Bijdrage Joël Voordewind aan het AO Afghanistan

dinsdag 14 april 2009

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Ook de ChristenUnie wil haar medeleven betuigen met de familieleden van de omgekomen militair Azdin Chadli en de vijf gewonden. Daaraan koppelen wij de vraag die ook de VVD-fractie stelde. In hoeverre worden naar aanleiding van deze beschietingen extra maatregelen overwogen om onze troepen niet alleen 's nachts -- dan zitten ze in de container -- maar ook overdag extra te beschermen tegen deze raketaanvallen?

De fractie van de ChristenUnie complimenteert de drie bewindslieden, met name de minister van Buitenlandse Zaken, voor het organiseren van de Afghanistantop. Hij heeft het samen met de VN toch maar voor elkaar weten te krijgen om zoveel belangstellenden naar Den Haag te krijgen, onder wie Iran. Hij heeft dit in zeer korte tijd, samen met de burgemeester van Den Haag natuurlijk, goed voor elkaar gekregen. Ik ben er ook geweest, niet een uur, maar zes uur. Daarna waren er weer verplichtingen in de Kamer. Ik moet zeggen dat ik het zeer boeiend vond om de conferentie mee te maken. De toespraken van de deelnemende landen leken op elkaar, maar tussen de regels waren ook accentverschillen te horen. Natuurlijk was het ook interessant om in de wandelgangen verschillende mensen te spreken. Volop steun is uitgesproken voor de opbouw van een stabiel en democratisch Afghanistan. De saamhorigheid ten opzichte van de doelstellingen werd ook duidelijk. De overeenkomsten in de slotverklaring hadden betrekking op goed bestuur, economische groei en verbetering van de veiligheid in het belang van de regionale context.

Het is ook goed om te zien dat er wereldwijd erkenning is voor onze 3D-benadering. Ook de minister van Buitenlandse Zaken van Amerika refereert daar tegenwoordig aan. Het is goed om te constateren dat er een verschuiving plaatsvindt van militaire naar civiele hulp in Afghanistan. Maar de realiteit is nog steeds hard, vooral als je van de laatste beschietingen op Kamp Holland hoort, en daarvoor van de beschietingen op het trainingskamp van de Afghanen zelf.

Als je zo’n gigantisch evenement kunt beleggen, rijst natuurlijk de vraag of in de marge druk wordt uitgeoefend op Nederland. Nederland heeft de conferentie georganiseerd. Nederland zit in Afghanistan. De Amerikanen sturen extra mensen, ook naar Uruzgan. Is in de wandelgangen druk uitgeoefend op Nederland om vooral te blijven, door Amerika, door de Australiërs, die zelf hebben aangegeven geen interesse te hebben in de positie van leading nation die Nederland nu heeft, of door andere landen? Ik ben natuurlijk zeer benieuwd naar de reactie van de minister van Buitenlandse Zaken op deze vragen.

            Het is goed dat Iran aanwezig was en dat Iran zich wil committeren aan een actieve betrokkenheid in Afghanistan. Wij hopen dan maar dat die betrokkenheid niet de wapenhandel betreft. De minister heeft er terecht op gewezen dat als Iran betrokken wil zijn, het land actief moet bijdragen aan het bestrijden van de wapentoevoer naar Pakistan. De minister van Buitenlandse Zaken heeft ongetwijfeld bilateraaltjes gevoerd met Iran. Ik ben benieuwd of dit onderwerp toen ook ter sprake is gekomen en of de minister hierover weerwoord heeft gekregen van Iran.

Ik zoom in op Uruzgan. De Kamer heeft herhaaldelijk bepleit dat het UNAMA-kantoor in Tarin Kowt geopend moet worden. Uit verschillende berichten begrijp ik dat dit inderdaad gebeurt. Ik vraag de minister voor Ontwikkelingssamenwerking in hoeverre de coördinerende rol, waar wij allemaal op wachten, nu wordt opgepakt. Andere organisaties zaten er allang. GTZ en ons consortium zaten er allang. Het grote coördinatiewerk waarvoor de VN eigenlijk wordt ingehuurd, heeft natuurlijk al plaatsgevonden. Wat wordt nu de nieuwe rol van UNAMA?

Ook mijn fractie heeft grote zorgen over de vrouwenrechten en de wet die er nu ligt in Afghanistan. Karzai heeft deze wet teruggetrokken en zal er nog eens naar kijken. Ik dank Nederland voor de extra inspanningen die het heeft verricht voor het terughalen van die wet. Ik geloof dat Nederland er een bijdrage aan kan leveren, ook gezien de betrokkenheid van Nederland bij Kabul. Wat gebeurt er als de wet ondanks Karzai’s inspanningen om hem tegen te houden toch wordt ingevoerd? Heeft de internationale gemeenschap of heeft Nederland een plan B? Ik vraag de minister van Buitenlandse Zakken of er en marge van de conferentie over Afghanistan met Karzai gesproken is over gratieverlening voor de Afghaanse journalist Sayad. De Kamer heeft hier een paar keer bij stilgestaan. Inmiddels is de doodstraf omgezet in een gevangenisstraf van nog steeds 20 jaar. De pleidooien voor het verlenen van gratie aan deze journalist liggen er nog steeds. Heeft de minister van Buitenlandse Zaken daarover nog gesproken?

Mijn collega Van Der Staaij heeft aandacht gevraagd voor de godsdienstvrijheid. Nog steeds is de wet van kracht dat op afvalligheid van de islam de doodstraf staat. In 2006 hebben we gezien dat Abdul Rahman geestelijk gestoord verklaard moest worden om de doodstraf te ontlopen. Zijn er na Abdul andere zaken onder de aandacht van de minister gebracht? Kennen wij andere zaken die het uitvoeren van druk door Nederland zouden rechtvaardigen? De minister moet niet alleen zijn zorgen uitspreken over het district Swat in Pakistan. Moet hij niet gewoon zeggen dat dit soort compromissen niet kunnen? We gaan er natuurlijk niet direct over, maar als deel van de internationale gemeenschap kunnen wij druk uitoefenen op Pakistan. We moeten natuurlijk vooral voorkomen dat ook in Afghanistan dit soort deals wordt gesloten.

Ik ben blij met het lijstje van ontwikkelingsinspanningen dat de minister voor Ontwikkelingssamenwerking heeft bijgesloten. Ik plaats wel de kanttekening dat dit in een annex 1 gebeurt. We gaan toch uit van de gelijkwaardigheid van de drie delen van de 3D-benadering? Het zou daarom niet misstaan om dit lijstje gewoon onderdeel te maken van de voortgangsrapportage. Ik zie de grote vooruitgang die behaald wordt. Tegelijk vraag ik mij af in hoeverre onze PRT, die inmiddels onder civiele leiding staat, die rol op enig moment kan uitbesteden aan ngo's, bijvoorbeeld aan die ngo’s die noodhulp verlenen. Is dat een reële optie? Ngo’s vertellen ons dat zij dit zouden kunnen doen. Zien we daar een uitfasering van de PRT of ziet de minister dit voorlopig nog niet gebeuren?

« Terug