Bijdrage Carla Dik-Faber aan Voorstel van wet van de leden Leijten, Bruins Slot en Bouwmeester houdende een verbod op winstuitkering door zorgverzekeraars

dinsdag 24 januari 2017

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber aan een plenair debat met minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Onderwerp:   Voorstel van wet van de leden Leijten, Bruins Slot en Bouwmeester houdende een verbod op winstuitkering door zorgverzekeraars

Kamerstuk:    34 522          

Datum:           24 januari 2017

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Voorzitter. Allereerst spreek ik een woord van dank aan de drie indieners van dit wetsvoorstel voor al het werk dat zij hebben gedaan. Ik denk dat het terecht is hierbij ook hun ondersteuning te benoemen en te bedanken. Het is ongelooflijk veel werk om een initiatiefwetsvoorstel te schrijven, maar vandaag ligt het er en bespreken we het met elkaar. De indieners zijn de woordvoerders van drie partijen die heel verschillend denken over de toekomst van ons zorgverzekeringsstelsel. Het is mooi dat ze elkaar op dit punt hebben gevonden. Waar de Partij van de Arbeid nog voor het wetsvoorstel stemde om winstuitkeringen in de medisch-specialistische zorg mogelijk te maken, is zij vandaag een van de indieners. Het kan verkeren.

De zorg is niet van zorgverzekeraars of zorginstellingen maar van de samenleving, van de mensen die zorg nodig hebben en van de mensen die zorg bieden aan een medemens als mantelzorger of zorgprofessional. Voor de ChristenUnie is solidariteit binnen ons stelsel van groot belang. Door de verplichte basisverzekering betalen gezonde mensen mee aan de zorgkosten voor zieke mensen. Tegelijkertijd zetten de stijgende zorgkosten die solidariteit onder druk, ook voor volgende generaties.

Voor de ChristenUnie is het duidelijk dat ons zorgstelsel verbeterd moet worden. Dat moet niet door alle zorgverzekeraars af te schaffen en het kind met het badwater weg te gooien, maar wel door de zorg terug te geven aan mensen. Wij willen verzekerden meer invloed geven op het beleid van zorgverzekeraars, die zich dichter bij de verzekerden zullen moeten organiseren. Veel verzekeraars gaan er prat op dat ze coöperaties zijn, maar dan moeten ze ook echt als zodanig gaan werken. Bij het wetsvoorstel over het versterken van de invloed van verzekerden komen we hier zeker nog op terug.

De ChristenUnie wil kortom minder markt en meer zeggenschap. Woorden als "concurrentie", "consument", "schadelast", "marketing", "ondernemerschap" of "winst" zijn eigenlijk puur financieel-economische begrippen. Die passen niet bij het publieke belang van onze gezondheidszorg. Daar hoort voor de ChristenUnie bij dat zorgverzekeraars of zorgaanbieders geen winst uitkeren. Zorggeld dat vanuit publieke middelen of premieopbrengsten binnenkomt, moet worden besteed aan zorg. Winstuitkering biedt een prikkel voor te lage inkoopprijzen en een lager volume aan zorg, terwijl de focus moet liggen op de verbetering van de kwaliteit van de zorg. Het behoud van het huidige verbod op winstuitkering door zorgverzekeraars dat de indieners voorstellen, ziet de ChristenUnie dan ook als een logische stap. Mijn fractie staat positief tegenover dit initiatiefwetsvoorstel, maar heeft nog wel een aantal vragen voor de indieners.

Het was ook een optie geweest om simpelweg in de wet vast te leggen dat een zorgverzekeraar niet als een naamloze vennootschap georganiseerd mag worden. Door bepaalde rechtsvormen uit te sluiten, voorkom je dat er winst kan worden uitgekeerd. Je voorkomt er ook mee dat aandeelhouders relatief veel macht kunnen uitoefenen, nog los van de mogelijkheid tot winstuitkering. Waarom hebben de indieners niet voor deze route gekozen?

Ik heb ook een vraag over de besteding van de winst. Zorgverzekeraars hebben in dit voorstel de mogelijkheid om met de winst — ik zou zelf liever spreken over "resultaat" — de zorg te verbeteren, de premies te verlagen of de reserves te verhogen. Stel nu dat een verzekeraar een coöperatie is, waarbij de verzekerden als leden maar ook als aandeelhouders kunnen worden gezien. Welk onderscheid zit er volgens de indieners dan tussen het uitkeren van winst aan de leden/aandeelhouders en een premieverlaging? Komt dat niet op hetzelfde neer? Is het volgens de indieners bijvoorbeeld mogelijk om de leden van een coöperatie aan het einde van het jaar een korting op de basiszorgpremie van dat jaar te geven?

De indieners maken een belangrijk onderscheid tussen de basiszorgverzekering en de aanvullende zorgverzekeringen. Het verbod op winstuitkering geldt niet voor de aanvullende zorgverzekeringen. Zorgverzekeraars mogen het positieve resultaat hiervan wel uitkeren. Zal het streven naar winstmaximalisatie bij de aanvullende verzekeringen er niet toe leiden dat zorgverzekeraars vaker patiënten met een hoog risico voor de aanvullende verzekering gaan weigeren? En kunnen de indieners bevestigen dat het overhevelen van het positieve resultaat vanuit de aanvullende verzekering naar de basisverzekering met dit wetsvoorstel mogelijk blijft?

Mijn laatste vraag is wat er gebeurt als een zorgverzekeraar toch overgaat tot winstuitkering. In dat geval wordt de winstuitkering teruggevorderd én een bestuurlijke boete opgelegd. Dit bedrag wordt in het algemene zorgverzekeringsfonds gestort. Hiermee worden de verzekerden bij deze verzekeraar gedupeerd, want zij draaien hier uiteindelijk voor op. Is het niet beter om de verzekeraar te dwingen het bedrag alsnog ten goede te laten komen aan de eigen verzekerden?

De ChristenUnie hecht aan ons zorgverzekeringsstelsel, maar binnen het stelsel zijn zeker nog verbeteringen mogelijk. Dit initiatiefwetsvoorstel is daar een van. Ik zie dan ook uit naar de beantwoording.

De heer Rutte (VVD):
In zijn advies zegt de Raad van State: dit wetsvoorstel zou weleens in strijd kunnen zijn met een fundamenteel recht, namelijk het eigendomsrecht. Dat is een van de belangrijkste fundamentele rechten die wij kennen. Was dat geen aanleiding voor mevrouw Dik-Faber om wat twijfels te krijgen over het wetsvoorstel? Kennelijk niet. Dan is de vraag: op basis van welke juridische bronnen, van welk extern advies vindt mevrouw Dik-Faber dat dit wetsvoorstel niet in strijd is met het eigendomsrecht?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Dit wetsvoorstel neemt niet de mogelijkheden voor zorgverzekeraars weg om winst te maken, al spreek ik liever van resultaat. Die mogelijkheden blijven er. Wel perkt dit wetsvoorstel in wat de zorgverzekeraars daar vervolgens mee kunnen doen: niet de winst uitkeren, maar zorgen voor betere zorg, de premies verlagen of grote reserves aanhouden. Dat zijn de drie mogelijkheden die dit wetsvoorstel overeind laat, eigenlijk conform de huidige situatie. Mijn fractie is van mening dat het geen onevenredige inbreuk is op het eigendomsrecht als het op deze manier wordt uitgevoerd. Ook hebben wij het publieke belang van betere gezondheidszorg, dat wordt gediend met dit wetsvoorstel, afgewogen tegen het belang van zorgverzekeraars om eventueel vreemd kapitaal aan te trekken en daarover winst uit te keren. Wij hebben daar een afweging in gemaakt. Wij vinden het heel erg belangrijk dat met het geld dat zorgverzekeraars aantrekken — dat is vooral premiegeld — de zorg wordt verbeterd en winstuitkering verhoudt zich gewoon niet tot goede zorg.

De heer Rutte (VVD):
Nou hebben wij een brief gekregen van Achmea en A.S.R.. Beide verzekeraars geven expliciet aan dat hun vermogen voor een deel bestaat uit kapitaal van andere bedrijven en investeerders: 600 miljoen euro maar liefst bij Achmea. De bedragen bij A.S.R. kennen wij niet, omdat de initiatiefnemers niet bereid zijn dat uit te zoeken. Mevrouw Dik-Faber vindt kennelijk dat dat allemaal niet in strijd is met het eigendomsrecht als dat geld in de zorgverzekeraar blijft zitten. Maar vindt zij niet dat de partijen die dat geld hebben verstrekt, recht hebben op een schadevergoeding, zoals dat normaal is bij het onteigeningsrecht? Dat zit gewoon in de fundamenten van onze wet- en regelgeving.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik zou op deze vraag ook graag een antwoord willen hebben van de initiatiefnemers van dit wetsvoorstel. Ik heb het wetsvoorstel zo geïnterpreteerd dat het partijen zeker vrijstaat om geld te investeren in zorgverzekeraars. De vraag is of je daar vervolgens winst over wilt uitkeren. Ik weet dat de heer Rutte zo meteen gaat zeggen, want dat zei hij ook tegen mevrouw Voortman: wij leven niet in een ideale wereld. In de ideale wereld werkt het misschien wel zo dat partijen geld investeren zonder daar winst voor terug te hoeven ontvangen. Maar ik ben gekozen in de politiek om mijn idealen na te streven. Mijn ideaal is dat zorgverzekeraars zich richten op betere zorg en de belangen van hun verzekerden, en niet op de belangen van aandeelhouders. Daarom omarmt mijn fractie dit wetsvoorstel met warme gevoelens.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl

« Terug