Bijdrage Eppo Bruins aan de plenaire behandeling van het Pakket Belastingplan 2018

dinsdag 21 november 2017

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Eppo Bruins aan een plenair debat met staatssecretaris Snel van Financiën, Kamerstuknr. 34 785

De heer Bruins (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik dank de staatssecretaris graag voor de heldere beantwoording van de vragen. Tijdens het eerste wetgevingsoverleg over het voorliggende belastingplan heb ik aangegeven wat voor de ChristenUnie de komende jaren belangrijk is op fiscaal gebied, en dus ook wat bij de onderhandelingen over het regeerakkoord belangrijk was. Samengevat gaat het om drie punten.

Ten eerste: de herwaardering van het draagkrachtprincipe. De focus moet niet worden gelegd op het verkleinen van inkomensverschillen, maar op het verkleinen van belastingverschillen bij gelijke inkomens. Daardoor worden in de samenleving geslagen kloven kleiner en worden belastingen gezinsvriendelijker. Vorig jaar heeft deze Kamer er uitgebreid bij stilgestaan hoe extreem groot de verschillen in belastingheffing zijn bij een gelijk bruto-inkomen van €35.000. De manier van inkomensverwerving is van zeer grote invloed op de hoogte van de jaarlijkse belastingaanslag. Die hangt af van vragen als "ben je zelfstandige of werknemer?", "ben je eenverdiener of tweeverdiener?" en "ben je een huurder of heb je een eigen woning?" Bij de één kun je het met recht een "belastingaanslag" noemen, maar bij de ander is dat een groteske overdrijving.

Met de introductie van het tweeschijventarief, de afbouw van alle aftrekposten naar het basistarief, het schrappen van de overdraagbaarheid, de andere opbouw van de arbeidskorting en de inkomensafhankelijke combinatiekorting en een hoger kindgebonden budget voor paren vormt het regeerakkoord een mooie aanzet tot het verkleinen van deze kloven. Door dit alles is er sprake van een lagere marginale druk tussen het wettelijk minimumloon en modaal. En nee, ideaal is het allemaal nog niet. Zie de brieven van de honderden gezinnen met één inkomen. Die brieven spreken wat dat betreft boekdelen. Tegen de familie Van der Stelt, de familie Verhagen, de familie Van Koeveringe, de familie Mulder en al die andere families die een brief hebben geschreven, zeg ik: we zijn er nog niet, zeker niet, maar dit belastingplan met de nota van wijziging is by far wel de mooiste stap in jaren op weg naar dat ideaal. Overigens ben ik wel benieuwd naar de reactie van de staatssecretaris op de brieven van de gezinnen en naar zijn visie op de grote kloven in ons fiscale stelsel die ontstaan door heffingskortingen en ander instrumentalisme.

Ten tweede: groenere belastingen, arbeid minder belasten, consumptie en vervuiling meer belasten, maar wel doelmatig, en zeker geen doorgeslagen instrumentele inzet van groene belastingen zoals bij de opgepompte heffingskortingen voor een beetje extra arbeidsparticipatie. Ook wat betreft dit doel brengt het regeerakkoord ons dichter bij ons ideaal, met voorbeeld de oplopende CO2-minimumprijs voor de elektriciteitssector. En inderdaad, ook hier zijn we er nog lang niet.

Ten derde: belastingontwijking hard aanpakken en ondernemen met veel vreemd vermogen minder aantrekkelijk maken en daarmee ondernemen met eigen vermogen aantrekkelijker. Nederland moet worden versterkt als vestigingsland voor echt werk en elke papieren onderneming en constructie moet het leven worden zuur gemaakt. Zoals ook al in het wetgevingsoverleg is gewisseld, kijk ik uit naar de uitwerking van de afspraken in het regeerakkoord door de staatssecretaris. Ik reken op een daadkrachtige brief nog voor het kerstreces.

Kortom, het belastingstelsel moet echt eerlijker en ook eenvoudiger dan het op dit moment is. Voor een eerlijker en rechtvaardiger stelsel is een mooie aanzet gegeven in het regeerakkoord, maar veel eenvoudiger wordt het er nog niet van, zo eerlijk moeten we wel zijn. Voor die vereenvoudiging wachten we met smart op de beleidsagenda van de staatssecretaris die in januari zal verschijnen. Ik vraag hem: kan hij alvast een tipje van de sluier oplichten?

Voorzitter. Ik ga naar de nota van wijziging. Enkele afspraken uit het regeerakkoord zijn reeds geland in die nota op het voorliggende Belastingplan. Ik stip enkele in het oog springende wijzigingen aan. Ten eerste box 3 en de verhoging van het heffingsvrije vermogen naar €30.000 per persoon en €60.000 voor een meerpersoonshuishouden, en een actuelere berekening van het forfaitaire rendement. Beide stappen juicht de ChristenUnie zeer toe. Ik hoop dat deze maatregelen helpen voorkomen dat mensen door de belastingheffing in box 3 interen op hun vermogen. Ik hoop dat het niet meer zo zal zijn dat je in dit land met een groot vermogen moet beginnen om met een klein vermogen te eindigen, zoals mijn voorganger vorig jaar opmerkte. En passant is er door de verhoging van het heffingsvrije vermogen een vermindering van het aantal belastingplichtigen van 360.000. Dat is dus toch een vereenvoudiging.

Daarmee betaalt 25% van de belastingplichtigen belasting over hun box 3-vermogen; 75% van de belastingplichtigen dus niet. Die hebben dus een vermogen kleiner dan €30.000. In de wetenschap dat de rijkste 1% van de Nederlandse huishoudens over 28% van het vermogen beschikt en dus slechts 25% belastingplichtig is in box 3, is wel duidelijk dat vermogensongelijkheid, anders dan inkomensongelijkheid, wél een issue is in ons land. Natuurlijk, als de pensioenen worden meegeteld, wordt het beeld minder scheef, maar toch. Hoe kijkt de staatssecretaris eigenlijk aan tegen dit fenomeen van vermogensongelijkheid? Welke bijdrage levert het geleidelijk uitfaseren van de wet-Hillen aan het verminderen van de vermogensongelijkheid?

Voorzitter. Zo'n beetje alle fracties in dit huis zien uit naar het belasten van vermogen op basis van werkelijk genoten rendement. Het werd al eerder genoemd. Uit de nota wordt nogmaals duidelijk dat dit voorlopig toekomstmuziek blijft. Dat is natuurlijk jammer. Ik heb twee vragen. Welke stappen gaat de staatssecretaris zetten om het belasten op basis van werkelijk rendement toch dichterbij te brengen? Welke mogelijkheden ziet de staatssecretaris nog, aanvullend op de maatregelen in het regeerakkoord, om de forfaitaire vermogensrendementsheffing zodanig te verbeteren dat deze nog meer gaat lijken op het belasten op basis van werkelijk rendement?

Voorzitter. Dan kom ik bij het niet-aangenomen amendement-Schouten (34552, nr. 45). Dat niet-aangenomen amendement-Schouten werd vorig jaar door toenmalig staatssecretaris Wiebes getypeerd als "het mooiste amendement dat hij ooit had moeten ontraden". Het wordt nu door een afspraak in het regeerakkoord toch uitgevoerd. Het moge duidelijk zijn dat de ChristenUniefractie daar blij mee is. Nu de algemene heffingskorting geleidelijk helaas niet meer overdraagbaar is van de niet of minst verdienende naar de meest verdienende partner, is het natuurlijk niet meer dan logisch dat ook de arbeidskorting en de inkomensafhankelijke combinatiekorting niet meer overdraagbaar zouden zijn. Die overdraagbaarheid was niet meer uit te leggen. Wel moeten we nog een jaartje wachten op de tariefsverlaging die met het amendement-Schouten gepaard ging, namelijk een lager tarief in de tweede schijf. Maar met de komst van het tweeschijventarief in het volgende Belastingplan zal dat alsnog worden geregeld. Al met al heeft deze maatregel het zeldzame gecombineerde effect van een kleinere kloof tussen een- en tweeverdieners, minder marginale druk en meer arbeidsparticipatie. Het moge duidelijk zijn dat mijn fractie dit soort maatregelen graag ziet.

De heer Bruins (ChristenUnie):
Voorzitter. Vandaag lijkt de geleidelijke uitfasering van het wetje-Hillen de boventoon te voeren. Maar dat de gehate klif bij een inkomen van ruim €36.000 uit de ouderenkorting verdwijnt is minstens zo groot nieuws. Tot op heden viel je als AOW'er door een inkomenstoename met €1 op de rand van de klif plotsklaps meer dan €1.200 terug in ouderenkorting. Door de afspraak in het regeerakkoord wordt de ouderenkorting verhoogd en geleidelijk afgebouwd. Hierdoor gaan bijna 2 miljoen AOW-gerechtigden er met gemiddeld €240 op vooruit in 2019. Wel is het afbouwpercentage met 15% fors en is ook de verzilveringsproblematiek, waarmee 28% van de AOW-gerechtigden te maken heeft, niet gering. De vraag die naar aanleiding van beide feiten opkomt, is of er niet een betere maatvoering denkbaar is, door bijvoorbeeld op een lager inkomenspunt te beginnen met de afbouw en deze minder steil te maken. Zou dat positieve gevolgen hebben voor de verzilveringsproblematiek of is die louter aan de orde bij ouderen met een nog lager inkomen? Graag een reactie van de staatssecretaris.

De heer Van Rooijen (50PLUS):
Voorzitter. Ik weet niet of de heer Bruins straks meedoet aan het megadebat over het "wetje-Hillen", zoals hij dat noemt. Als hij dat niet doet, zou ik graag nu van hem horen waarom hij dat een "wetje" noemt.

De voorzitter:
Nee, wij gaan het niet hebben over de wet-Hillen. Die komt straks aan de beurt.

De heer Bruins (ChristenUnie):
Ik ga het er zeker over hebben en ik ben bij het debat. Ik zal dan uitleggen waarom ik dat zo noem.

De voorzitter:
Gaat u verder.

De heer Bruins (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Mijn fractie wordt vanzelfsprekend vrolijk van een hoger effectief tarief in de innovatiebox van 5% naar 7%, of beter gezegd: de vestigingsplaatsbox, want deze box heeft niet heel veel van doen met innovatie. Grondslagverbreding in de Vpb in ruil voor tariefsverlaging is precies de strategie die mijn fractie voorstaat.

Ook de verhoging van de tabaksaccijns, al genoemd, is een fijne maatregel. Wij willen zo spoedig mogelijk naar een echt rookvrije generatie. Wat de ChristenUnie betreft hebben wij het dan niet alleen over tabak maar natuurlijk ook over wiet, maar dat terzijde.

Het baart mijn fractie wel zorgen dat het basistarief van het tweeschijventarief nu al als sluitpost fungeert. De staatssecretaris kondigt nu reeds een verhoging aan van 36,93% naar 36,95%. Dat is weliswaar een minimale verhoging, maar mijn fractie legt toch de vinger bij dit principe. Waarom kiest de staatssecretaris ervoor om het basistarief als sluitpost te gebruiken en niet de heffingskorting of de accijnzen? Is hij bereid om voortaan naar andere posten te kijken dan het basistarief als sluitpost?

Ik kom nog bij een enkel thema uit het oorspronkelijk aan deze Kamer voorgelegde Belastingplan en wel op de landbouwregeling. Mijn fractie is niet gelukkig met het schrappen van de landbouwregeling, een deugdelijke motivatie ontbreekt. Een systematiek die wij zo gelukkig hebben geschrapt in het regeerakkoord is de ruilvoetproblematiek en dat lijkt de oorzaak te zijn. Tijdens het WGO heb ik gepleit voor verzachtende maatregelen. Die zijn deels overgenomen door de staatssecretaris maar wij zijn er nog niet. Daarom kondig ik hierbij alvast een motie aan om in 2018 eenmalig btw-aangifte per jaar mogelijk te maken voor de huidige gebruikers van de landbouwregeling die dat nodig denken te hebben.

Voorzitter. Ik dank de staatssecretaris voor de technische briefing over de getto-uitkeringen voor Joodse slachtoffers van kinderarbeid in het getto Amsterdam. In die technische briefing is voor mij helder geworden dat fiscale vrijstelling niet mogelijk is, omdat wij daarmee in feite de term "besteedbaar inkomen" herdefiniëren en wel heel erg veel overhoop halen in het belastingstelsel. Ik overweeg een onderzoeksmotie met het verzoek aan het kabinet om te onderzoeken of er een mogelijkheid tot compensatie buiten de fiscale sfeer is.

Voorzitter, hiermee sluit ik af. Ik kan stellen dat ik met vertrouwen uitzie naar de eerste termijn van de staatssecretaris. Dank u wel.

De heer Snels (GroenLinks):
Ik hoorde met verbazing de heer Bruins zeggen dat hij bezwaar maakt tegen de eerste schijf als sluitpost zien. Ik heb daar bij de Financiële Beschouwingen ook al aandacht voor gevraagd. Het staat namelijk in het regeerakkoord, weliswaar in een voetnoot, maar het is uitgewerkt in een stafnota van de minister van Financiën.

De voorzitter:
En de vraag is?

De heer Snels (GroenLinks):
Ik ben blij met zijn zorgen hierover. Kan ik op zijn steun rekenen als wij dit op een andere manier gaan organiseren?

De heer Bruins (ChristenUnie):
Nee, dat kan hij niet, maar ik vraag er aandacht voor dat het gebruiken van die schijf als sluitpost om tekorten op te lossen, geen principe zou moeten zijn als het gaat om wat de ChristenUnie voorstaat. Dan zien wij eigenlijk veel liever andere instrumenten.

De voorzitter:
Tot slot.

De heer Snels (GroenLinks):
Daar ben ik het helemaal mee eens, maar in het regeerakkoord, in de stafnota van de minister van Financiën en in begrotingsbeleid staat in het kader van het lastenkader dat het tarief eerste schijf omhooggaat bijvoorbeeld als de nominale premies in de zorg meevallen. Daar ben ik ook ongelukkig mee. Dus ik zou vinden dat de heer Bruins, zijn verhaal horende, met mij vindt dat dit op een andere manier moet worden opgelost.

De heer Bruins (ChristenUnie):
In de afgelopen weken is genoeg over meloenen gepraat en ik ga geen nieuwe meloen toevoegen.

De voorzitter:
Nee, dat lijkt me ook. Dank u wel. De heer Nijboer.

De heer Nijboer (PvdA):
Voorzitter, ik heb dezelfde vraag aan de heer Bruins als ik aan de heer Van Weyenberg had, namelijk over het misbruik van de huurtoeslag. Als je een huis koopt als ouders, een enorme huurtoeslag ontvangt en het vervolgens terugschenkt. Is de heer Bruins het met mij, collega Omtzigt en andere collega's eens dat we daaraan een einde zouden moeten maken?

De heer Bruins (ChristenUnie):
Het rondpompen van geld is nooit goed, maar in dit geval wil ik eerst even kijken welke antwoorden er komen en wat het kabinet wil doen. Maar dan kijk ik wel met een welwillend oog naar allerlei maatregelen die een gecombineerd effect hebben, waar we met z'n allen toch met wat fronsende wenkbrauwen naar kijken.

De heer Nijboer (PvdA):
Dank u wel. Ik zie uit naar de welwillende houding.

Meer informatie

« Terug