Bijdrage Eppo Bruins aan het VAO Armoede- en schuldenbeleid (AO d.d. 14/02)

woensdag 06 maart 2019

Bijdrage Eppo Bruins aan een voortgezet algemeen overleg met staatssecretaris van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Kamerstuknr. 24 515

De heer Bruins (ChristenUnie):
Voorzitter, dank u wel. Ik dank de staatssecretaris voor de beantwoording bij het debat dat we gehad hebben. We hebben in dat debat onder andere geconstateerd dat de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet een aanzienlijke vertraging heeft opgelopen. We betreuren dat als ChristenUnie zeer. Ik wilde vandaag nog vragen of de staatssecretaris kan bevestigen dat de vertraging louter uitvoeringstechnisch is. Kunnen we in de brief die binnenkort gaat komen, dan ook lezen dat bij dwangverrekening van toeslagen en periodieke inkomsten de beslagvrije voet vooraf toegepast kan worden en dat dit zo spoedig mogelijk zal ingaan? Zo ja, wanneer dan? Er zou wellicht naar gestreefd kunnen worden om dat met ingang van volgend jaar in te laten gaan. Graag nog die verduidelijking.

Dan heb ik één motie. Die gaat over de evaluatie van de zogeheten Klijnsmagelden. Die zijn eerder geëvalueerd. Toen werd er gezegd: ze komen nog niet allemaal op de goede plek; er zijn opstartproblemen. Ik denk dat er inmiddels genoeg tijd overheen is gegaan om gemeenten de kans te geven die gelden goed te besteden. Daarom zou ik graag, sneller dan nu gepland, een volgende tussenevaluatie willen zien. Vandaar deze motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit de eerste evaluatie van de bestuurlijke afspraken tussen SZW en VNG over kinderen in armoede blijkt dat gemeenten de doelmatigheid van het beleid niet goed in kaart hebben;

constaterende dat de betreffende evaluatie zich alleen richtte op 2017 en het vooralsnog verder onvoldoende inzichtelijk is wat het bereik en de impact is van het gevoerde beleid aangaande de bestrijding van armoede onder kinderen;

overwegende dat de eindevaluatie pas in 2021 zal volgen, terwijl het mogelijk wenselijk is om eerder bij te sturen om te zorgen dat zo veel mogelijk kinderen in armoede daadwerkelijk bereikt worden;

verzoekt de regering een tweede tussenevaluatie te doen naar de mate waarin gemeentelijk budget ter bestrijding van armoede onder kinderen in 2018 en 2019 deze kinderen heeft bereikt, wat de impact hiervan was en de Kamer hier begin 2020 over te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Bruins, De Lange, Raemakers, Peters en Gijs van Dijk.

Zij krijgt nr. 479 (24515).

Meer informatie

« Terug