Maidenspeech van Stieneke van der Graaf over de begroting van Binnenlandse Zaken

woensdag 15 november 2017 10:15

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Stieneke van der Graaf aan de plenaire behandeling van de begroting Binnenlandse Zaken met minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en staatssecretaris Knops van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Kamerstuknr. 34 775

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Voorzitter. Dank voor het woord.

Voor wie sta ik hier? Voor wie staan wij hier? Dat is de vraag die ik mijzelf stel nu ik hier voor het eerst namens de ChristenUnie het woord mag voeren. Twee weken geleden werd ik beëdigd als Kamerlid en vandaag mag ik hier al staan, op een voor mij speciale dag. Op 15 maart 2007 werd ik beëdigd als lid van Provinciale Staten in Groningen. Vandaag, op de dag af tien jaar en acht maanden later, is mijn opvolger beëdigd, vanochtend. Daarmee is ook een eind gekomen aan mijn Statenlidmaatschap daar. Het afscheid schiet er nu eventjes bij in, maar als de Kameragenda dat toelaat — dat heb ik deze week al geleerd — dan komt het er hopelijk nog een keertje van.

Toen ik in 2007 Statenlid werd, wilde ik mijn verantwoordelijkheid in de samenleving oppakken. Ik besef nu dat dit wel heel grote woorden waren voor de rechtenstudent die ik toen was. Maar toch, zo ervoer ik het. Als ik nu op die periode terugkijk, dan komen mij vooral de mensen voor ogen voor wie ik er mocht staan. Ik denk dan aan de ouders die een jeugdzorgaanbieder wilden kiezen die het beste bij hun kind en hun opvoeding paste, en aan de bewoners die wilden delen in de opbrengsten van windmolens vlak bij hun in de buurt. Ik denk aan de uitgeprocedeerde asielzoekers uit Irak die uit protest wekenlang een tentenkamp opsloegen in Ter Apel, maar waar geen stromend water was en aan de vluchtelingen uit Syrië die met alles wat ze nog mee konden nemen een heel eind langs de aardappelvelden moesten lopen, voordat ze bij het aanmeldcentrum in Ter Apel aankwamen. Ze kunnen nu met de bus. Ik denk ook aan de boeren die ruimte wilden om hun bedrijf verder te ontwikkelen, in ruil voor investeringen in duurzaamheid, aan de voedselbanken die het eten gekoeld wilden transporteren en grote voedseltuinen wilden opzetten in de provincie en aan de scholieren die nu met korting naar de school van hun keuze kunnen reizen.

Als ik terugkijk op die periode in Groningen, dan was de aardbeving in Huizinge in 2012 als gevolg van de gaswinning, de zwaarste aardbeving tot nu toe, een keerpunt. Veel mensen zijn de wanhoop nabij. Ze voelen zich onveilig, hebben een groot gevoel van onmacht en weten niet meer waar ze het moeten zoeken. Ze hebben het vertrouwen in de overheid verloren. Daar ligt de opdracht voor de overheid, om te werken aan het herstel van vertrouwen en om mensen weer perspectief te geven. Ik ben bij veel van deze mensen thuis geweest en ik heb hun verhalen gehoord. Toen heb ik pas echt ervaren wat het betekent om volksvertegenwoordiger te zijn: om naast de mensen te staan en om te streven naar recht als er onrecht plaatsvindt. Dat is de drijfveer die ik meeneem naar de Tweede Kamer en ik zie uit naar de samenwerking met u allen.

Vanaf deze plek wil ik ook de nieuwe bewindspersonen van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van harte feliciteren met hun ambt in het hart van het openbaar bestuur en de democratie. Ik wens hun veel wijsheid en zegen toe bij de uitvoering van hun taken. Ik zie uit naar een goede samenwerking. Ik wens in het bijzonder de minister een goede samenwerking toe met de gemeenten, de provincies en de waterschappen. In de afgelopen jaren hebben zij veel voor hun kiezen gekregen, onder andere met de decentralisaties, en ze hebben niet altijd het gevoel gehad dat er binnen het kabinet voor hun belangen en zorgen werd opgekomen. Daar ligt voor de minister een mooie uitdaging. Ik doe op haar het appel om het openbaar bestuur weer echt te herwaarderen.

In deze weken worden er op veel plekken lokale kieslijsten gevuld met mensen die enthousiast en gedreven zijn om de komende jaren hun tijd en energie in dienst te stellen van hun dorp of hun stad. Op een aantal plekken worden zelfs volgende week al raadsleden verkozen in verband met de herindelingsverkiezingen. Een goed functionerende lokale en provinciale democratie is heel belangrijk, maar niet vanzelfsprekend. Het is daarom van belang dat het regeerakkoord oog heeft voor de versterking van de opleiding en toerusting van de raads- en Statenleden. Daar is werk aan de winkel. Met de gemeenteraadsverkiezingen in het achterhoofd, vraag ik de minister of zij bereid is om op korte termijn werk te maken van een actieplan voor de versterking van de lokale democratie. Ik heb in de afgelopen tijd contact gehad met raadsleden. Daaruit blijkt dat niet alle raadsleden toegang hebben tot ondersteuning bij hun werk, onder andere via scholing. Voor Statenleden en raadsleden in grote steden is het redelijk op orde, maar vooral in de kleinere gemeenten zijn de mogelijkheden beperkt of niet aanwezig, of zijn de drempels heel hoog. Er zijn in de afgelopen jaren veel taken naar de gemeenten gegaan, zoals de Wmo en de jeugdzorg. Er komt dus veel op het bordje terecht van die raadsleden. Komende woensdag mogen we weer naar de stembus. De kiezer heeft er recht op dat de volksvertegenwoordigers goed zijn toegerust voor hun taak. Wat is daarop de visie van de minister?

Voorzitter. In de meeste gemeenten wordt het referendum over de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten gelijktijdig met de gemeenteraadsverkiezingen georganiseerd, maar in de gemeenten waar herindelingsverkiezingen plaatsvinden, kan dat niet samengaan. Bij het referendum over het Oekraïneverdrag in 2016 hebben herindelingsgemeenten een tegemoetkoming gekregen voor de extra kosten die ze daarom moesten maken. Is de minister bereid om de gemeenten ook nu tegemoet te komen?

Mensen maken zich zorgen over de veiligheid in het land en de invloeden vanuit het buitenland op onze samenleving. De brief van de minister over de beïnvloeding van de publieke opinie door statelijke actoren is zorgwekkend. Dat toont ook aan hoe kwetsbaar we zijn. Toont dit ook niet juist het belang aan van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten? Graag een reactie van de minister.

Voorzitter. Ik geloof in de kracht van de samenleving. Inwoners zijn vaak veel beter in staat om problemen op te lossen dan de overheid. Een mooi voorbeeld hiervan zijn de inwoners van Kloosterburen in mijn eigen provincie, die met een coöperatie de zorgvoorziening voor ouderen in hun eigen dorp hebben gekocht en zo zorg dicht bij huis konden houden, op een plek waar de voorzieningen onder druk staan. En de Roggeveenstraat hier in Den Haag, waar bewoners, verenigd als coöperatie, als eerste bewonersgroep in Nederland hun eigen straat konden kopen en waar de gemeente als bondgenoot van de buurt meewerkte.

In het regeerakkoord wordt er ruimte gegeven aan initiatieven vanuit de samenleving. Er wordt werk gemaakt van het uitdaagrecht, zodat inwoners de overheid kunnen uitdagen om een publieke taak zoals een buurthuis of een groenvoorziening mét budget aan hen over te dragen. Er komen experimenten met het recht op overname, stuk voor stuk voorstellen uit de Initiatiefnota coöperatief overheidsbestuur, die de ChristenUnie vorig jaar samen indiende met de Partij van de Arbeid. Hoe wil de minister dit vormgeven? En zal dit ook wettelijk verankerd moeten worden? De inwoners van Kloosterburen en van de Roggeveenstraat waren vasthoudend. Zij waren innovatief en hebben het uiteindelijk gered. Maar er moesten nogal wat hindernissen worden genomen. En die obstakels moeten uit de weg. Is de minister bereid om daar wat aan te doen?

Het kabinet wil ook aan de slag met het wegnemen van belemmeringen die mensen ervaren in de grensregio's. Er zijn nu nog te veel belemmeringen. Zo worden diploma's niet altijd erkend, vallen er gaten in de pensioenopbouw en zijn verzekeringen soms duurder. Een Nederlandse verpleegkundige met mbo-3 kan nu niet als vakkracht aan de slag in de Duitse ouderenzorg, omdat er aanvullende kwalificaties nodig zijn. Is de staatssecretaris bereid om hier snel actie op te ondernemen en, zo ja, hoe wil hij dat dan aanpakken?

We leven in een tijd waarin tegenstellingen tussen mensen vaak worden uitvergroot. Des te urgenter wordt de vraag wát we met elkaar delen. Waar we elkaar in ieder geval in kunnen vinden, zijn de Nederlandse vrijheden en gelijkheden, verankerd in onze Grondwet. De Grondwet heeft naast een juridische ook een symbolische functie. Die laatste kan beter tot uitdrukking worden gebracht. Met het opnemen van een algemene bepaling wordt daar al een begin mee gemaakt. Maar de grote vraag is nu wat mij betreft hoe we ervoor zorgen dat die Grondwet echt een levend document wordt, die ons als mensen dichter bij elkaar brengt. En hoe wil de minister daaraan werken?

Voorzitter, ik kom tot een afronding. Ik begon met de vraag: voor wie sta ik hier? Ik sta hier voor mensen met plannen en idealen, met wensen en zorgen, oud en jong. Als Kamerlid wil ik naar hen luisteren en een stem geven aan degenen die geen stem hebben. Ik wil streven naar recht als er onrecht plaatsvindt. Dank u wel.

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:
Dank u wel. U hebt mooi gesproken. Van harte gefeliciteerd met uw mooie maidenspeech. Om de gelegenheid voor felicitaties te geven, schors ik de vergadering voor vijf minuten. Ik zal u als eerste feliciteren.

Meer informatie

« Terug

Archief

« Vorige Volgende »

februari 2021

januari

december 2020

november