Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Circulaire Economie

dinsdag 15 oktober 2019

Bijdrage Carla Dik-Faber aan een algemeen overleg met staatssecretaris van Veldhoven - van der Meer van Infrastructuur en Waterstaat

Kamerstuknr. 32852

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. De ChristenUnie vindt het belangrijk dat we goed zorgen voor de natuur, voor onze leefomgeving, voor Gods schepping. We zien dat dat beter moet. De gemiddelde Nederlander gebruikt veel meer grondstoffen dan de aarde kan voortbrengen. Ik maak het even beeldend: bijna drie aardbollen. We stelen van volgende generaties. Daarom is de circulaire economie voor mijn fractie zo'n belangrijk onderwerp. Het gaat namelijk over recht doen aan onze medemens en recht doen aan Gods schepping. Vandaag wil ik daar drie onderwerpen uit lichten. Allereerst de recycling van kleine flesjes en blik, dan textiel en tot slot biomassa.

Voorzitter. Deze week had ik een gesprek met de grote frisdrankproducenten. Ze willen hun verpakkingen in 2025 helemaal circulair maken. Dat betekent dat de stroom pet en blik terug moet naar de producent. Nu verdwijnt veel pet en blik in de pmd-container, waar het geen hoogwaardige toepassing kan krijgen door recycling, of verdwijnt heel veel in het zwerfafval, wat nog erger is. De monitoring van Rijkswaterstaat laat zien dat het aantal kleine plastic flesjes in het zwerfafval toeneemt, ondanks de grote inspanningen van het bedrijfsleven. Daarmee komt de introductie van statiegeld op kleine flesjes in beeld. Ik heb gelezen dat het beslismoment wordt vervroegd naar het voorjaar van 2020, zodat ook het bedrijfsleven de tijd heeft om het systeem te introduceren. De ChristenUnie is al jarenlang een fervent pleitbezorger van statiegeld, omdat wij denken dat dit het enige middel is dat ook écht werkt. We zijn dan ook heel blij met de voortvarendheid van deze staatssecretaris op dit dossier.

Voorzitter. Als het gaat om blik heb ik moeten vaststellen dat de VNG en het verpakkende bedrijfsleven geen actieplan en geen reductiepercentage voor blik in het zwerfafval hebben kunnen vaststellen. Mijn fractie vindt dat heel zorgelijk, omdat er bijna drie keer zoveel blikjes als kleine plastic flesjes in het zwerfafval zitten. Er is natuurlijk het risico van verschuiving als we alleen statiegeld op kleine flesjes invoeren. Jaarlijks overlijden ten minste 4.000 koeien als gevolg van scherp-in. Een paar weken geleden was ik met collega Von Martels op werkbezoek bij een melkveehouder in Leusden. Er was ook een dierenarts bij, die ons een toelichting gaf op het een en ander.

Voorzitter. Nu blijkt dat er een ruime Kamermeerderheid is voor wettelijke maatregelen voor blik. De staatssecretaris heeft zelf in haar brief ook al gehint op die wettelijke maatregelen. Daarom willen we de staatssecretaris nu vragen om voor blik eenzelfde traject in gang te zetten als voor plastic flesjes. Laten we hierover ook gewoon helder zijn naar het bedrijfsleven, zodat bedrijven bij het inrichten van hun logistieke processen rekening kunnen houden met statiegeld op kleine flesjes én op blik. Statiegeld is geen doel op zich, maar we weten dat dit hét instrument is om van pet en blik circulaire stromen te maken.

Voorzitter. Ik ga over naar het onderwerp textiel. We zien in de kledingindustrie en in onze kledingkast dat er een race to the bottom plaatsvindt. In de kledingkast hangen gemiddeld 173 kledingstukken. Die kledingstukken dragen we steeds minder vaak; 50 zelfs helemaal niet. Als we kleding weggooien, belandt amper een van de drie kledingstukken in de goede bak voor hergebruik of recycling. Intussen kopen we elk jaar 46 nieuwe kledingstukken, die van steeds slechtere kwaliteit zijn.

Voorzitter. De kledingindustrie is, na olie, de meest vervuilende industrie ter wereld. Kledingwinkels wisselen steeds vaker van collecties. Het hele jaar door is er uitverkoop. Dit alles gaat ten koste van de mensen die werken in de kledingfabrieken, ten koste van de natuur en ten koste van goedwillende mkb'ers die niet meer kunnen opboksen tegen de veel grotere fastfashionketens. Ik ben dan ook blij dat de staatssecretaris later dit jaar komt met een beleidsprogramma. Ik denk dat Nederland met de Dutch Circular Textile Valley koploper en toonaangevend in de wereld kan zijn.

Vorig jaar is de motie-Dik-Faber/Van Eijs aangenomen, die vraagt om meer textiel in te zamelen en afspraken te maken over percentages recyclaat in nieuwe kleding. Ik zie dat dat bij bedrijfskleding al best heel goed gaat, maar bij consumententextiel zie ik dat niet. Er worden eigenlijk alleen bij denim, spijkerstof, stappen gezet. Ziet de staatssecretaris mogelijkheden om per stof in kaart te brengen wat er mogelijk is qua percentage recyclaat? Ik merk dat de kledingbranche wel wil, maar iedereen zit op elkaar te wachten en naar elkaar te wijzen. Een andere vraag is: hoe kunnen we die goedwillende mkb'ers ondersteunen of verleiden om duurzame keuzes te maken als het gaat om het assortiment?

Voorzitter. Het laatste onderwerp is biomassa — als ik nog even tijd heb, behandel ik dat heel kort. Dit is een onderwerp dat we binnen de commissie EZK met elkaar bespreken, maar er staat vandaag ook een brief van deze staatssecretaris over op de agenda. De ChristenUnie is altijd heel kritisch geweest op biomassa, zeker als het gaat om houtige biomassa. Het is goed dat er begin 2020 een duurzaamheidskader beschikbaar komt voor alle biomassa. Onlangs is er een advies verschenen van een Europese wetenschapskoepel, waarvan de letters "EASAC" luiden — ik weet even niet waar het voor staat, maar dat is ongetwijfeld even op te zoeken. Die wetenschapskoepel concludeert dat er bij de verbranding van hout zelfs meer broeikasgassen vrijkomen dan bij de verbranding van steenkool. Op korte termijn komt er een grote hoeveelheid CO2 in de atmosfeer terecht, omdat er in een heel hoog tempo hout verstookt wordt en nieuwe bomen niet snel genoeg groeien om de CO2 die vrijkomt op korte termijn weer op te vangen. Op dit moment is het zo dat Europa geen CO2-emissies toekent aan biomassa. Maar als we dit soort adviezen lezen en als ik kijk naar wat er op dit gebied wordt gepubliceerd, dan denk ik dat dat heel snel zal veranderen. Mijn vraag aan dit kabinet is: hoe gaan ze daarmee om? Wordt het niet tijd dat we de daadwerkelijke emissie van CO2 uit biomassacentrales gaan meten, ook omdat er steeds meer kleinere biomassacentrales worden gerealiseerd in woonwijken?

Dank u wel.

De voorzitter:
Dat was uw laatste zin. Dank u wel. De heer Van Aalst ... O, neem me niet kwalijk, de heer Wassenberg heeft een interruptie.

De heer Wassenberg (PvdD):
Dank aan mevrouw Dik-Faber, ook vanwege haar statiegeldverhaal. Er is een mooi spreekwoord: beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Ik ben blij dat de coalitie zich ook helemaal schaart achter statiegeld op flessen en blik.

Maar ik heb even een vraag over biomassa. Wat mevrouw Dik-Faber zegt, klinkt me namelijk als muziek in de oren. Partij voor de Dieren vindt het ook een papieren werkelijkheid, want wetenschappers zeggen al heel lang dat het eigenlijk veel meer CO2 uitstoot dan kolen. Maar ik heb al een aantal keer moties ingediend om ervoor te zorgen dat Nederland niet inzet op biomassa. Ik zou mevrouw Dik-Faber willen vragen: kunnen we hier samen in optrekken? Ik vind het namelijk heel belangrijk dat de coalitie zich erachter schaart en zegt: we moeten niet naar papieren of politieke werkelijkheden kijken, maar gewoon naar wat de wetenschap hierover zegt.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Laat ik hier gewoon heel eerlijk over zijn. Toen het vorige energieakkoord — niet het huidige Klimaatakkoord, maar het vorige energieakkoord — gepresenteerd werd, toen zat daar al een groot aandeel biomassa in. Toen heeft mijn fractie direct gezegd: "Dit is niet de goede weg. Houtige biomassa is niet wat we moeten willen met elkaar. Rol de rode loper uit voor wind en zon!" Dat was letterlijk de kop van een artikel van mijn hand dat in een van de dagbladen heeft gestaan. De tijd is voortgeschreden, en u mag van mij geloven dat de ChristenUnie nog net zo kritisch is als het gaat om houtachtige biomassa. Er zijn heel veel kritische vragen bij te plaatsen. We weten ons daar ook in gesteund door de wetenschap, en nu ook door deze Europese wetenschapskoepel.

Tegelijkertijd zijn er in het regeerakkoord afspraken gemaakt. Ik ben heel blij dat we in het regeerakkoord de afspraak hebben kunnen maken dat er geen nieuwe subsidies worden gegeven voor biomassabijstook in kolencentrales. Dat is wat we hebben kunnen bereiken met elkaar. Verder is de ChristenUnie ook een partij die zich aan de afspraken wil houden die in het regeerakkoord gemaakt zijn.

Tegelijkertijd zie ik, zoals ik al zei, het maatschappelijke debat doorgaan. Ik zie de wetenschap doorgaan. We moeten met elkaar wel blijven nadenken. Ik vind dat er serieus gekeken moet worden naar dit soort kritische kanttekeningen vanuit Europese koepels, ook omdat dit er wellicht toe leidt dat de Europese systematiek gaat veranderen. Europa staat ons nu toe om nul CO2 te rekenen voor biomassaverbranding, maar dat kan weleens veranderen. En als dat zo is, dan zullen we ons daar in de Nederlandse politiek ook rekenschap van moeten geven.

Dat was een heel lang antwoord, maar daarmee vermijd ik misschien een vervolgvraag.

De voorzitter:
Zullen we proberen om in ieder geval de interrupties kort en krachtig te doen, maar ook de beantwoordingen? Ik liet het even lopen, maar als straks de ondervoorzitter hier aanschuift, dan wordt hij heel erg boos als ik het heb laten uitlopen. En ik heb een goede naam hoog te houden, zeg ik altijd — ten minste, dat denk ik in ieder geval!

De heer Wassenberg (PvdD):
Dank aan mevrouw Dik-Faber. Zij dacht: ik hou een heel lang verhaal, want dat scheelt misschien een vervolgvraag. Maar vaak komen er juist bij lange verhalen vervolgvragen. Dat is hier ook zo.

De voorzitter:
En uw vraag is?

De heer Wassenberg (PvdD):
Ik ben, ook in de vorige periode, inderdaad vaak samen met mevrouw Dik-Faber opgetrokken als het ging om biomassa. Daar waren we allebei heel kritisch op. Er was alleen één verschil: toen zat de ChristenUnie nog in de oppositie, en nu in de coalitie. Ik ben dus heel erg blij dat er nu ook vanuit de coalitie een kritisch verhaal klinkt.

Ik maak me vooral heel veel zorgen over het volgende. Op dit moment liggen er nog overal plannen klaar voor houtstookcentrales. Er zijn er al tientallen, en er komen gigantische houtstookcentrales die echt 25 of meer vrachtwagens hout per dag gaan opstoken. Ik wil dat er daarvoor een moratorium komt. Ik vraag mevrouw Dik-Faber: kunnen we hierin samen optrekken? Want we kunnen wel zeggen dat we op Europa wachten, maar dat kan nog jaren duren en dan zijn die houtstookcentrales er al. Dan heb je een lock-in, want als je die eenmaal hebt ...

De voorzitter:
De vraag is helder.

De heer Wassenberg (PvdD):
Mijn vraag aan mevrouw Dik-Faber is: zullen we samen optrekken om te proberen om die houtstookcentrales tegen te houden en om te voorkomen dat er telkens nieuwe worden gebouwd en er plannen voor nieuwe houtstookcentrales komen?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
In de politiek werkt het zo dat mijn coalitiegenoten de eerste partners zijn met wie ik samen zal optrekken. Wellicht stel ik de heer Wassenberg dus teleur. Wat deze coalitie wél op de agenda heeft gezet, en daar ben ik ook heel erg blij mee en daar zie ik de staatssecretaris ook voortvarend mee aan de slag gaan, is het duurzaamheidskader voor biomassa. Dat gaat er komen, en dat biedt wel weer haakjes om er echt voor te zorgen dat de houtstook zo veel mogelijk in goede banen wordt geleid. Intussen blijven we gewoon kijken wat er in Europa gebeurt en wat wetenschappers hierover publiceren.

De heer Wassenberg (PvdD):
En ik keek nog wel zo vriendelijk!

De voorzitter:
Ik zit me nu even af te vragen of ik dat als derde interruptie moet gaan noteren, maar dat zullen we maar niet doen!

Meer informatie

« Terug