Bijdrage Carla Dik-Faber aan het plenair debat over insectensterfte

donderdag 14 maart 2019

Bijdrage Carla Dik-Faber aan een plenair debat met minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Kamerstuknr. 33576

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. Juist in de natuur herkennen we de grootsheid van Gods schepping. Of het nu gaat om kolossale bomen of om kleine insecten, de natuur heeft intrinsieke waarde. We hebben de prachtige opdracht gekregen om voor die schepping zorg te dragen. Helaas schieten we daarin schromelijk tekort. Milieuvervuiling en economische activiteiten tasten de natuur aan, en de soortenrijkdom in ons land staat onder druk. Als we de natuur geweld aandoen, schaden we onze leefomgeving en daarmee ook onszelf. Als insectenpopulaties afnemen, raakt dat ook onze voedselproductie. Denk aan het bestuiven van gewassen en het bodemleven. Het is daarom zeer belangrijk het tij te keren.

Ik vind het goed om te zien dat er nu een breed gedragen Deltaplan Biodiversiteit ligt. Waar in het politieke en het maatschappelijke debat lang de tegenstellingen tussen natuur en landbouw zijn uitvergroot, laten maatschappelijke organisaties hier zien dat ze bruggen willen slaan. Samen willen ze de schouders zetten onder herstel van de soortenrijkdom in ons land. Daarnaast ligt er ook een opgave in de openbare ruimte.

De minister legt in haar reactie op het plan nadrukkelijk een koppeling met de uitwerking van de visie op kringlooplandbouw. En inderdaad, het is goed dat er in deze visie ook veel aandacht is voor herstel van de soortenrijkdom, zoals insectenpopulaties. "Kringlooplandbouw", staat in de visie, "houdt rekening met de grenzen van het ecosysteem". Ik zou zelf willen zeggen: zou eigenlijk onderdeel moeten zijn van het ecosysteem. Het gaat om een zorgvuldig gebruik van natuurlijke hulpbronnen, een duurzaam bodembeheer en het minimaliseren van emissies door meststof en gewasbescherming.

Boeren beheren een groot deel van ons landschap, en herstel van de biodiversiteit kunnen we dan ook alleen samen met hen realiseren. Ik zie onder boeren een groeiend bewustzijn, bijvoorbeeld als het gaat om bodembeheer. Deze aandacht voor biodiversiteit kan echter niet van de grond komen zonder ook een goed verdienmodel voor de boeren. Daarom ben ik ook blij dat in het regeerakkoord daarover afspraken zijn gemaakt. Wij willen dat boeren een betere positie krijgen in de keten en dat ze beloond worden voor maatschappelijke prestaties.

Voorzitter. Op de agenda staat een rapport van Wageningen Universiteit. Een van de conclusies is dat weliswaar bijna alle wetenschappers het erover eens zijn dat insectenpopulaties afnemen, maar dat we feitelijk niet precies weten hoe slecht het met de insectenpopulaties in Nederland nu gaat. Er zijn nog veel kennishiaten, onder andere omdat er geen goed netwerk voor monitoring is. Wanneer komt de minister met voorstellen hiervoor? Heeft zij voldoende middelen hiervoor beschikbaar?

Het is belangrijk dat verder onderzoek hand in hand gaat met concrete maatregelen. We kunnen niet wachten. Op basis van de recentste inzichten moeten herstelstrategieën worden opgesteld en worden uitgeprobeerd in pilots voor verschillende gebiedstypen. Dat is een van de aanbevelingen. Neemt de minister deze aanbeveling over?

De minister heeft verder aangegeven verder aan de slag te gaan met de herziening van het mestbeleid. Mijn vraag is: is herstel van biodiversiteit daar ook een onderdeel van? Als het gaat om het verminderen van de emissies uit de glastuinbouw worden grote stappen gezet, en dat is prijzenswaardig. Tegelijkertijd is er veel discussie over de toelating van gewasbeschermingsmiddelen. EFSA en Ctgb zouden hierin leidend moeten zijn, waarbij er ook een beweging wordt gemaakt naar de trits preventie, natuurlijke middelen en in laatste instantie chemische middelen.

Voorzitter. Weten we hoe Nederland presteert ten opzichte van landen als Duitsland en Denemarken? Zou de minister dit in kaart willen brengen?

Om de doelen van de Kaderrichtlijn Water te halen, ook belangrijk voor de biodiversiteit, is het belangrijk dat de ministeries van LNV, IenW en VWS samen aan de slag gaan en hun beleid goed op elkaar afstemmen. Gebeurt dit voldoende, vraag ik de minister. Zijn andere ministeries ook gecommitteerd aan het Deltaplan Biodiversiteit?

Ik rond af. Een klein, maar naar mijn mening wel belangrijk punt, waarover we binnenkort nog gaan spreken in een algemeen overleg, is het pachtbeleid. Veel gronden worden in pacht uitgegeven, ook door kerken bijvoorbeeld. Pachtprijzen zouden reëel moeten zijn en pachtcontracten zouden langjarig moeten zijn, maar we weten dat dat niet altijd zo is, laat staan dat er ruimte is voor boeren om te investeren in biodiversiteit. Mijn vraag aan de minister is of zij dit wil meenemen in haar pachtbrief. Ik weet dat morgen bij de kerk in Reduzum een contract wordt getekend tussen de kerk en een aantal boeren in het gebied voor agrarisch natuurbeheer, en ik vind dat een hele mooie ontwikkeling. Ik zou daar graag veel meer van zien.

Dank u wel.

De heer De Groot (D66):
Mevrouw Faber begon haar verhaal met: milieuvervuiling en economische activiteiten leiden tot vermindering van biodiversiteit. Een van die economische activiteiten is de landbouw. Is mevrouw Dik-Faber het met D66 eens dat de landbouw een medeveroorzaker is van de teruggang in biodiversiteit?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Volgens mij zijn de conclusies van het rapport van de Wageningen Universiteit daar ook heel helder over. De biodiversiteit neemt af. De landbouw is inderdaad een belangrijke oorzaak daarvan. Ik deel die conclusie. Tegelijkertijd ben ik heel blij met het Deltaplan Biodiversiteit, waarbij ook boeren aan tafel zaten, in ieder geval hun vertegenwoordigers, om dat herstel in gang te zetten. De landbouw wordt aangesproken, maar volgens mij pakt de landbouw de handschoen op. Dat vind ik een goede ontwikkeling.

De heer De Groot (D66):
Dank voor het antwoord, helemaal eens. Is de ChristenUnie dan ook bereid om mee te denken en mee te werken aan kleine stappen die wel degelijk grote invloed hebben om toch af en toe ook vanuit deze zaal die ontwikkeling naar meer biodiversiteit te helpen?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ja, natuurlijk ben ik graag om vanuit deze zaal mee te denken en te kijken hoe we hierin stappen kunnen zetten. Tegelijkertijd kunnen we het niet vanuit deze zaal opleggen aan boeren, als we dat niet samen met hen doen, als de boeren daar niet een perspectief in krijgen, weten wat ze moeten doen en daar een eerlijke prijs voor krijgen. Dat is steeds het dilemma waar we tegen aanlopen. Dus ja, we gaan stappen zetten. Ja, ik vind dat we vanuit deze zaal daar ook een verantwoordelijkheid in hebben. Maar ik wil dat wel samen met de boeren doen.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Dik-Faber.

Meer informatie

« Terug