. ‘Het was alsof God ons bij de kraag greep en zei: 'zet je passie in!'
Vaderschap voor natuur en jongeren
Eigenlijk leven we in een droom. Ik geloof dat ten diepste mensen dienstbaar willen zijn aan elkaar en zorg willen dragen voor Gods schepping. Voor ons betekent dat een zorgboerderij met een biologische insteek: een eerlijke prijs en een gezonde ecologie. De winst investeren we weer in de boerderij.
Veel kinderen die naar de boerderij komen, hebben een moeilijke achtergrond. Ook is de relatie met de ouders niet altijd goed. ‘Deze kinderen zijn veel dingen in het leven tegengekomen, waardoor een veilige en gezonde omgeving erg belangrijk is. Boerderij ‘t Paradijs geeft ze die veilige en gezonde omgeving. Sommigen zien de boerderij zelfs als een tweede familie. Dat is heel mooi.’
Beeld: Niek Stam
Vaderschap is een belangrijk thema in het leven van IJsbrand. Doordat zijn vader onverwachts op jonge leeftijd overleed, is hij zich misschien wel extra bewust van zijn nalatenschap en het belang van zorg dragen voor jongeren. Maar vaderschap is ook belangrijk als het gaat om zorg dragen voor de natuur. Hij vertelt dat we onze verantwoordelijkheden naar de toekomst niet moeten vergeten: ‘Het klimaat begeeft zich in een crisis. Kijk naar de droogte, hitte, zeespiegel... De economie is altijd leidend.’ De boer vertelt gepassioneerd dat we de aarde niet onbegrensd kunnen uitputten: ‘Een boer is altijd bezig met mensen, dieren en voedsel. Maar dat is niet het enige. Een boer kijkt ook naar zijn nalatenschap. Wat draag je over aan de volgende generaties en hoe? We moeten omkijken naar elkaar.’ IJsbrand vertelt dat door biologische landbouw te bedrijven er ruimte is voor meer biodiversiteit, voor een gezonde bodem en gezonde planten. Dit draagt weer bij aan de gezondheid van mensen en het klimaat. ‘We streven een circulaire economie na, waarbij we in positieve balans staan met geld en wat mens, natuur en God nodig hebben’, vertelt hij.
Het zou goed zijn om terug te gaan naar eenvoud en bezinning. En ons bewust zijn van wat het gewone leven ons te bieden heeft. Tegenwoordig hoppen veel mensen van baan naar baan. Op de boerderij staat het leven in het teken van rust en een goede balans tussen geven en ontvangen. Ik wil nog veel verbeteren aan dit bedrijf, maar dan kan niet zonder te vieren wat we bereikt hebben.
Ik ben ondertussen de tijd compleet vergeten hier in ’t Paradijs. De verhalen van IJsbrand maken dat ik aan zijn lippen hang. Wat een passie heeft deze man: ‘Een aantal jaren terug was er een jongen met Asperger in de weekendgroep. Hij was in paniek, want een van de koeien had bloed op de horens. Mijn vrouw en ik probeerden hem te kalmeren, en legden hem uit dat koeien soms met elkaar vechten om hun plek in de kudde opnieuw te bepalen. Alle koeien in de kudde zijn belangrijk, maar er wordt soms wat gestoeid met elkaar. De jongen met Asperger kwam tot rust en focuste de rest van het weekend op deze koe door hem meer hooi en verzorging te geven. Op zondagavond ging hij weer naar huis en zei hij de situatie te begrijpen. Twee weken later belt zijn moeder op met de vraag of er iets gebeurd was op de boerderij. Haar zoon werd namelijk al zes jaar gepest en na het weekend op de boerderij was dat voorbij. Opeens begrepen we het: de jongen vergeleek zichzelf met de koe, die ‘gepest’ werd door andere koeien. Maar de jongen heeft de situatie ook kunnen relativeren: de gepeste koe was namelijk ook belangrijk en onderdeel van de kudde. De jongen besefte daardoor dat hij ook belangrijk was! Sindsdien wordt hij niet meer gepest. En zo zijn er wel 100 van dit soort verhalen.’