Het Wetenschappelijk Instituut bezint zich op "Eigen Verantwoordelijkheid"

woensdag 02 februari 2005 15:47

Het WI wil de komende tijd gaan nadenken over in hoeverre burgers en maatschappelijke organisaties meer verantwoordelijkheden op zich kan nemen en welke rol de politiek daarin kan en moet spelen. Het congres is een eerste oriëntatie

Verslag WI-congres “Op eigen benen, Vadertje staat en een volwassen samenleving?”
Gehouden op 10 december te Utrecht
 
 
Lezing Roel Kuiper
 
In de traditie van de christelijke politiek lijkt het alsof de houding ten opzichte van de verzorgingsstaat in de loop van de tijd drastisch is veranderd. Waren in de jaren ’50, GPV en AR waren tegen de opbouw van de verzorgingsstaat, nu is de ChristenUnie erg voorzichtig met de afbouw van dezelfde verzorgingsstaat. Om een beter inzicht te krijgen in de vraag of dit inconsistent is of niet, is het nodig naar de motieven te kijken.
 
In de christelijk-staatkundige traditie waren er drie hoofdbezwaren tegen de verzorgingsstaat. De eerste kwam voort uit het principe van soevereiniteit in eigen kring. Vanuit het idee dat elke levenssfeer een eigen verantwoordelijkheid heeft, dus ook de overheid, het gezin en de maatschappelijke organisaties, was de redenatie om de overheid niet teveel invloed te geven in anders levenssferen. Armoede, zorg voor elkaar moest vooral binnen familieverband, binnen maatschappelijke organisaties of vanuit de kerken aangepakt worden.
Een tweede reden om negatief te staan tegen de verzorgingsstaat was de terecht zorg of de opbouw van de verzorgingsstaat niet vooral een materialistisch motief had. De overheid zou een bepaalde materiële welvaart moeten garanderen, mensen streven naar materieel gewin. Een dergelijk materialistisch motief staat op gespannen voet met de cultuuropdracht:
Een laatste reden om de verzorgingsstaat in ieder geval niet te omarmen waren de – wederom niet ten onrechte – effecten die een dergelijk overheidsbeleid zou hebben. Uitgebreide sociale voorzieningen verleend door de overheid zou niet alleen fraude in de hand werken, maar ook de individualisering.
 
Echter, het was niet zo dat in de protestantse denkwereld de verzorgingsstaat rigoureus werd afgewezen. Het opkomen voor de zwakkeren in de samenleving, denk aan de weduwen, de wezen en de vreemdeling, is een voluit bijbelse opdracht. Ook de overheid heeft daarin een opdracht en dat werd altijd onderkend. Niet voor niets was het Abraham Kuyper die met het christelijke sociaal congres geschiedenis schreef. Hij riep ook de overheid op actie te ondernemen tegen armoede en uitbuiting. Het gaat bij politiek om sociale gerechtigheid in de publieke sfeer, de publieke gerechtigheid. Vanuit dat is besef is er in de christelijke traditie consequent gepleit voor een overheid die de taak heeft om het “schild voor de zwakken” te zijn. Dit christelijk-sociale gedachtegoed wordt nu nog steeds uitgedragen. Overigens moet de ChristenUnie niet de term christelijk-sociaal als leitmotiv voor haar politiek gebruiken. Immers, de term slaat niet op het gehele beleid, maar slecht op de sociale kant ervan. Defensie, milieu, economie, juridische zaken zijn allemaal onderwerpen waar de ChristenUnie wel degelijk wat over te zeggen heeft, maar die niet vallen onder de term christelijk-sociaal.
 
De vraag is nu of er sprake is van een daadwerkelijke verandering in de christelijke politiek. Een verandering van een globaal genomen anit-verzorgingsstaat sentiment in de jaren ’60 naar een anti afbraakverzorgingsstaatsentiment in de jaren ’90. Naar mijn mening is er niet zozeer sprake van een inconsistentie, maar is er wel een zeker ambivalentie.
 
Door de opbouw van de verzorgingsstaat zijn veel mensen in meerdere of mindere mate afhankelijke geworden van overheidssteun. De huidige kabinetsplannen hebben ingrijpende gevolgen, bijvoorbeeld voor de inrichting van het gezinsleven. Denk aan de Weduwen- Wezenwet en de Bijstandswet. Plannen om hierin te snijden, roepen terecht protest op. Overheden moeten een schild voor de zwakken zijn en die zwakken zijn niet per definitie dezelfde categorie mensen als dertig of vijftig jaar geleden. Maar dit betekent niet dat de kritiek op het systeem van de verzorgingsstaat er niet meer is. 
 
 
 
Lezing Pieter Winsemius en Marja Jager-Vreugdenhil
 
Vanuit het onderzoek wat de WRR heeft gedaan naar betrokkenheid op buurtniveau, lieten de sprekers enkele hoofdlijnen zien.
De buurt is voor mensen een belangrijke omgeving, vooral op het terrein van de fysieke inrichting, veiligheid, sociale infrastructuur en onderwijs en kinderopvang. Op al deze vier terreinen zijn veel buurten actief om hun situatie te verbeteren. Dat kan variëren van het onderhouden van de buurt tot zelfs het grotendeel inrichten van de buurt, het patrouilleren om de veiligheid te vergroten, het opzetten van brede scholen, in het leven roepen van verenigingen en dorpshuizen enz. Het blijkt dat voor een succesvolle wijkaanpak er sprake moet zijn van integraal beleid gericht op één specifieke buurt. De overheid moet het beleid maken samen met de partners uit de buurt en de overheid moet op gepaste afstand staan bij de uitvoering.
Door een combinatie van deze factoren ontstaat er verbondenheid, en kan een zogenaamde ‘sociale verovering’ plaatsvinden.
 
 
Workshop Rol van de kerk in de samenleving (door ds. Hans van Dolder)
Zowel door ontwikkelingen in de politiek als in de kerk is er meer oog gekomen voor de rol van de kerk in de samenleving. Wel De discussie verschoof naar de WMO: het lijkt niet realistisch voor kleine kerken / gemeenten om activiteiten op te pakken. Er is dan een dragend netwerk nodig, en dat is veelal te veel gevraagd van de geringe draagkracht die er überhaupt is (financieel, personele inzet). Wat wel kan is een gemeenschap kweken in de kerken dat eenvoudigweg begint met de deuren open te zetten. Kerken moeten in ieder geval meer doen dan nu.
 
Workshop Maatschappelijk ondernemen (door Herman Timmermans en Herman Toebers)
Maatschappelijk ondernemen houdt rekening met economie, ecologie en met menselijke verhoudingen. In Nederland zijn er teveel algemene regels waardoor burgers en bedrijven weinig verantwoordelijkheid dragen. Bedrijfsleven is zelfs bijna geïncorporeerd in de verzorgingsstaat. Meer ondernemersruimte is nodig om daadwerkelijk maatschappelijk (verantwoord) te kunnen ondernemen.
 
Workshop Communities that Care (door Harry Jonkman)
Communities that Care is een preventieprogramma, gericht op jongeren. In projecten in wijken, gezinnen en scholen wordt geprobeerd de impact van risicofactoren waar jongeren mee te maken hebben te verkleinen. Het is belangrijk om in te zetten op ‘beschermingsfactoren’: volwassenen moeten duidelijke normen uitdragen en voorleven, binding met familie, school en wijk. Daarvoor is het goed dat jongeren een bijdrage leveren aan hun omgeving. Belangrijk is om tegelijkertijd te werken aan omgeving, de ontwikkeling van jongeren en daarbij te letten op hun individuele eigenschappen.

« Terug

Nieuwsarchief > 2005

december

november

oktober

september

augustus

juli

juni

mei

april

maart

februari

januari