Bijdrage Joël Voordewind aan het plenair debat over het bericht dat de minister-president geïnformeerd zou zijn over de 70 burgerdoden in Irak

woensdag 27 november 2019

Bijdrage Joël Voordewind aan een plenair debat met minister-president Rutte en minister Bijleveld-Schouten van Defensie

Kamerstuknr. 27925

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Voorzitter. Wat gebeurde er op de verschillende betrokken ministeries na de aanval op Hawija? Op die vraag hebben we nu nadere antwoorden gekregen van de minister. De grote vraag was: wie wist op welk moment hoeveel burgerslachtoffers er waren gevallen? Minister Bijleveld heeft begin november gemeld dat haar voorganger de Kamer over dit bombardement verkeerd heeft geïnformeerd. Dat is op zich al erg genoeg. Maar als daar dan ook nog andere bewindspersonen bij worden genoemd die hiervan geweten zouden hebben, dan roept dat vervolgvragen op.

Eerlijk gezegd, laat de laatste brief wat mij betreft zien dat deze lijn van denken een dood spoor is. Uit de brief rijst een ander beeld op, namelijk van een ministerie dat de gevolgen van de aanval wel heeft willen melden, maar zeker niet indruk heeft willen geven dat er iets ernstigs aan de hand was. Ook in de laatste brief lezen we weer dat er niks alarmerends gemeld is. Het mogelijke aantal burgerslachtoffers dat al vanaf het begin de ronde deed, is nooit genoemd. Dat gebeurde pas na de recente berichtgeving van de NOS. Dat is tekenend. Kernvraag wat de ChristenUnie betreft is dan ook: hoe en waarom is besloten de Kamer op 23 juni hierover verkeerd te informeren? Ik ben blij dat de minister open op tafel heeft gelegd dat dit is gebeurd. Maar ik wil ook weten hoe dat heeft kunnen gebeuren. Ergens op het departement heeft iemand bedacht om te ontkennen dat Nederland was betrokken bij een luchtaanval waarbij burgerslachtoffers zijn gevallen. Of het is vervolgens door een minister per ongeluk verkeerd opgeschreven, maar dat lijkt me zeer onwaarschijnlijk.

Tijdens het vorige debat wilde ik van de minister weten hoe deze fout zo in de brief is komen te staan. De minister heeft meegedeeld dat zij dat niet wist. Ik vraag het nogmaals aan deze minister: hoe kon die fout, die leugen, zo in deze brief hebben gestaan? Ik constateer dan maar dat Defensie de neiging heeft om ongunstig nieuws te verzwijgen, te verhullen en, misschien blijkbaar stomweg, ook te ontkennen. Defensie heeft een lange traditie op dat punt: de zwijgcultuur over alles wat er fout kan gaan. Ik noem de affaire-Spijkers, ik noem de recente voorbeelden van de behandeling van de klokkenluider op Vliegbasis Eindhoven en ik noem ook het vreselijke mortierongeluk in Mali en het inspectierapport daarover dat maanden op het bureau van de vorige minister heeft gelegen. Is die verkeerde reflex om slecht nieuws achter te houden inmiddels een cultuur waar Defensie afstand van wil nemen? Ik hoor graag van de minister hoe zij dit ziet. Waarom moeten wij dingen eerst in de media horen? Waarom moeten er eerst WOB-verzoeken worden ingediend voordat slecht nieuws van Defensie naar buiten komt? Hoe gaat deze minister van Defensie dat voorkomen?

Voorzitter. Ik begrijp best dat informatie over lopende missies vertrouwelijk is en dat het soms ook niet handig is om de Kamer daarover te informeren. Maar het zou wel kunnen op een vertrouwelijke manier. Eerder is de Kamer ook vertrouwelijk geïnformeerd, maar niet over deze details. Is de minister bereid om in gevallen waarin er wel slecht nieuws is, maar het voor de missie misschien niet verstandig is het publiekelijk te melden, dat in het vervolg vertrouwelijk aan de Kamer te melden?

Voorzitter. De minister zegt meer transparantie toe in het geval van burgerslachtoffers; ze zegt dat ook de Kamer toe. Maar is de minister ook bereid om in andere situaties, waarin het slecht nieuws betreft van Defensie, transparant te zijn? En welke lessen trekt de minister nu uit deze gang van zaken? Kan de minister dat nog eens op een rijtje zetten?

Voorzitter. Tot slot, de compensatie voor de nabestaanden. Daarover is een motie aangenomen. In het kader daarvan ligt het voor de hand om alsnog onderzoek te doen naar het daadwerkelijke aantal slachtoffers en naar de schade die de gemeenschap is aangedaan. Dat kan nu. ISIS zit er niet meer, dus je kunt erheen. Is de minister bereid om dit onderzoek ook toe te zeggen?

Dank u wel, voorzitter.

Meer informatie

« Terug