'In iedere overtijdbehandeling klinkt schel een noodklok'

Predictortestdinsdag 16 juni 2009 16:28

Het kabinetsbesluit over de overtijdbehandeling is wel degelijk een verbetering van de bestaande praktijk, betoogt Kamerlid Esmé Wiegman-van Meppelen Scheppink in reactie op de SGP'ers Bas van der Vlies en Willem de Wildt.

‘Als sterke voorstanders van abortus een wijziging van de regels steunen, moeten de alarmbellen gaan rinkelen.’ Dat is het kernargument van Bas van der Vlies en Willem de Wildt, waarmee ze betogen dat er niks ten goede verandert nu de overtijdbehandeling onder de Wet Afbreking Zwangerschap is gebracht (Reformatorisch Dagblad 12 juni, Nederlands Dagblad 15 juni). Volgens hen halen abortusactivisten zoals Women on Waves de schouders op - en dus kán dit kabinetsbesluit niet deugen; christelijk Nederland moet zich maar niet in slaap laten wiegen.

Het is een eigenaardige wijze van argumenteren, die de heren demonstreren. Ten eerste omdat de SGP’ers selectief zijn in het citeren van reacties; ze vermelden bijvoorbeeld niet dat pro life organisaties (VBOK en NPV), die aan de andere kant van het schip hangen en ook heus weten waar ze het over hebben, wel degelijk winst zien in het kabinetsbesluit. Ten tweede omdat men bij Woman on Waves allerminst de vlag gehesen heeft. Integendeel: Gunilla Kleiverda en Rebecca Gomperts, boegbeelden van de abortusboot, slaan in het Nederlands Juristenblad (12 juni) woest van zich af. Zij bestrijden het kabinetsstandpunt dat een overtijdbehandeling strafbaar is wanneer deze plaatsvindt buiten een ziekenhuis of kliniek met abortusvergunning, en ze voeren een vurig pleidooi om ook huisartsen de abortuspil (een ‘medicamenteuze overtijdbehandeling’) te laten verstrekken. Datzelfde bepleit Steven van Eijck, voorzitter van de Landelijke Huisartsenvereniging, in het vakblad Huisarts in de Praktijk. Hij roept het kabinet expliciet op z’n besluit te heroverwegen, want ‘vrouwen die hun zwangerschap willen laten afbreken, moeten dit kunnen laten doen zonder onnodige vertragingen en met een zo groot mogelijke vrijheid in de keuze voor de hulpverlener en de methode van de zwangerschapsafbreking’.

Women on Waves woedend, de liberale huisartsenlobby verongelijkt: volgens de SGP-spelregels zijn dat rake klappen in het voordeel van de pro life beweging. Maar dat is mijn manier van redeneren niet. Belangrijker dan ‘wie verslaat wie op punten’, vind ik de vraag: in welke richting beweegt zich het debat. Twintig jaar na de totstandkoming van de Wet Afbreking Zwangerschap lukte het in 2008 eindelijk tot een grondige evaluatie te komen. En nu blijkt het zelfs mogelijk de werking van de wet te verbeteren, conform het advies dat uit die evaluatie voortkwam: Garandeer de zorgvuldigheidseisen bij een overtijdbehandeling, door deze onder de Wet Afbreking Zwangerschap te brengen.

Ik wil die wijziging niet groter maken dan ze is. Maar de bagatelliserende SGP-retoriek mist doel. Hoe kun je de wet wijzigen zonder er een letter in te veranderen? Men neme een simpel, technisch voorbeeldje. Stel dat in de wegenverkeerswet staat: ‘Een auto moet veiligheidsgordels hebben’- hoe kun je dan, zonder een letter in die wet te veranderen, ervoor zorgen dat ook driewielers voortaan verplicht veiligheidsgordels hebben? Eenvoudig: door een besluit te nemen dat een gemotoriseerde driewieler vanaf bijvoorbeeld 450 kilogram, een auto in de zin der wet is. Zo heeft het kabinet een algemene maatregel van bestuur genomen betreffende de overtijdbehandeling; zo’n amvb verschijnt in staatsblad en is zo net hard en rechtsgeldig als de wet zelf.

Nogmaals: ik maak het otb-besluit niet groter dan het is. Maar na twintig jaar oorverdovende stilte is het beslist een stap vooruit dat abortus door deze regeringscoalitie niet uitsluitend als verworven recht van het individu, maar ook als probleem van de samenleving benaderd en benoemd wordt.

Om iets ten goede te veranderen in een land waar de overgrote meerderheid vóór het toestaan van abortus is, was het nodig dat de coalitiepartijen elkaar vonden in een gedeelde probleemstelling. Met behoud van verschillende opvattingen over de waarde van het ongeboren leven en de autonomie van de vrouw, is die overeenstemming gevonden in zes doelen: 1. Handhaven van wettelijke zorgvuldigheidsnormen; 2. Streven om het aantal ongewenste zwangerschappen terug te dringen; 3. Goed preventie- en voorlichtingsbeleid; 4. Optimale begeleiding van vrouwen die ongewenst zwanger zijn geraakt; 5. Keuzevrijheid, door een zodanig hulpaanbod dat ook het uitdragen van zwangerschap sociaal en financieel een reëel alternatief is; 6. Goede nazorg na beëindiging of na het uitdragen van een ongewenste zwangerschap.

Het kabinet heeft nu dus besloten dat een overtijdbehandeling (otb) onder de Wet Afbreking Zwangerschap valt. ‘Nou en’, kun je zeggen; ‘wij zagen een otb altijd al als een vroege abortus en het blijft verschrikkelijk dat zoveel prille mensenlevens worden beëindigd.’ Dat is zo, en dat moet gezegd blijven. Maar op tenminste vier van de zes hiervóór genoemde doelen betekent het ‘otb-besluit’ vooruitgang: 1. Een overtijdbehandeling wordt met alle zorgvuldigheidsnormen omringd die bij de afbreking van een zwangerschap horen; 2. De otb als schimmig eufemisme en als tasten in het duister, is voortaan geschiedenis: de zwangerschap wordt eerst onherroepelijk vastgesteld, en de ingreep die volgt is een (vroege) abortus waarvoor je naar de kliniek moet, niet een doktersbehandeling waarop je het als ‘anticonceptie achteraf’ kunt laten aankomen; 3. Wellicht gaat van de juridische en medische ernst van de behandeling een preventieve werking uit; 4. Om een vergunning te krijgen moeten ziekenhuizen en klinieken garanderen dat afbreking van zwangerschappen, ook binnen zestien dagen (de otb-termijn), uitsluitend plaatsvindt ‘indien de noodsituatie van de vrouw niet op andere wijze beëindigd kan worden’ (persbericht van het ministerie van VWS).

Een abortus, hoe vroeg ook (dus ook wat we voorheen een otb noemden), mag alleen worden uitgevoerd in een noodsituatie. Abortus is daarvoor, naar onze stellige en blijvende geloofsovertuiging, geen oplossing. En het moet ons dagelijks gebed zijn dat mannen geen ongewenste concepties meer veroorzaken en dat vrouwen al hun zwangerschappen, omringd door liefde en zorg, in blijde verwachting kunnen uitdragen. Maar zo lang dat niet waar geworden is, vind ik het winst dat de overtijdbehandeling niet zomaar iets is maar een serieuze ‘noodgreep’ die onder de Wet Afbreking Zwangerschap regardeert. Daardoor houden we voor ogen dat de vrouwen om wie het gaat, in nood gebracht zijn en hulp nodig hebben. Zolang die noodklok schel blijft luiden, sukkelen we echt niet zo snel in slaap als de SGP’ers veronderstellen.

Esmé Wiegman-Van Meppelen Scheppink is Tweede Kamerlid namens de ChristenUnie

Labels
Abortus
Esmé Wiegman
In de media
Tweede Kamer

« Terug

Reacties op ''In iedere overtijdbehandeling klinkt schel een noodklok''

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Nieuwsarchief > 2009 > juni

Geen berichten gevonden