Van Middelkoop: Bepleit rechten Papoeas

dinsdag 15 november 2005 12:45

VVD ziet niets in debat over Papoea's 

 

DEN HAAG - VVD-fractievoorzitter Van Aartsen vindt dat Nederland zich niet moet inspannen voor zelfbestuur van de Papoea-bevolking van westelijk Nieuw-Guinea.

 

,,Gedane zaken nemen geen keer'', zei Van Aartsen gisteren bij de presentatie van een studie die blootlegt dat westelijk Nieuw-Guinea door Indonesië op slinkse wijze is ingelijfd.

De studie, 800 pagina's in totaal, is verricht door de historicus P. Drooglever van het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis in Den Haag. De opdracht ertoe werd in 1999 gegeven door Van Aartsen, toen die in het tweede 'paarse' kabinet minister van Buitenlandse Zaken was. De bewindsman stelde zich daarmee welwillend op tegenover een verzoek van Tweede-Kamerlid Van Middelkoop van het GPV. Van Middelkoop vroeg om historisch onderzoek, omdat hij op basis van eind jaren negentig in Australië boven water gekomen documenten vermoedde dat de Papoea's nooit echt zelf hebben kunnen beslissen over hun bestuurlijke toekomst. De tegenwoordige senator van de ChristenUnie sprak destijds van een initiatief om ,,historisch schoon schip te maken''.

Drooglevers weergave van de historie in het boek Een daad van vrije keuze onderschrijft die vermoedens. Toen Nederland eind 1949 de soevereiniteit van de opgegeven koloniale gebieden overdroeg aan Indonesië, bleef het westelijk deel van Nieuw-Guinea daarbuiten. Na internationale druk spraken Nederland en Indonesië af dat Nieuw-Guinea onder bestuur van de Verenigde Naties kwam. Dat was in 1962. Na een half jaar werd het gezag over het gebied overgedragen aan Jakarta, maar wel met de afspraak dat de Papoeas na enige tijd zelf zouden aangeven of het Indonesische bestuur moest worden voortgezet. De volksraadpleging waarmee deze 'Daad van vrije keuze' in 1969 vorm kreeg, bleek echter een schijnvertoning. De 1024 door Indonesië geronselde kiesgerechtigden spraken zich onder intimidatie unaniem uit voor Indonesische zeggenschap. Wat de Papoeas werkelijk wilden, werd niet gevraagd.

Nog voor Drooglevers studie gisteren officieel verscheen, stelde minister Bot (CDA, Buitenlandse Zaken) dat Nederland Indonesië niet zal aanspreken op het handelen in 1969. Zijn voorganger Van Aartsen zit daar evenmin op te wachten. Hij vindt dat Drooglevers werk als louter historisch document moet worden gezien en ,,niet in politieke sferen moet worden getrokken''. ,,Er komt ongetwijfeld een debat in de Tweede Kamer hierover, maar van mij hoeft dat niet'', aldus de liberale voorman. ,,Ik begrijp de hele opwinding hierover eerlijk gezegd niet.''

Bot was zelf niet aanwezig bij de presentatie van de studie. ,,Hij had er wel moeten zijn'', stelde Van Middelkoop. ,,Nederland heeft al te lang met de rug naar de Papoea-bevolking gestaan.''

Bot had kunnen laten zien dat de Papoeas weer op het Nederlandse netvlies staan, meent Van Middelkoop. ,,Ik zou hem bovendien willen zeggen: heb wat meer zelfvertrouwen en ga in Brussel aan de slag. Nederland wordt binnen de Europese Unie erkend als leidende natie waar het de verhouding met Indonesië betreft. Dat biedt Bot de kans de hele Europese massa achter zich te krijgen om de rechten van de Papoeas te bepleiten.''

Van Middelkoop hoopt dat de studie-Drooglever ten minste uitwerkt dat overheid en ontwikkelingsorganisaties de blik meer op Nieuw-Guinea richten. De ChristenUnie-senator verwacht niet dat er snel iets zal veranderen in de Indonesische heerschappij over Nieuw Guinea, ook al hopen veel Papoeas dat het onderzoek daartoe wel een aanzet zal geven. Van Middelkoop: ,,Ik hoop dat men zich verstandig opstelt. Ik heb wat zorgen over de dynamiek die dit werk kan hebben. Op 1 december vieren de Papoeas een informele onafhankelijkheidsdag. Het bijbehorende vlaghijsen is door Indonesië verboden. In het verleden zijn er bij pogingen toch de vlag te hijsen dodelijke slachtoffers gevallen.''

Bron: Nederlands Dagblad, redactie politiek

« Terug

Nieuwsarchief > 2005

december

november

oktober

september

augustus

juli

juni

mei

april

maart

februari

januari