Bijdrage Joël Voordewind tijdens RAZEB

donderdag 22 januari 2009

 

Voorzitter. Ook ik steun het verzoek van de heer Van Dam omtrent de EVDB-notitie. Ik wil die apart behandelen, want het zou de notitie geen recht doen als wij er zo kort over spreken.

            Iedereen heeft de verschrikkelijke beelden gezien van de aanslag in Mumbai. De spanningen tussen India en Pakistan lopen hierdoor weer op. Voorkomen moet worden dat deze spanningen escaleren en gevolgen hebben voor Afghanistan, mede in het licht van de regionale context en de Nederlandse inzet voor de intensivering van de betrekkingen met Pakistan. Gelet op het pleidooi in de notitie pleit mijn fractie ervoor om de handelscontacten met Pakistan verder uit te breiden, maar om dit wel te koppelen aan een stevige aanpak van het terrorisme, met name in West-Pakistan. Hiervan heeft niet alleen Afghanistan enorm veel last, maar Pakistan zelf natuurlijk ook.

            Ik kom te spreken over het Midden-Oosten Vredesproces, te beginnen met Iran. In het laatste rapport van de International Atomic Energy Agency (IAEA) staat letterlijk dat Iran zijn verrijkingsgerelateerde activiteiten niet heeft opgeschort en diverse andere activiteiten continueert. IAEA-voorzitter ElBaradei noemt de situatie in zijn toespraak van 27 november jongstleden zeer zorgwekkend. Als de VN niet komt tot aanscherping van de sancties, wordt het dan niet tijd om dit binnen EU-verband te bepleiten? In dat kader zal ik aansluitend op deze RAZEB een motie indienen waarmee daartoe wordt opgeroepen.

 

De heer Van Dam (PvdA): Zo'n motie is in mijn herinnering drie weken geleden in stemming gebracht. Een Kamermeerderheid stemde tegen. Zelfs de PVV-fractie stemde tegen. Daarmee heeft de Kamer aangegeven het onwenselijk te achten dat het kabinet dit aan de orde stelt in Europees verband. Het staat ook niet op de agenda. Nu komt u daar toch op terug en vraagt u het kabinet om dit even in te brengen. Maakt het kabinet zich niet een beetje belachelijk als het iets agendeert waar op dit moment in het internationale circuit niemand mee bezig is?

 

De heer Voordewind (ChristenUnie): Dit is een heel dringende zaak. ElBaradei heeft hier laatst ook weer een toespraak over gehouden. Het staat onder het kopje van het Midden-Oosten Vredesproces. Ook Iran kan hierbij aan de orde komen aanstaande maandag. Wij zullen zien of de motie een meerderheid krijgt in de Kamer. Krijgt ze geen meerderheid, dan hebt u uw zin, anders kan de minister van Buitenlandse Zaken haar meenemen naar Brussel.

 

De heer Van Dam (PvdA): Ik neem aan dat alle partijen in de Kamer consistent zijn. Ik neem dus aan dat als die motie opnieuw wordt ingediend, de uitkomst dezelfde zal zijn. Ik ken de PVV-fractie. Volgens mij ligt er ook een inhoudelijk punt achter. Is het, nu iedereen in afwachting is van het begin van de aangekondigde dialoog met de nieuwe Amerikaanse regering, verstandig om die dialoog extra te bemoeilijken door te spreken over aanvullende sancties? Laten wij die dialoog, nu die eindelijk op gang lijkt te komen, een kans geven.

 

De heer Voordewind (ChristenUnie): Die mooie verwachtingen moeten wij maar afwachten. Wij hadden ook hoopvolle verwachtingen over Afghanistan. Nu zegt Petraeus dat hij de "surge" van Irak wil overbrengen naar Afghanistan. Wij weten nog niet precies wat dat voor effect heeft op Afghanistan. Zo weten wij dat ook nog niet van Iran. Daarbij komt dat Iran zijn visitekaartje richting de nieuwe president van Amerika alweer heeft afgegeven door twee langeafstandsraketten te testen. Ik ben dus niet hoopvol gestemd dat het snel beklonken zal zijn met deze nieuwe president.

 

De heer Van Baalen (VVD): Laten wij afwachten wat de regering zegt. Misschien is de regering wel van mening dat zij kan sonderen en wil zij in de wandelgangen nog eens polsen of er voor een Europese positie ten opzichte van sancties een meerderheid is of dat men daarover wil nadenken. Als de staatssecretaris dat wil sonderen, dan hoeft u uw motie natuurlijk niet in te dienen.

 

De heer Voordewind (ChristenUnie): Ik wacht natuurlijk eerst de reactie van de staatssecretaris af, maar het kan een steun in de rug zijn voor dit kabinet om met een door de Kamer aangenomen motie op zak naar Brussel te gaan en daar het thema als zondanig, en inderdaad ook de aanscherping, bij de collega's in Brussel te sonderen. Het een hoeft het ander niet uit te sluiten.

            Voorzitter. In de stukken stond dat de handelsbetrekkingen met "Iran" zouden moeten worden verbeterd. Ik ga ervan uit dat dit een tikfout is. Dat zou in strijd zijn met het beleid dat in de Kamer is afgesproken.

            De grenzen met Gaza zijn weer hermetisch gesloten. Er komt mondjesmaat iets binnen. Dat baart mijn fractie grote zorgen. Zij heeft altijd bepleit dat in ieder geval de humanitaire hulp doorgang moet vinden, zodat de burgerbevolking geen slachtoffer wordt. Wat kan Nederland ook binnen Europa nog doen om de druk op Israël daartoe op te voeren? Tegelijkertijd moet ook, liefst vanuit Brussel, de roep richting Hamas weer gehoord worden. Hamas moet stoppen met zijn vreselijke raketbeschietingen op Israël.

            Ik heb zojuist de Kamervragen over Birma van collega Van Dam gelezen. Wij staan echt met lege handen als het gaat om Birma. Ik begrijp dat de EU-China-top niet doorgaat. Is de minister bereid om in ieder geval de bevolking met humanitaire hulp te steunen en zo ja, wat zijn de mogelijkheden daartoe? Misschien kan worden gekeken naar een follow-up of een evaluatie van de sancties die in oktober 2007 zijn aangenomen door de Veiligheidsraad, om te bezien of wij op een andere manier druk kunnen uitoefenen op het regime van Birma.

 

De voorzitter: Ik wil u erop wijzen dat Birma niet op de geannoteerde agenda staat.

 

De heer Voordewind (ChristenUnie): Het staat in het verslag.

« Terug