Bijdrage Joël Voordewind aan het plenair debat over de Turkse inval in Syrië

woensdag 16 oktober 2019

Bijdrage Joël Voordewind aan een plenair debat met minister-president Rutte en minister Bijleveld-Schouten van Defensie

Kamerstuknr. 32623

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Goed dat we op zo korte termijn weer met elkaar spreken, maar de aanleiding is natuurlijk vreselijk. De Koerdische politica Hervin Khalaf is uit haar auto gesleurd en vermoord door islamitische milities die samen met de Turkse groeperingen optrekken tegen de Syrian Democratic Forces in het noorden van Syrië. Haar dood is misschien wel de meest in het oog springende gruweldaad die we tot nu toe hebben gezien van de Turkse aanval, maar er zijn veel meer slachtoffers, minstens tientallen, mogelijk honderdtallen. Bovendien zijn er nog eens 160.000 mensen ontheemd geraakt. UNICEF schat dat er zo'n 70.000 van hen kinderen zijn.

Voorzitter. Dit zijn de gevolgen van de onverantwoorde en onrechtvaardige actie van het NAVO-lid Turkije. Onverantwoord, gezien het grote humanitaire leed dat erdoor veroorzaakt wordt. Onverantwoord ook omdat de belangrijkste bondgenoot in de strijd tegen ISIS aangevallen wordt, waardoor de strijd tegen ISIS feitelijk ophoudt en er nu al gevangenen weten te ontsnappen. Én onverantwoord en onrechtvaardig omdat er geen sprake is van een aanval op Turkije vanuit Noord-Syrië door de SDF en zelfs ook niet door de YPG. Er is dus geen sprake van zelfverdediging. Dit is dus een ernstige schendig van het internationaal recht. Nog een resultaat van de Turkse aanval is dat de SDF zich verraden weten door het Westen en zich uit wanhoop dan maar keren tot Assad.

Voorzitter. Ik kom tot de volgende vragen. Wat als Turkije en Syrië straks rechtstreeks tegenover elkaar komen te staan? Wat als Syrië de Turken aanvalt? Zijn we dan verplicht, zo vraag ik aan het kabinet, om Turkije te hulp te schieten als NAVO-bondgenoot? Artikel 5 wijst daarop. In zo'n situatie moeten we niet terechtkomen. Graag een reactie van de minister en de minister-president. Ik overweeg op dat punt een motie.

Voorzitter. Goed dat de wapenleveranties vanuit de Europese Unie aan Turkije feitelijk gestopt worden, maar de vraag is natuurlijk de volgende; dat konden we niet uit de verklaring van de EU-RBZ-Raad halen. Doet iedereen nu mee? En waaraan doen ze mee, een volledig wapenembargo richting Turkije of een gedeeltelijk embargo voor alleen die wapens die kunnen worden ingezet tegen Syrië? Graag duidelijkheid op dat punt. Er zou eigenlijk een zo breed mogelijk wapenembargo in de EU moeten komen. Is de minister het met mij eens dat het die kant op moet?

Voorzitter. Er zijn minstens al 160.000 mensen op drift geraakt; ik noemde het al. Deze mensen hebben per direct hulp nodig, in het gebied zelf, maar als ze over de grens trekken ook in Irak. Is de minister bereid de helpende hand toe te steken? Is het kabinet bereid middelen daarvoor vrij te maken?

Voorzitter. Turkije speelt een dubbelzinnige rol ten aanzien van ISIS. We kennen het AIVD-rapport dat zegt dat Turkije ISIS de gelegenheid heeft gegeven te hergroeperen. Nu maken de Turken effectief een einde aan de strijd tegen ISIS. Sterker nog, gevangen ISIS-strijders komen nu op vrije voeten en vormen opnieuw een bedreiging. Daarom nog de volgende vragen aan het kabinet. Wat gaat het kabinet met de EU doen om te voorkomen dat de gevangen ISIS-strijders vrijkomen en weer de strijd kunnen hervatten of ongecontroleerd naar Europa reizen, en dus ook naar Nederland? Wat gebeurt er als de kampen met ISIS-strijders onder controle komen van Turkije en men hen dus vervolgens uitlevert aan Nederland? Er zijn inmiddels al honderden vrouwen uitgebroken, met hun kinderen. De minister zegt hierover in zijn brief dat het niet Nederlandse moeders betreft. Waar zitten die Nederlandse moeders dan wel? Welke kans bestaat er dat zij ongecontroleerd vrijkomen? Welke antwoorden heeft het kabinet nu op deze nieuw ontstane situatie?

Voorzitter. Laat ik duidelijk zijn: de ChristenUnie is en blijft voor lokale berechting van die ISIS-strijders, het liefst via een tribunaal, zonder de doodstraf. Ze hebben daar de misdaden begaan en moeten daar ook berecht worden.

Tot slot. Weet het kabinet nu of er gebruik wordt gemaakt van door Nederland geleverde goederen, zoals pick-uptrucks, door de zogenaamde gematigde milities die meevechten met de Turkse kant in de strijd tegen de Koerden? Zo niet, kan het kabinet dit dan achterhalen? Want het zou toch wel zeer wrang en zeer zuur zijn in de richting van de Koerden als wij materiaal hebben geleverd — weliswaar geen wapens maar wel materiaal — dat ingezet kan worden tegen de meest trouwe en effectieve bondgenoot in de strijd tegen ISIS. Ik hoor graag een reactie van het kabinet.

Dank u wel, voorzitter.

Meer informatie

« Terug