Bijdrage Carla Dik-Faber aan het debat over de uitspraak van de Raad van State over het Programma Aanpak Stikstof

donderdag 20 juni 2019

Bijdrage Carla Dik-Faber aan een plenair debat met minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en minister van Nieuwenhuizen Wijbenga van Infrastructuur en Waterstaat

Kamerstuknr. 32670

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. De stevige uitspraak van de Raad van State over het Programma Aanpak Stikstof heeft forse consequenties én roept veel vragen op. Maar de uitspraak vraagt allereerst om een reflectie.

De ChristenUnie zet zich in voor een land waar we goed zorgen voor de schepping, die we willen doorgeven aan volgende generaties. Dat doen wij vanuit onze allerdiepste overtuiging dat we rentmeester zijn, dat wij een aarde te leen hebben gekregen, dat de zorg voor de schepping ons is toevertrouwd en dat we mogen leven van de rente van de schepping. De schepping geeft ons genoeg om van te leven, van te genieten en van te delen. Niet voor niets predikt de Bijbel rust met een rustjaar, een sabbatsjaar, waarin het land en de akkers tot rust kunnen komen. En na zeven keer zeven jaar is er dan een jubeljaar, waarin herstel van rechtvaardige verhoudingen kan plaatsvinden. Die rust is in onze maatschappij ver te zoeken.

Ons systeem en onze moraal lijken gestempeld door de honger naar altijd meer. We leven op de ecologische pof. We produceren en consumeren alsof economische groei een doel in zichzelf is. Alsof alleen ons eigen leven en onze eigen rijkdom ertoe doen. De oproep van de minister tot een fundamentele herbezinning op hoe we met de schaarse stikstofruimte in ons land om willen gaan en hoe we in dit verband natuur wegen ten opzichte van andere maatschappelijke en economische functies, is mijn fractie dan ook uit het hart gegrepen. Hoe gaat het kabinet deze fundamentele herbezinning vormgeven, vraag ik de ministers.

Voorzitter. Tegelijk zien we ook de urgente opgave op de korte termijn. De uitspraak van de Raad van State raakt alle sectoren: veiligheid, infrastructuur, woningbouw, stedelijke ontwikkeling, ontwikkeling in het landelijk gebied en ook de energietransitie. Gisteren kregen we van de minister een eerste indicatie van projecten die in de knel kunnen komen. Dat overzicht geeft helaas nog weinig duidelijkheid. Wel is maar al te duidelijk dat stikstofruimte schaars is, dat daarin dus keuzes moeten worden gemaakt. Er dreigt dus een slag om de schaarste. Daarom is een goede afstemming belangrijk om te voorkomen dat er een onevenwichtige situatie tussen economische sectoren of belangen ontstaat.

Wat de ChristenUnie betreft is dat een gezamenlijke opgave. We zullen onszelf ook de vraag moeten stellen waar het minder kan, om ruimte te creëren voor de zaken die echt noodzakelijk zijn. Is de minister het met de ChristenUnie eens dat er op kort termijn geen sprake kan zijn van prioritaire gebieden zolang het totaalbeeld niet scherp is en een oplossingsrichting ontbreekt? Is de minister het met de ChristenUnie eens dat het dan ook niet voor de hand ligt om besluiten te nemen onder het voorbehoud van een oplossing voor de PAS-problematiek?

De minister schrijft dat er onder meer wordt gewerkt aan de uitgangspunten voor toestemmingsverlening via een individuele passende beoordeling en via een zogenaamde ADC-toets. Hoe wordt hierbij voorkomen dat uiteindelijk de natuur alsnog het kind van de rekening wordt?

Mevrouw Bromet (GroenLinks):
Mevrouw Dik-Faber maakte een interessante opmerking. Ze vraagt aan de minister om even pas op de plaats te maken en geen besluiten tot vergunningverlening te nemen onder het voorbehoud van een oplossing. Geldt dat wat haar betreft ook voor vliegveld Lelystad?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Wat mijn fractie betreft ligt het inderdaad niet voor de hand dat hier nu al besluiten over worden genomen.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):
U weet dat daarmee de geplande openingsdatum naar achteren schuift? Daar bent u zich bewust van, of daar houdt u rekening mee?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Er is een uitspraak van de Raad van State. Dat is een ingrijpende uitspraak. Ik herhaal mijn woorden dat het wat mijn fractie betreft nu niet voor de hand ligt om besluiten te nemen. We willen eerst integraal zien wat deze uitspraak voor gevolgen heeft voor alle sectoren. Op basis van het totaalpakket willen we tot een integrale afweging komen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Fijn dat te horen van de ChristenUniefractie. Ik vroeg me af, zeker gelet op de presentatie van het Rekenkamerrapport vanmiddag, of het dan niet verstandig is om subsidieregelingen voor nieuwe stallen, emissiearme stallen, ook maar even on hold te zetten. We weten namelijk nog niet of die investeringen — een deel doet de overheid en een deel doet de ondernemer zelf — op de lange termijn wel houdbaar zullen zijn. Is de ChristenUnie het met de Partij voor de Dieren eens dat die subsidieregelingen ook beter eventjes op een standstill kunnen komen te staan, totdat we weten wat het integrale plaatje is?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik vind het eerlijk gezegd best lastig om deze vraag te beantwoorden, gewoon om de simpele reden dat ik vanmiddag niet bij de presentatie aanwezig kon zijn en ook nog geen kennis heb kunnen nemen van het rapport vanwege allerlei drukke politieke werkzaamheden. Tegelijkertijd zie ik dat er op dit moment wel subsidies beschikbaar zijn voor nieuwe stalsystemen, die ook kunnen leiden tot emissiereductie. Dat lijkt mij wel een goede zaak. Maar nogmaals, ik moet gewoon nog kennisnemen van het rapport en ik kon niet bij de presentatie zijn.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Dat kan ik me voorstellen. Ik zal het even kort samenvatten. We zijn vaak te optimistisch over de emissiereducerende maatregelen, vergeleken met wat die daadwerkelijk doen. Dat was de boodschap van de Rekenkamer aan de politiek. Dus misschien is het goed als we deze vragen dan gewoon aan het kabinet stellen en vragen hoe het kabinet in het licht van onder andere het Rekenkamerrapport, maar vooral in het licht van deze uitspraak, kijkt naar de wenselijkheid om die subsidies nu door te zetten. Want ook de ondernemer investeert dan. Misschien beter even van niet.

De voorzitter:
En uw vraag is?

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Is mevrouw Dik-Faber bereid om die vraag samen met mij aan het kabinet te stellen? We moeten er wel duidelijkheid over hebben of dat wenselijk is of niet.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Mevrouw Ouwehand heeft heel handig in een interruptie naar mij toe een vraag bij het kabinet neergelegd. Ik denk dat het kabinet daar zo meteen op zal antwoorden.

De voorzitter:
Mevrouw Ouwehand was al over haar spreektijd heen, maar u nog niet, dus gaat u verder.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Voorzitter. De uitspraak van de Raad van State bevestigt ook het belang van bron- en herstelmaatregelen en stikstof- en natuurmonitoring. Welke actie gaat dit kabinet ondernemen en welke kansen ziet dit kabinet? Welke bijdrage kunnen het klimaatakkoord en kringlooplandbouw daaraan leveren?

Voorzitter. Deze uitspraak raakt ook onze boeren. De minister werkt aan een oplossing om op een pragmatische wijze invulling te geven aan de eisen omtrent beweiden en bemesten. Wat is daar het perspectief? Op welke termijn is de oplossing te verwachten?

Voorzitter. Ik rond af. Ik zie uit naar de antwoorden en ik wens dit kabinet ook heel veel wijsheid toe, want ik denk dat dit zeker nodig is in de ingewikkelde situatie waar we nu in zitten.

De heer Weverling (VVD):
Er is een lijstje van 30 tot 40 dijkverzwaringen. Die categorie is aangegeven in de brief van het kabinet. Is dat nou ook iets wat op de lange baan geschoven moet worden?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik heb de woorden "op de lange baan schuiven" volgens mij niet in de mond genomen. Ik heb gezegd dat mijn fractie het heel erg belangrijk vindt om integraal een afweging te kunnen maken. Het is vanavond natuurlijk heel erg verleidelijk om te zeggen: we vinden de dijkveiligheid belangrijk; die moet voorgaan. Maar als we dat doen, betekent dat iets voor het segment wonen, voor het segment infrastructuur en voor onze landbouw. Laten we dat dus niet doen, hoe groot de verleiding ook is. Ik denk dat dan alle politieke partijen met hun eigen punten naar voren komen. Ik denk dat het belangrijk is dat we nu het kabinet de ruimte geven om in kaart te brengen wat precies de gevolgen zijn, zodat we, als we alles op tafel hebben, integraal een afweging kunnen maken. We moeten niet vooruitlopend daarop al besluiten nemen.

Meer informatie

« Terug