Bijdrage Eppo Bruins aan het algemeen overleg Luchtvaart

donderdag 25 april 2019

Bijdrage Eppo Bruins aan een algemeen overleg met minister Nieuwenhuizen Wijbenga van Infrastructuur en Waterstaat

Kamerstuknr. 31936

De heer Bruins (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik wil beginnen met een pluim voor de civiele en militaire luchtverkeersleiders. Het proces van luchtruimherziening ligt op schema en vanaf 2021 kan er al gebruik worden gemaakt van hogere routes in Oost-Nederland. Vorige week sprak ik nog met mensen van de NVNL. Ik heb geconstateerd dat de sfeer van «wil niet» of «kan niet» van een paar jaar geleden echt is verdwenen. Onze Koninklijke Luchtmacht zet een historische stap door in te stemmen met flexible use of air space. Complimenten dus voor deze Minister en voor de Staatssecretaris van Defensie op dit punt. Kan de Minister toelichten wat er vanaf 2021 concreet verbetert voor de omwonenden in vergelijking met de situatie waarmee we tot vorige week nog rekening hielden?

Voorzitter. Hoog vliegen is mooi, maar nog beter is het natuurlijk om helemaal niet te vliegen boven of rond de Veluwe of andere mooie gebieden in het oosten van ons land. Het is daarom goed dat de Minister ook formeel de zogeheten non-interferentie-eis loslaat, in lijn met het verzoek dat ik eerder deed. Er zal dan vaker en efficiënter gebruikgemaakt kunnen worden van het luchtruim boven het IJsselmeer. Ik heb daarbij nog een extra suggestie. Voor bestemmingen richting het zuiden via sector 3, zoals Spanje en Portugal, kunnen vliegtuigen vanaf Lelystad prima linksom geleid worden via sector 4 – dat heet ook wel de Londen-route – via het IJsselmeer. Ik realiseer me, en dat is eerder ter sprake gekomen, dat de Londenroute al heel erg vol zit. Dat is precies het probleem: we vliegen te vaak en we zouden vaker met de trein moeten met z’n allen. Spanje en Portugal bereiken via de bocht linksom over de Noordzee in plaats van rechtsom langs de Veluwe kost geen extra tijd, geen extra brandstof en zou de bewoners in Gelderland en Overijssel extra ontlasten. Wil de Minister de techneuten naar die optie laten kijken? Juist dan kan het loslaten van de non-interferentie-eis grote winst betekenen voor omwonenden.

De voorzitter:

Dat leidt tot een interruptie van de heer Van Raan.

De heer Van Raan (PvdD):

Het is bewonderenswaardig dat de ChristenUnie aan het meebreien is om Lelystad toch vooral maar open te krijgen, maar ik vroeg me wel af of de ChristenUnie niet benieuwd is ten koste waarvan de eis die eerst een harde eis was, namelijk die non-interferentie-eis, aan de kant is gezet. Waarom had dat niet eerder gekund? Is de ChristenUnie daar niet benieuwd naar?

De heer Bruins (ChristenUnie):

In november jongstleden realiseerde ik me tijdens een technische briefing met de luchtverkeersleiders voor het eerst dat de non-interferentie-eis een politieke keuze is geweest uit 2008. Tijdens die briefing heb ik meteen gevraagd wat er mogelijk is als je die politieke keuze loslaat. Daar hebben we toen uitgebreid over gepraat. Een van de mogelijkheden is dat je inderdaad alles wat er boven het IJsselmeer gebeurt efficiënter gebruikt qua luchtruim. Het lijkt erop dat daar nu een stap gezet is. Mijn vraag of de Minister concreet kan toelichten wat er kan verbeteren dient juist om erachter te komen wat dit nu betekent.

De voorzitter:

Een korte vervolgvraag van de heer Van Raan.

De heer Van Raan (PvdD):

Als het een politieke keus geweest is, zou het op z’n minst netjes geweest zijn om die politieke keus weer te bespreken als je hem laat vallen. Maar achter die politieke keus zat ook een veiligheidsaspect. Moet dat veilig-heidsaspect niet worden bekeken? Is de heer Bruins dat met mij eens?

De heer Bruins (ChristenUnie):

Deze Minister zegt altijd: veiligheid op 1, 2 en 3. Zo hoort het ook in de luchtvaart. Ik ga ervan uit dat dit alleen gebeurt in de context van absolute veiligheid als prioriteit nummer 1 en dat dit dus de randvoorwaarde zal zijn waaronder dit gebeurt. Dat kan de Minister zelf verder toelichten, neem ik aan. De voorzitter: Mevrouw Kröger wil ook interrumperen, zag ik. Mevrouw Kröger (GroenLinks): Veiligheid op 1, 2 en 3 en het zou een politieke keuze zijn: Schipholverkeer krijgt voorrang omdat dat economisch van groter belang is of iets dergelijks. Ik denk dat de vraag eigenlijk is: hoe kijkt een OVV naar deze additionele complexiteit in het luchtruim? Ik hoop echt dat de heer Bruins mijn oproep steunt om de Minister te vragen om de OVV om advies te vragen op dit punt.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Ik weet dat de OVV goed kijkt naar Schiphol en alles wat er de komende anderhalf of twee jaar nog moet gebeuren. Dit is een hele reële vraag. Je kunt deze eis alleen maar loslaten als het geen gevolgen heeft voor de veiligheid. Veiligheid moet altijd vooropstaan. Het is dus heel logisch te vragen hoe de OVV hierin staat. De voorzitter: Een korte vervolgvraag.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Ik ben heel blij dat de heer Bruins dat verzoek ondersteunt. Ik denk wel dat dan de logische consequentie is dat je eerst de veiligheid geborgd wil hebben en daarover een advies wil, voordat we nu besluiten nemen over hoe de routes gaan lopen. De voorzitter: En u wil weten of de heer Bruins dat ook denkt.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Of hij het met mij eens is.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Het lijkt me een hele goede vraag aan de Minister. Hoe ziet zij dat proces voor zich? Inderdaad, veiligheid hoort altijd voorop te staan en het proces hoort ook te laten zien dat dat zo is.

De voorzitter:

Oké. De heer Van Raan? Zijn vraag is beantwoord. De heer Bruins vervolgt zijn betoog.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Mijn tweede technische vraag. Met het loslaten van de non-interferentie-eis kunnen nagenoeg alle vliegtuigen ongehinderd doorstijgen, schrijft de Minister. Maar geldt dit niet alleen voor de beginperiode, zolang het aantal vliegbewegingen vanaf Lelystad beperkt is tot een handvol per dag? Kan dit ongehinderd doorstijgen ook worden volgehouden wanneer het aantal vliegbewegingen groeit naar het geprojecteerde aantal van 45.000?

De derde en laatste technische vraag. Nu de non-interferentie-eis wordt losgelaten en het militaire luchtruim flexibel kan worden gebruikt, is de B-plusroute niet per se de beste oplossing, want die was de beste oplossing binnen de gegeven randvoorwaarden. Kan de Minister, met het risico op herhaling, de uitspraak van de LVNL nogmaals bevestigen dat alles openligt wanneer de luchtruimherziening is doorgevoerd en dat er dan opnieuw gekeken gaat worden naar wat binnen het herziene luchtruim de optimale routeset voor Lelystad is?

De voorzitter:

De heer Laçin heeft een interruptie.

De heer Laçin (SP):

Nu we het toch hebben over voorwaarden die worden losgelaten door de Minister, heb ik er ook nog wel een. In de Verkeersverdelingsregel laat de Minister het punt los dat er geen autonome groei kan plaatsvinden op Lelystad. Nu weten we dat de ChristenUnie mijn motie van december heeft gesteund om geen autonome groei op Lelystad Airport toe te staan. Staat de ChristenUnie nog steeds achter de beslissing om geen autonome groei toe te laten op Lelystad Airport?

De voorzitter:

Ik heb even een aarzeling. Gisteren was ik aanwezig bij de procedurever-gadering en daaruit bleek dat de VVR apart behandeld zou worden. Ik kijk even naar de heer Bruins en de rest van de commissie. U heeft er geen problemen mee, zie ik. Dan kan u antwoord geven.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Ik zal op z’n minst de eerste helft van de interruptie beantwoorden; dat is wel fair tegenover de heer Laçin. De ChristenUnie heeft altijd drie voorwaarden gesteld – nu al bijna twee jaar. De berekeningen moeten kloppen, we moeten van die laagvliegroutes af – daar willen we zekerheid over hebben – en Lelystad is overloopluchthaven voor Schiphol, dus geen ongebreidelde groei van vakantieverkeer. Ik heb het vaker gezegd: voor mij is nog steeds onduidelijk hoe de Minister de eis van Brussel, dus een vrije toegang op Lelystad en Schiphol, en de eis van de Kamer, namelijk het verplaatsen van bestaande vluchten van Schiphol naar Lelystad – zie de motie-Laçin, die is aangenomen door de Kamer – bij elkaar gaat krijgen. Dat zie ik nog niet. Er is echt een goed verhaal nodig om mij te overtuigen.

De voorzitter:

De heer Laçin heeft een korte vervolgvraag.

De heer Laçin (SP):

Ja, heel kort, voorzitter. Staat de ChristenUnie nog steeds achter de voorwaarde dat er geen autonome groei mag plaatsvinden op Lelystad Airport? Dat is volgens mij een hele korte vraag.

De heer Bruins (ChristenUnie):

We hebben de motie gesteund.

De voorzitter:

De heer Van Raan heeft een interruptie.

De heer Van Raan (PvdD):

Ja, dat is ook meteen de laatste.

De voorzitter:

Zo tel ik ook.

De heer Van Raan (PvdD):

Heel goed, voorzitter. De ChristenUnie zegt dat er drie randvoorwaarden zijn. Een ervan is dat de berekeningen moeten kloppen. Ik begrijp dat er aan twee van de drie voldaan is. Alleen de autonome groei, de VVR, wacht nog op goedkeuring. Mocht het zo dat er fouten worden aangetroffen in de berekeningen, vervalt het kruisje dan dat erachter is gezet door de ChristenUnie? Of blijft dat gewoon staan?

De heer Bruins (ChristenUnie):

Het is niet zo dat ik een lijstje afvink en zeg: er is aan voorwaarde 1, 2 en 3 al dan niet voldaan. Ik wacht totdat alle informatie compleet is. Op dit moment is er een heleboel gaande. Het duurt zeker nog weken en misschien wel maanden voordat alle informatie er is. Dan gaan we kijken of aan alle voorwaarden is voldaan. Dat is het moment dat de ChristenUnie klaar is om zich te buigen over de besluitvorming.

De voorzitter:

Een korte reactie of een vraag.

De heer Van Raan (PvdD):

Dat lijkt me een fair uitgangspunt. Sluit de ChristenUnie op dit moment uit dat er nog fouten zitten in berekeningen, in plannen of anderszins?

De heer Bruins (ChristenUnie):

Dat vraagt u aan iemand die 22 jaar in de wetenschap heeft gezeten. Een wetenschapper zal altijd zeggen: ik kan niks uitsluiten. Ik weet niet of een politicus dat ook kan zeggen, maar als wetenschapper zeg ik dat zeker. Ik kan helemaal niks uitsluiten.

De voorzitter:

Ik zou u willen vragen uw betoog te vervolgen.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Misschien kan de Minister wel toelichten hoe zij de tijdlijn van de VVR voor zich ziet, nu het van deze agenda af is gehaald.

Voorzitter. Vorige week donderdag stuurde de Minister het projectplan Meten en berekenen van vliegtuiggeluid naar de Kamer. Daarin staat dat er een expertgroep gaat adviseren over de inhoud van het project. Aan deze expertgroep wordt ook deelgenomen door geluidexperts die zijn aangewezen door omwonenden. Welke omwonenden worden hier bedoeld? Hoe kan men zich hiervoor beschikbaar stellen? Hoe kunnen omwonenden een afvaardiging voordragen? Op welke termijn denkt de Minister die expertgroep te vormen?

Voorzitter. Gisteren hadden we een hoorzitting met de heer Alders. Hij zei daar dat we al jaren weten dat er een groot verschil zit tussen de berekeningen en de metingen van geluid en dat dat verschil altijd één kant opgaat, namelijk de verkeerde. De heer Alders was niet verbaasd dat alle veertien meetpunten bij de belevingsvlucht systematisch een hogere meting van geluid gaven dan de berekening. Inmiddels – ik ben er zelf ook ingedoken – zijn de oorzaken van het systematische verschil, kennende het gebruikte model, ook technisch eigenlijk best redelijk te onderbouwen. Kan de Minister in dat licht bevestigen en herhalen dat de berekeningen van de concept-MER Schiphol en de MER Lelystad inderdaad conservatief uitgevoerd zijn en met de meest actuele inzichten uitgevoerd zijn? De voorzitter: Mag ik u vragen tot een afronding te komen?

De heer Bruins (ChristenUnie):

Tot slot. De antwoorden op de vragen over de vijf studies luchtvaart en met name de vragen over het rapport AEOLUS zijn van belang voor dit onderwerp en dus ook voor het herwinnen van vertrouwen in het proces rondom Schiphol en Lelystad. Kan de Minister ons toezeggen dat de antwoorden op deze vragen uiterlijk in het meireces beschikbaar komen? Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel.

Meer informatie

« Terug