Bijdrage Carla Dik-Faber aan de Begroting Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI)

dinsdag 12 december 2017

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en sport aan een plenaire begrotingsbehandeling met minister de Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, staatssecretaris Blokhuis van Volksgezondheid, Welzijn en minister Sport en Bruins voor Medische Zorg,

Kamerstuknr. 34 775

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Voorzitter, dank u wel. Ik wil dit debat graag beginnen met Anja. Anja van Herp is mijn patiëntcadeau. Veel collega's hebben net als ik contact met een chronisch zieke patiënt. Voor mij is het heel waardevol om contact te hebben met mensen die aan den lijve ondervinden hoe ons zorgstelsel in elkaar zit. Als we de mens centraal willen stellen, kunnen we niet om deze ervaringen heen. Soms is het lastig om je voor te stellen wat een wet verandert in het dagelijks leven van een chronisch zieke, maar nu houdt Anja mij een spiegel voor. Dat zij aan dit project meewerkt, vind ik echt heel dapper van haar.

Voorzitter. Een van de redenen van het project Patiëntcadeau is de stapeling van de zorgkosten. Mensen zoals Anja maken vaak hun eigen risico vol en moeten daarnaast nog meerdere eigen bijdragen betalen. Ik ben blij dat deze maar ook andere zorgen van Anja een plek hebben gekregen in het regeerakkoord. Ik hoop dat zij mij ook de komende jaren scherp houdt op de uitvoering daarvan. De ChristenUnie vindt dat verzekerden, cliënten en patiënten centraal staan en zeggenschap over hun zorg verdienen. Het is dan ook goed dat dit kabinet de inspraak en invloed van cliënten en verzekerden wettelijk wil regelen. Ik wil mijn bijdrage opbouwen langs drie lijnen: preventie, de curatieve zorg en de langdurige zorg.

Allereerst preventie. Afgelopen week heb ik samen met de VBOK een minisymposium georganiseerd in het kader van de Week van het Leven. Dat ging over onbedoelde zwangerschap. Hier sprak onder meer een tienermoeder. Ik vroeg haar na afloop wat volgens haar echt nodig is. Zij zei: meer voorlichting op scholen, want op je 15de ben je echt niet bezig met het idee dat je zwanger kunt worden. Dit laat de waarde zien van een preventieagenda en zorg bij onbedoelde zwangerschappen. Voor de zomer heeft de toenmalige staatssecretaris aangegeven dat zorgorganisaties Fiom en Siriz in 2018 hetzelfde budget zouden houden als in 2017. Kan de staatssecretaris toezeggen dat voor 2018 de financiering inderdaad doorloopt en dat daarbovenop het geld komt dat in het regeerakkoord is vrijgemaakt voor een preventieagenda? Wanneer komt er duidelijkheid over de besteding van deze additionele 53 miljoen euro? Wil de staatssecretaris erop toezien dat dit geld ook daadwerkelijk wordt ingezet voor het doel waarvoor het bedoeld is?

Ik kom op ondervoeding bij ouderen. Het tegengaan van ondervoeding bij ouderen is ook een belangrijke vorm van preventie.

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):
Mevrouw Dik heeft het over het belang van neutrale keuzehulp. Dat is inderdaad ontzettend belangrijk voor jonge vrouwen, die soms overvallen worden door de situatie. Dit weekend was er een optocht in het kader van de Week van het Leven, een manifestatie waar ook de bestuurder van Siriz aan meedeed. Dat is een van de twee partijen die geacht worden om neutrale keuzehulp te bieden, maar ze spreken zich zo duidelijk uit voor een standpunt dat moeilijk als neutraal gezien kan worden. Wat vindt mevrouw Dik van deze combinatie van inzetten die zich naar mijn idee heel moeilijk met elkaar laten verenigen?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik weet niet of mevrouw Ellemeet en Siriz al nader met elkaar kennisgemaakt hebben. Siriz doet echt ontzettend zijn best om neutrale keuzehulp te bieden. En ik heb er vertrouwen in dat zij daarin slagen. Zij doen dat en FIOM doet dat ook. Dat vind ik ook het mooie van de Mars voor het Leven: er zijn allerlei mensen bij betrokken rondom het thema van de beschermwaardigheid van het leven, maar er is nadrukkelijk oog voor de realiteit. Noem het de gebrokenheid van het nieuwe leven. Er is juist oog voor die keuzehulp voor vrouwen.

De voorzitter:
Mevrouw Ellemeet, tot slot.

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):
Ik heb inderdaad met Siriz gesproken en in dat gesprek werd nog eens benadrukt dat het gaat om neutrale keuzehulp. Maar dat laat zich toch niet verenigen met het feit dat een bestuurder zich op zo'n weekend uitspreekt in een Week van het Leven? Dat is toch een heel andere positie? Hoe moet ik, als ze zo duidelijk een positie innemen bij dit heel gevoelige onderwerp, er nog op vertrouwen dat ze ook echt die neutrale keuzehulp bieden?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik vind het eerlijk gezegd lastig om hierop te reageren, omdat ik zelf niet aanwezig kon zijn bij de Mars voor het Leven; ik was in het buitenland. Dat betekent dat ik niet heb kunnen horen wat er publiek geuit is door bestuurders van Siriz. Bij mijn weten hebben die mensen ook niet gesproken, maar is het de VBOK geweest die gesproken heeft. Dit wordt een heel lastige discussie, ook omdat het gaat over uitlatingen van mensen die hier niet zijn. Misschien is het goed om het gesprek op een ander moment voort te zetten.

De voorzitter:
Gaat u verder.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Voorzitter. Het is goed voor het welzijn van mensen en heeft ook een gunstig effect op de zorgkosten als we ondervoeding bij ouderen weten tegen te gaan. De afgelopen jaren heeft de Stuurgroep Ondervoeding eraan bijgedragen dat het screenen en behandelen van ondervoeding geïmplementeerd is in ziekenhuizen en instellingen. Binnen de eerste lijn zijn echter nog grote stappen te maken, zeker met het oog op het toenemend aantal thuiswonende ouderen. Dit is onlangs ook gebleken tijdens een rondetafelgesprek georganiseerd door ChristenUnie en VVD. Het is belangrijk dat de Stuurgroep Ondervoeding zijn activiteiten op het gebied van bewustwording, preventie, signalering en behandeling van ondervoeding kan voortzetten en doortrekken naar de eerste lijn. Daarom overweeg ik een amendement in te dienen dat hiervoor een beperkt budget beschikbaar stelt.

Ik heb ook een amendement in voorbereiding dat gaat over suikerziekte en ouderdomsdiabetes bij kinderen. Hoe paradoxaal het ook klinkt, als gevolg van sluipsuikers krijgen kinderen soms al heel vroeg suikerziekte of zelfs diabetes type 2. Er is nog te weinig aandacht voor deze groep. Een multidisciplinaire richtlijn voor goede zorg ontbreekt. Mijn voorstel is om de medische wereld in beweging te brengen met een beperkt budget. Men moet over de eigen muren kijken, zodat men samen een netwerkrichtlijn kan ontwikkelen.

Voorzitter. Ik ben erg blij met het Nationaal Preventieakkoord. Wat de ChristenUnie betreft wordt dit een brede agenda om gezondheid te bevorderen. Het kabinet streeft naar een rookvrije generatie. Wanneer kan de Kamer daarvoor een plan met concrete maatregelen ontvangen? Waar wil de staatssecretaris aan het einde van deze kabinetsperiode staan? Als het gaat om het alcoholbeleid is het goed dat ook problematisch alcoholgebruik bij ouderen onderdeel gaat uitmaken van het Preventieakkoord. Daar is alle reden toe met nog ruim 1 miljoen probleemdrinkers in Nederland.

Voorzitter. Het is mooi dat er extra geld wordt uitgetrokken voor suïcidepreventie. Daar heeft de ChristenUnie altijd voor gepleit. Wat gaat de staatssecretaris concreet doen om samen met partijen zoals 113Online tot een bijgesteld actieplan te komen?

Voorzitter, ik kom op de curatieve zorg. De substitutie van de tweede lijn naar de eerste lijn is een belangrijke beweging waar nog grote stappen in gezet kunnen worden. Nu al staat de eerstelijnszorg, met name de huisarts, onder grote druk vanwege het grote aantal patiënten per huisarts en de zorg voor kwetsbare ouderen en ggz-patiënten. In het bestuurlijk akkoord voor 2018 is afgesproken dat deze knelpunten worden aangepakt en er is extra geld beschikbaar gesteld. Maar het lijkt erop dat zorgverzekeraars niet genoeg contracteren om deze knelpunten aan te pakken. Zo kan de substitutie geen succes worden. Hoe wil de minister voor Medische Zorg ervoor zorgen dat dit geld wel beschikbaar blijft voor de aanpak van de knelpunten en, beter nog, daarvoor daadwerkelijk wordt ingezet?

Voorzitter. Het concept van positieve gezondheid van Machteld Huber wint steeds meer terrein, en dat is goed. Gezondheid wordt niet meer gezien als de aan- of afwezigheid van ziekte, maar als het vermogen van mensen om met de fysieke, emotionele en sociale levensuitdagingen om te gaan en zo veel mogelijk eigen regie te voeren. Is de minister het met mij eens dat positieve gezondheid brede ingang verdient in de zorg en dus ook een plek moet krijgen in de hoofdlijnenakkoorden?

In dat verband vraag ik ook aandacht voor het goede gesprek tussen arts en patiënt over kwaliteit van leven, in plaats van de primaire focus op medische behandeling. Hoe wil de minister ervoor zorgen dat hiervoor meer ruimte komt in de spreekkamer?

Voorzitter. In het regeerakkoord werd ook extra geld uitgetrokken voor palliatieve zorg en voor de organisatie daarvan. Dat laatste is erg belangrijk, want qua organisatie staat palliatieve zorg nog in de kinderschoenen. Het is belangrijk dat alle initiatieven bij elkaar worden gebracht en elkaar gaan versterken. Hoe wil de minister de organisatie en de samenhang van de palliatieve zorg gaan versterken? En wil hij daarbij zowel professionals als vrijwilligers betrekken? Het Nationaal Programma Palliatieve Zorg loopt in 2020 af. De ChristenUnie vindt het belangrijk dat hier een goed vervolg op komt en dat de voorbereidingen ook tijdig worden gestart. Tot slot vraag ik op dit punt of de minister een deel van de middelen beschikbaar wil stellen voor de implementatie van het Kwaliteitskader palliatieve zorg.

Ik kom op de langdurige zorg. De ChristenUnie is erg blij dat het manifest Waardig ouder worden, een initiatief van de ChristenUnie samen met KBO-PCOB en Omroep MAX, een plek heeft gekregen in het regeerakkoord met daarbij ook een mooi budget. Nu komt het aan op de uitvoering. In zijn brief over het pact voor de ouderenzorg heeft de minister van VWS een plek ingeruimd voor waardig ouder worden, maar hij maakt er geen apart beleidsprogramma van. Op welke wijze gaat de minister dan wel werk maken van Waardig ouder worden? En hoe zorgt hij ervoor dat het manifest ook integraal wordt uitgevoerd? Want het gaat om meer dan de bestrijding van eenzaamheid. Het gaat bijvoorbeeld ook over herwaardering van ouderdom, over passende woonvormen en over de begeleiding van mensen met levensvragen.

Samen met het CDA heeft de ChristenUnie zich meermalen ingezet voor geestelijke verzorging. In het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg is nu opgenomen dat voor cliënten geestelijke verzorging passend bij hun levensbeschouwing bereikbaar moet zijn. In de praktijk blijkt echter dat geestelijke verzorging vaak onder druk staat vanwege onduidelijke financiering of omdat het ten koste gaat van andere zorg. Is de minister bereid om de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in oprichting een thematisch onderzoek te laten verrichten naar de bereikbaarheid en de vergoeding van geestelijke verzorging om zo meer zicht te krijgen op de knelpunten?

Ik kom op de mantelzorg. Uit evaluaties blijkt dat de betrokkenheid van de mantelzorg bij het keukentafelgesprek en de hulpverlening vaak niet verder gaat dan het plaatsen van een vinkje: ja, het is mantelzorg. Tegelijkertijd wordt een groot beroep gedaan op deze mantelzorgers. Het kabinet trekt extra middelen uit voor dagbesteding en respijtzorg. Maar hoe wil de minister ervoor zorgen dat mantelzorg ook integraal deel uit gaat maken van goede zorg?

Voorzitter. Ik, en ook anderen, hebben vaak aandacht gevraagd voor de groep meervoudig complex gehandicapte kinderen. Natuurlijk is alle zorg maatwerk, maar dat geldt in het bijzonder voor deze groep, voor de groep kinderen die meervoudig complex gehandicapt zijn. Al vaak heeft de ChristenUnie aangedrongen op het maatwerkprofiel. Afgelopen zomer is er een werkgroep, mét ouders, van start gegaan om kind voor kind te situatie in beeld te brengen en te kijken wat er nodig is voor deze kinderen en gezinnen op medisch en sociaal gebied. Vanuit deze ervaring kan het maatwerkprofiel verder ingevuld worden. Wanneer hoort de Kamer hier meer over?

Ook anderen hebben de overgang van Wmo naar Wlz al aangestipt. Bij de overgang van de Wmo en de Zorgverzekeringswet naar de Wlz, de Wet langdurige zorg, gaan mensen in afwachting van een plek in een verpleeghuis een veel hogere eigen bijdrage betalen terwijl ze minder zorg krijgen. Is de minister bereid om onderzoek te doen naar deze zorgval en uiteraard ook naar mogelijke oplossingsrichtingen?

Eerder heb ik schriftelijke vragen gesteld over het ontbreken van bekostigingsregels voor de vergoeding van maaltijdverstrekking volgens religieuze gebruiken. Kan de minister toezeggen dat koosjere maaltijden onderdeel blijven uitmaken van de component verblijf bij Wlz-zorg?

Dan de zorg voor mensen met dementie. Als je de diagnose dementie te horen krijgt, staat je wereld op z'n kop. Het is zo belangrijk dat de casemanagers dementie beschikbaar zijn vanaf het eerste "niet pluis"-gevoel. Natuurlijk is goede zorg belangrijk, maar de ChristenUnie is ook erg gecharmeerd van de sociale benadering zoals Anne-Mei The deze uitdraagt. Het verbinden van zorg met welzijn leidt tot een hoger welbevinden van de dementerende en de mantelzorger, en leidt uiteindelijk ook tot lagere zorgkosten. Is de minister bereid om experimenten hiervoor te ondersteunen?

Voorzitter. Enkele weken geleden is hier een rondetafelgesprek geweest in de Kamer over euthanasie bij psychiatrie en dementie. Daarin werd van verschillende kanten aangegeven dat er behoefte is aan meer deskundigheid in de regionale toetsingscommissies bij de toetsing van euthanasie bij psychiatrische patiënten. Is de minister bereid om dit punt mee te nemen bij zijn reactie op de derde evaluatie van de Euthanasiewet? En kan hij aangeven wanneer er een herziening komt van de richtlijn van de NVvP over euthanasie in de psychiatrie? De huidige richtlijn is alweer acht jaar oud.

Voorzitter. Mijn laatste punt betreft de maatschappelijke diensttijd. Samen met het CDA heeft de ChristenUnie zich hard gemaakt voor een mogelijkheid om jongeren tegen een kleine vergoeding voor een korte periode een bijdrage te laten leveren aan onze samenleving. Er is hiervoor ook een substantieel budget beschikbaar. Hoe gaat de staatssecretaris dit project opzetten en welke organisaties gaat hij hierbij betrekken?

Voorzitter. Ik wens de staatssecretaris en beide ministers veel wijsheid en moed toe om de komende jaren handen en voeten te geven aan de plannen in het regeerakkoord. Ik zie ook uit naar de beantwoording van de vragen die ik heb gesteld.

Mevrouw Kooiman (SP):
Ik heb u gehoord over het ouderenpact. Ik heb ook uw betoog in de krant mogen lezen waarin u uitspreekt dat u graag wilt dat ouderen in de buurt of in ieder geval kleinschalig begeleid en opgevangen kunnen worden. Ik ben eigenlijk wel nieuwsgierig wat u vindt van het Zorgbuurthuisplan.

De voorzitter:
Van de SP.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Van de SP, zeker. Het is uitgereikt tijdens dit debat. Ik heb er ook al wat over mogen lezen in de media, zoals ook ons initiatief al in de media bekend werd gemaakt. Ik ga het heel goed bekijken, maar mijn eerste indruk is dat het er goed uitziet.

Mevrouw Kooiman (SP):
Dat is altijd lief om te horen, heel erg leuk. Is het misschien een idee om de minister te vragen om te kijken waar er in de praktijk hobbels zijn? Zo gaf de VVD-fractie ook al aan dat er in de praktijk best wel mensen zijn die die initiatieven willen nemen, maar dat het heel erg lastig blijkt te zijn. Kunnen we de minister vragen om goed te kijken hoe we dat kunnen overwinnen?

De voorzitter:
Dat had u ook gevraagd aan de minister. U vraagt het nog een keer.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik heb een brede portefeuille; gisteren heb ik het WGO Wonen gehad. Daarbij heb ik aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gevraagd om de knelpunten in wet- en regelgeving in kaart te brengen. Dat is uiteindelijk ook in een motie terechtgekomen. Ik vind dat dat heel erg hard nodig is, want er zijn nu inderdaad veel mensen die een initiatief willen nemen, maar die niet door de procedures heen komen en die moeilijk contact krijgen met ontwikkelaars en gemeenten. Dat is zeker iets wat moet gebeuren.

De voorzitter:
Dus jullie zijn het eens.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Voorzitter, mijn allerlaatste zin. Ik denk dat dat ons ook bindt: het is belangrijk dat we niet alleen kijken naar particuliere initiatieven maar dat ook de woningcorporaties in beweging komen. Ook dat heeft een plek gekregen in die motie. Dus ik denk dat die ook op de steun van de SP kan rekenen.

Meer informatie

« Terug