Bijdrage Stieneke van der Graaf aan het algemeen overleg Visiebrief mediabeleid

woensdag 11 september 2019 00:00

Bijdrage Stieneke van der Graaf aan een algemeen overleg met minister Slob voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media

Kamerstuknr. 32827

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Voorzitter, dank u wel. De ChristenUnie vindt het van groot belang dat we een sterke publieke omroep hebben. Aan het begin van de zittingsperiode van dit kabinet en iets daarna, de Kamer zelfs al langer, gingen we ervan uit dat dit een periode van rust zou zijn voor de publieke omroep. Maar niets was minder waar, want kort daarna werden we geconfronteerd met een forse daling van de reclame-inkomsten. Het beeld was dat dit een structureel probleem zou blijven. Daar hebben we als Kamer over gesproken. De oproep was om op zoek te gaan naar meer stabiele financiering en om minder afhankelijk te zijn van de schommelingen in die reclame-inkomsten. Dat werd breed gedeeld, hier in de Kamer, maar ook in het brede omroepveld. Dat vormde de aanleiding om aan de slag te gaan met de nieuwe toekomstvisie voor de publieke omroep. Binnen een jaar is de minister erin geslaagd om zijn eerste visiebrief hier neer te leggen. Er komt extra geld beschikbaar. De ChristenUnie heeft hier veel waardering voor. Ik noem dit als aftrap.

Voorzitter. Ik wil een aantal punten uit die visie uitlichten, die voor de ChristenUnie essentieel zijn in de discussie over de publieke omroep. In tijden van nepnieuws, post-truthpolitics en wantrouwen ook tegen de media is het van het grootste belang dat er onafhankelijke en kwalitatief sterke journalistiek en onderzoeksjournalistiek is. Dit is een essentiële kerntaak maar ook verantwoordelijkheid van de publieke omroep. In zijn visiebrief heeft de minister het voornemen geuit dat de wettelijke taak zelfs wordt aangescherpt. De ChristenUnie steunt het voornemen van de minister om met de commerciëlen, de private partijen, waaronder de kranten, en de publieke partijen te onderzoeken of meer samenwerking mogelijk is, zowel op inhoud als op audiovisueel gebied. Ik vraag de minister wanneer hij op het punt van de uitwerking wat meer duidelijkheid kan verwachten.

Voorzitter. De ChristenUnie is blij dat de kern van de publieke omroep, het omroepbestel, in deze toekomstvisie blijf bestaan en wordt versterkt. De ChristenUnie hecht heel grote waarde aan de interne en externe pluriformiteit, die dankzij dit omroepbestel bestaat. Daardoor kan elke geleding in de samenleving — dat geldt ook voor minderheden — een stem krijgen bij die omroep. We gaan ervan uit dat daar bij nieuwe prestatieafspraken ook oog voor is en dat levensbeschouwelijke programmering overeind zal blijven. We zien echter dat nog lang niet alle omroepen een duidelijke identiteit of kleur hebben. Veel omroepen kampen ook met teruglopende ledentallen en slagen er nog maar beperkt in om binding te houden met hun achterban. Wij zien in deze plannen van de minister een toekomst voor ons waarbij de omroepen in de maatschappij steun zoeken bij organisaties en allianties aangaan om maatschappelijke vraagstukken te kunnen agenderen en die via de televisie en online naar ons toe te brengen.

Voorzitter. Ik wil benadrukken dat de ChristenUnie het van belang vindt dat ledenaantallen wel blijven gelden als criterium. Het is namelijk belangrijk dat als je als overheid een omroep publiek financiert, je dat langs een objectieve en concrete maatstaf kunt doen. Ledenaantallen helpen daarbij. De ChristenUnie steunt de richting om verder te kijken naar aanvullende criteria. We zijn wel heel erg benieuwd hoe dat vorm kan krijgen en hoe we daar een objectieve maatstaf in kunnen behouden, zodat we niet vervallen in willekeur. Ik denk dat het goed is dat te benadrukken.

Voorzitter. De minister vindt het ook belangrijk dat omroepen periodiek gaan verantwoorden hoe zij hun identiteit uitdragen in hun media-aanbod. Dat is een richting die de ChristenUnie steunt, maar ik vraag de minister wel hoe hij dat concreet voor zich ziet.

Voorzitter. Die vraag wil ik ook stellen ten aanzien van de buitenproducenten. Hoe kan er worden gezorgd dat met de extra ruimte die er nu voor buitenproducenten komt, omroepen en buitenproducenten elkaar gaan versterken en niet beconcurreren? Dat is een zorg die ik meekrijg en graag wil uiten naar de minister. De ChristenUnie is heel erg blij met de opmerkingen van de minister over de bescherming van minderjarigen. We juichen toe dat we ten aanzien van de reclame al echt een stap gaan zetten. Ik kom daar straks op terug.

De minister …

De voorzitter:
Voordat u verdergaat, heeft mevrouw Sazias een vraag. Mevrouw Sazias, ik zie wel dat u er al twee heeft gesteld.

Mevrouw Sazias (50PLUS):
Ja, maar niet in tweeën.

De voorzitter:
Oké, u kunt uw vraag stellen.

Mevrouw Sazias (50PLUS):
Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
Ik vrees dat dat een precedent schept voor de rest van uw collega's. We gaan het zien.

Mevrouw Sazias (50PLUS):
Ik hoor dat u heel blij bent dat we de jeugd beschermen tegen reclame op de publieke omroep. Maar wat vindt u dan van alle reclame-uitingen op internet, zoals bij die influencers, die vloggen en waarbij we niet zien wat ze aanprijzen en wat niet? En wat vindt u van alle reclames voor casinosites en gokken tussen spelletjes door? Hoe wilt u dat eigenlijk uit elkaar houden?

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Ik vind dat een hele terechte vraag van mevrouw Sazias. Mijn volgende opmerking was er ook op gericht om daarvoor meer bescherming te regelen met de nieuwe Europese richtlijn die er is. De minister schrijft dat hij die ruimte maximaal wil benutten. Ik vraag de minister hier concreet of hij al een beeld heeft welke maatregelen daarvan hij in ieder geval gaat overnemen. Want de zorgen die u heeft, heeft de ChristenUnie ook.

De voorzitter:
Vervolgt u uw betoog.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Het kijkgedrag verschuift van lineair naar online en een on-demandaanbod. Dat zien we ook bij de jongere doelgroep. Het beeld dat jongerenprogramma's zouden verdwijnen van de lineaire zenders is flink naar voren gekomen, ook hier tijdens het debat. Ik vraag de minister of hij die zorg kan wegnemen?

Voorzitter. De omroepen moeten ook meer flexibiliteit en ruimte krijgen om een onlineaanbod te ontwikkelen. Zij hebben speelruimte nodig om op verschillende kanalen en platforms verschillende doelgroepen te bereiken. Dat erkent de minister ook. Maar hoe gaat dit concreet vorm krijgen? Bij de uitwerking is wat de ChristenUnie betreft van belang dat de programma's van de publieke omroep niet achter een onlinebetaalmuur verdwijnen, maar dat ze voldoende toegankelijk zijn. Zal de minister daar bij de uitwerking rekening mee houden?

Wat betreft de plannen voor het derde net — zo noem ik het expliciet, want dat staat in de brief — is de ChristenUnie enthousiast. Er komt meer ruimte voor het regionale media-aanbod. Dat zal ik niet ontkennen. Hierover is het beeld ontstaan dat er een heel kanaal zal worden gewijd aan regionale programmering. Als ik de brief van de minister lees, lijkt dat niet het geval. Kan de minister daarin duidelijkheid scheppen, ook op dit moment in dit debat? Dit juichen we echt toe. Ik merk ook enthousiasme aan beide kanten, zowel bij de regionale partijen als bij een aantal Hilversumse partijen, om het zo maar te zeggen. Het vraagt wel een constructieve opstelling van beide kanten. Ik hoop dat dat zo zal blijven om dit voorstel te kunnen uitwerken.

Voorzitter. Ik kom op twee laatste punten. Het eerste gaat over de financiering. Helderheid, stabiliteit en voorspelbaarheid in die financiering zijn van groot belang. De ChristenUnie vindt het daarom een goede stap dat het kabinet de publieke omroep minder afhankelijk wil maken van reclame-inkomsten. Daarmee komt er wat meer rust en wordt er een eerste grote stap gezet die de ChristenUnie ook kan ondersteunen. Op het moment dat je zo'n stap zet dan kost dat geld. De heer Sneller wees daar daarnet ook al op. Het is belangrijk dat die 40 miljoen euro daar structureel extra voor beschikbaar komt. Is het voor de minister mogelijk om de aanvullende maatregelen die in de brief zijn opgenomen, waar ook inkomsten tegenover zouden kunnen staan, in geld te waarderen, of om daar een inschatting van te maken? Ik vraag de minister om daar een beter beeld bij te krijgen.

Ik rond ermee af te noemen dat we via de beelden de indruk hebben gekregen dat de wijzigingen die in deze brief zijn voorgesteld van de ene op de andere dag zullen plaatsvinden. Volgens mij is dat niet het geval. Voor een aantal maatregelen zal wetgeving nodig zijn. Ik vraag de minister of hij in beeld kan brengen waarvoor wetgeving nodig is en welk tijdspad hij voor zich ziet om de maatregelen een plek te geven? Het is belangrijk dat …

De voorzitter:
U bent echt al heel ver over uw tijd heen.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Ik wou één opmerking maken. Ik vind het belangrijk dat de concessieperiode wordt verlengd. Daarmee krijgen we rust in het veld om te werken aan nieuwe stappen. Dank u wel.

Meer informatie

« Terug

Archief

« Vorige Volgende »

februari 2021

januari

december 2020

november