Bijdrage Eppo Bruins aan het plenair debat over de Europese top d.d. 14-15 december 2017

woensdag 13 december 2017

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Eppo Bruins aan een plenair debat met minister-president Mark RutteKamerstuknr.  21 501 – 20

De heer Bruins (ChristenUnie):
Voorzitter. Voor de ChristenUnie is een verenigde staten van Europa, waar Schulz van droomt, geen lonkend perspectief, vooral niet als je kijkt naar hoe het nu in de Unie gaat. De meeste Europese burgers zitten er niet op te wachten. Met zo'n koers wakker je de scepsis over Europa verder aan en druk je de kiezer naar de politieke flanken. De ChristenUnie is dan ook tevreden met de Nederlandse koers die dit kabinet gekozen heeft ten aanzien van de Europese Unie: constructief, gericht op samenwerking, maar ook realistisch. Laten we bijvoorbeeld, als het gaat om de stabiliteit van de euro, eerst maar eens bestaande begrotingsregels echt handhaven en ervoor zorgen dat banken en investeerders zichzelf redden zodra de hoezeestemming over de economie omslaat en de volgende bankencrisis zich aandient. Laten we geen nieuwe instituties bedenken voordat Europa, en met name de EMU, gezond functioneert.

De heer Baudet (FvD):
Ik hoor hier gezegd worden dat de ChristenUnie geen voorstander is van een verenigde staten van Europa. Stel nou dat iemand zou kunnen bewijzen, of overtuigend duidelijk zou kunnen maken, dat een verenigde staten van Europa een onvermijdelijk eindstation is van de EU-trein, zou de ChristenUnie dan met ons en met de PVV voor uittreding uit de Europese Unie zijn? Het is dus een "stelvraag". Stel dat dit zou kunnen worden bewezen, zou hij dan voor een nexit zijn?

De heer Bruins (ChristenUnie):
Met mensen als Juncker, Macron, Schulz en Angela Merkel is die trein eigenlijk al gaande. Van de koers die deze staatslieden in buurlanden kiezen, is de ChristenUnie geen voorstander. Tegelijkertijd willen wij ervoor knokken om vanuit ons land met het belangrijke begrip "subsidiariteit" ervoor te zorgen dat wij invloed op Europa uitoefenen, zodat de trein niet die kant op gaat. Daarvoor moeten we er toch echt in blijven op dit moment.

De heer Baudet (FvD):
Heel goed, maar dat is mijn vraag niet, hè? Mijn vraag is: stel dat iemand overtuigend zou kunnen beargumenteren dat de Europese Unie onvermijdelijk tot een federale staat voert, zou de heer Bruins dan voorstander zijn van uittreden?

De heer Bruins (ChristenUnie):
Zolang wij als parlement soeverein zijn, is dat niet overtuigend te beargumenteren.

De heer Baudet (FvD):
Dat is niet mijn vraag. Mijn vraag is een ja-neevraag. Er kan ja of nee op geantwoord worden. Elk ander woord is een vermijding van de vraag. Het is dus of ja, of nee. Dat zijn de enige twee opties bij deze vraag. Het spijt me. Het is een gesloten vraag: ja of nee?

De heer Bruins (ChristenUnie):
Stel-danvragen zijn altijd enorm mooi op studentensociëteiten en bij filosofieclubs, maar ik houd me graag aan de politiek. Ik ga dan niet op stel-danvragen in, maar ik ga graag een keer een kop koffie met de heer Baudet drinken om over dit soort scenario's na te denken.

De heer Tony van Dijck (PVV):
Ik kan me herinneren dat ik in het verleden redelijk op dezelfde lijn zat met Carola Schouten. Ik ben blij dat de ChristenUnie deel uitmaakt van dit kabinet. Alle hoop is nu op de ChristenUnie gevestigd om straks in Europa aan de handrem te trekken en de trein niet door te laten denderen richting de afgrond en de verenigde staten van Europa. Wat voor opdracht geeft u als ChristenUnie uw premier mee over wat hij aanstaande vrijdag moet zeggen in Europa?

De heer Bruins (ChristenUnie):
Heel fijn dat de heer Van Dijck mij in de gelegenheid stelt om duidelijk te maken wat ik de minister-president wil meegeven. Dat is in feite de kern van mijn bijdrage, die ik hoop in vijf minuten duidelijk te kunnen maken. Ik dank u voor de eer dat alle hoop van de PVV is gevestigd op de ChristenUnie. Dat is wel een enorme last op onze schouders. Ja, wij zijn er om aan de handrem te trekken als de trein de kant op gaat van een verenigde staten van Europa. Ik heb zojuist de bijdrage van de heer Van Dijck gehoord. Delen van zijn analyse deel ik ook zeker. Ik heb er wel echt moeite mee wanneer we in dit huis woorden als "knoflooklanden" en "onteigening van ons land" gaan gebruiken, of wanneer de ambtsgenoten van de heer Baudet, zoals ik, worden uitgemaakt voor "gekken". Sorry, maar dan kan ik niet aan uw kant staan in deze discussie. Inhoudelijk zouden we zo ontzettend veel verder kunnen komen als we hier de juiste woorden kiezen.

De heer Tony van Dijck (PVV):
We zitten hier voor de inhoud en niet voor de semantiek.

De heer Bruins (ChristenUnie):
Dat is precies wat ik probeer duidelijk te maken.

De heer Tony van Dijck (PVV):
Ik neem aan dat u kiest voor wat het beste is voor Nederland en voor de Nederlandse burgers en dat niet laat afhangen van de semantiek, want dat laatste verdienen de burgers van Nederland niet. Ze verdienen een volksvertegenwoordiger die iedereen vertegenwoordigt, ongeacht de semantiek en puur op inhoud. Als u als vertegenwoordiger van de ChristenUnie zegt dat u het helemaal met de inhoud van de PVV eens bent, dan geeft u deze minister-president een opdracht mee naar Brussel om niet te kiezen voor verdere uitbreiding van fondsen, leningen en giften richting Zuid-Europese banken en landen. Dat is uw boodschap, want dat is namelijk de transferunie waar we naartoe gaan.

De heer Bruins (ChristenUnie):
Laat ik kort en op een bevredigende manier antwoorden. Met die laatste bijzin, met alles na die laatste komma van de heer Van Dijck stem ik in. Dat zal inderdaad mijn boodschap aan de minister-president zijn.

De voorzitter:
Oké. Dan stel ik voor dat u die boodschap verder met ons deelt, want u zei dat u nog heel veel te melden heeft.

De heer Bruins (ChristenUnie):
Zeker.

Voorzitter. Terwijl de economische hoogconjunctuur de lidstaten in slaap lijkt te sussen en de broodnodige hervormingen in een aantal lidstaten uitblijven, gaat Draghi onverdroten voort met zijn "what ever it takes"-beleid, weliswaar in een lagere versnelling maar nog altijd met 30 miljard per maand. DNB-president Klaas Knot ziet het gat in de dijk en heeft zijn vinger er ingestoken door te pleiten voor een totale afbouw van het opkoopprogramma. Mijn vraag aan de minister-president is: houdt hij de vinger van Klaas Knot vast? De vraag is natuurlijk ook hoe je deze ongekende monetaire verruiming schadevrij afbouwt, hoe je de balansrisico's beheerst en hoe ondanks het twijfelachtige monetaire beleid dat werkt als een soort slaappil voor landen die achterblijven, de broodnodige hervormingen in Frankrijk en Italië worden doorgevoerd? Graag een reactie.

Dan de toekomst van de EMU en het reflectiepaper. Laat ik allereerst stellen dat de lijn van het regeerakkoord in dezen en van de brief van de bewindslieden van Financiën en BuZa mijn fractie aanspreekt maar dat genoemde brief soms wat omfloerst is geformuleerd. Want hoezo onvoldoende convergentie tussen lidstaten? Waarom niet gewoon erkennen dat sinds de komst van de euro divergentie is opgetreden? Enfin, wat mij zorgen baart, is dat de goede lijn van het kabinet allerminst common sense is in de eurozone. Bovendien zit er meer dan een streepje licht tussen het reflectiepaper van de Europese Commissie en de inzet van dit kabinet. Hoe taxeert de minister-president dit? Hoe kansrijk acht hij zich om de kabinetsinzet te verwezenlijken? Heeft hij genoeg bondgenoten en lukt het hem om de Frans-Duitse as zijn kant uit te laten bewegen?

De ChristenUnie ziet een kans in het bieden van eurorealistisch tegenwicht, zo zeg ik tegen de heer Van Dijck en tegen de minister-president, met landen zoals Finland, Zweden en Oostenrijk. Zijn dat niet de partners waarmee we een alternatief plan voor een realistische Europese toekomst moeten smeden? Eentje die niet alleen gestoeld is op denkbeelden van politici maar ook op draagvlak bij de burger. Ik bind wellicht ten overvloede de minister-president nog eens op het hart dit ook 14 en 15 december tijdens de eurotop de volgorde te laten zijn van zijn inzet: eerst je houden aan oude afspraken en als lidstaat het eigen huis op orde brengen en pas daarna nieuwe afspraken.

Voorzitter. Over de brexit is al een heleboel gezegd. Ik wil de minister-president graag vragen wat de huidige situatie hieromtrent betekent voor onze tuinders in het Westland en voor onze vissers. De visserij wordt een van de grote strijdpunten in het komende jaar. Is de minister-president er klaar voor om op te komen voor onze vissers en voor de landbouwsector als geheel en onze maakindustrie?

Dan kom ik op het migratiebeleid. Het voorstel van Raadspresident Tusk is al genoemd. Heeft de premier een alternatief en wat denkt hij van de mogelijkheid om te korten op de subsidies voor landen die niet willen bijdragen aan de verdeling van lasten op het punt van migratie?

Ten aanzien van Libië sluit ik mij aan bij de vragen die de heer Van Ojik daarover heeft gesteld aan de minister-president. Voorzitter. Over het Europees Defensiefonds heeft de ChristenUnie ook zorgen: over de kansen voor onze eigen industrie, maar ook over de plannen voor de financiering van dit fonds in de toekomst. Hoe denkt de premier hierover? We horen dat het Europees Parlement een resolutie aangenomen heeft om een permanent geïntegreerd Europees leger te vormen. Komt dat idee bij de komende top op tafel? Hoe zal de premier dan daarop reageren?

Voorzitter. Ik sluit af met de Europese sociale top van bijna een maand geleden. Ik sluit me aan bij de vragen van de heer Verhoeven over de sociale top, met nog één vraag daarbij. Nederland wil een eerlijke en diepere interne markt met gelijk loon voor gelijk werk als uitgangspunt. Wat wordt er eigenlijk bedoeld met een "diepere interne markt"?

Voorzitter. De ChristenUnie hecht zeer aan het principe van subsidiariteit. In dat licht zou ik willen weten welke gevolgen de uitkomsten van de sociale top hebben voor het kabinetsbeleid en voor de houding van de premier op de komende top.

Dank u wel.

Meer informatie

« Terug