Bijdrage Joël Voordewind aan het AO Vervanging F-16

woensdag 22 april 2009

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Het uitgangspunt van de  ChristenUniefractie is dat als onze militairen hun leven wagen in moeilijke  missies, zij moeten kunnen werken met het beste materiaal en dat dan het  liefst voor de beste prijs. Daarom vond mijn fractie het zeer belangrijk om  zo veel mogelijk informatie boven tafel te krijgen voordat wij dit debat  zouden voeren. Collega Eijsink en ik hebben een motie ingediend om daar  wat meer tijd voor te krijgen. Die tijd hebben wij gelukkig van de staatssecretaris  gekregen en daar dank ik hem voor. In die drie maanden hebben  wij namelijk nog heel wat belangrijke informatie naar boven gekregen. De  prijs van het eerste testvliegtuig was in januari niet bekend. Wij hebben  die pas een paar dagen geleden gekregen. De staatssecretaris kreeg pas  twee weken geleden van het NLR uitsluitsel over het geluid. Wij wachten  nog op de geluidscontouren. 

 

Mevrouw Eijsink (PvdA): De opmerking van de heer Voordewind verrast  me. Dan hadden wij dus in januari überhaupt geen debat kunnen houden.  De heer Voordewind had het over uitstel, maar zo heb ik het nooit  genoemd. Als op 18 december de kandidatenevaluatie naar de Kamer  gaat, kan het niet zo zijn dat wij voor 1 februari moeten besluiten. De heer  Voordwind zegt zelf dat wij de prijs nog niet wisten in januari en dat het  fijn is dat wij die nu wel weten. Dat debat hadden wij überhaupt niet  kunnen voeren zonder dat wij een motie hadden ingediend, neem ik aan. 

 

De heer Voordewind (ChristenUnie): Daarom heb ik samen met  mevrouw Eijsink die motie ingediend om drie maanden verlenging te  krijgen om belangrijke informatie te verzamelen. De prijs wisten wij niet.  Natuurlijk hadden wij de kandidatenvergelijking en daar stonden wel  prijzen in, maar de prijs van het eerste testvliegtuig wisten wij toen inderdaad  nog niet. Het is een rijtje waarvan ik zeg: goed dat wij die drie  maanden hebben gekregen. Ik zal het rijtje verder afmaken.  Wij hebben pas de laatste weken meer gehoord over de effecten op de  werkgelegenheid. Van de exploitatiekosten hebben wij inmiddels een  tussentijdse indexatie gekregen, waardoor wij een betere inschatting  kunnen maken van de exploitatiekosten. Ten slotte heeft de Kamer in de  afgelopen periode de mogelijkheid gehad om zelf informatie te verzamelen  tijdens de werkbezoeken die zij heeft afgelegd. Kortom, zonder de  verlenging had de Kamer zich grotendeels moeten baseren op de  kandidatenvergelijking. Gelukkig hebben wij nu een beter beeld, al blijven  er ook bij mijn fractie vragen. Die vragen blijven er volgens mij altijd in dit  soort grote projecten. Het blijft een zekere mate van risico met zich  meedragen omdat je altijd nog variabelen hebt die kunnen veranderen.  Toch vind ik het terecht dat de Kamer zich tot het uiterste heeft ingespannen  om een volledig beeld te vormen van de keuze voor een  opvolger van de F-16. De Rekenkamer stelt vervolgens wel dat de conclusies  van de auditdiensten niet verder strekken dan een oordeel over het  proces, maar dat lijkt mij ook logisch. Het lijkt mij heel lastig voor de  Rekenkamer, RAND en de auditdiensten om verder te gaan dan dat. Dan  hadden zij formeel de hele kandidatenvergelijking moeten overdoen en  waren zij op commercieel vertrouwelijke informatie gestuit die zij niet  hadden kunnen achterhalen.  Ik loop een aantal aspecten van de kandidatenvergelijking af om uiteindelijk  uit te komen bij het besluit van het kabinet om twee testvliegtuigen  aan te schaffen. Ik begin met de kwaliteit. De Advanced F-16 is een vernieuwde versie van  blok 60, de laatste geüpdate versie van de F-16 dus. Deze update betreft  de aanschaf van een verbeterd type F-16, maar het blijft een derde generatie  jachtvliegtuig, terwijl de F-35 alweer van een vijfde generatie is. In de kandidatenvergelijking komt dit vliegtuig zelfs nog duurder uit de bus dan  de Saab. Wij beschouwen het dan ook niet als een serieuze optie. De Saab  Gripen is een follow up van een eerdere versie van de Gripen en is vooral  bedoeld voor defensieve taken zoals Zweden en andere niet-gebonden  landen die voorstaan. In de kandidatenvergelijking scoort de Saab op  twee van de zes gevraagde missies een voldoende. De JSF is de opvolger  van de F-16 en de F-22 en het is een stealthvliegtuig. De bewapening en  de brandstoftanks zijn volledig intern ingebouwd waardoor het vliegtuig  langer onzichtbaar blijft voor de radar. Het komt als beste uit de bus in de  kandidatenvergelijking. De F-35 voldoet aan vijf van de zes missies. Met  een update in 2015 voldoet het mogelijk ook aan de zesde functie. 

 

Mevrouw Eijsink (PvdA): Ik lees in de brief van de staatssecretaris heel  duidelijk dat de F-35 in 2013 wordt geacht met een grote mate van zekerheid  vier van de zes generieke hoofdmissies succesvol te kunnen  uitvoeren en veel later pas mogelijk de zesde missie. Dit is de informatie  van nu en bovendien wordt er gesproken over een «grote mate van zekerheid  ». Kan de heer Voordewind hierop reageren? Het zijn er dus geen vijf.  Kan de heer Voordewind mij bovendien zeggen welke vier het zijn? Er zijn  er zes genoemd en ik weet niet om welke vier het gaat. Dat is van belang  voor onze operationele inzet. 

 

De heer Voordewind (ChristenUnie): Dat is een heel aardige vraag, maar  dat antwoord staat in de vertrouwelijke stukken. Daaruit mogen wij niet  citeren. Daarin heb ik dus mijn beperkingen. Ik constateer wel dat de JSF  qua kwaliteit als beste uit de bus is gekomen.  Over de aanschafprijs is nog niet alles helder. Dat komt ook omdat wij nog  geen vaste prijs krijgen. Die zouden wij wel kunnen krijgen, zoals collega  Knops zei, maar dan moet je met een groter opslagrisico gaan rekenen en  dat willen wij niet. Er is nu wel degelijk een richtprijs bekend. Voor zover  wij dat kunnen overzien komt die prijs beter uit dan de prijs van de  Advanced F-16 en de Saab.  Uit de kandidatenvergelijking blijkt dat er geen rangorde kan worden  aangebracht in de exploitatiekosten. De auditdiensten zeggen dit ook. Dat  is dus niet echt een onderscheidend element om de keuze op te baseren.  Over de werkgelegenheid hebben wij een heel debat gehad. Ik ken  dezelfde cijfers uit het CPB-rapport en het PwC-rapport. Zij spreken van  600 tot 1200 extra banen. Het bedrijfsleven heeft het over mogelijk 3000  banen en in de piek van de productielijn over 6000 banen in de jaren  twintig. Ik heb ook cijfers van de FNV gekregen. Het zijn allemaal geen  harde cijfers, maar ze zijn wel veel lager dan de cijfers die wij tot nu toe  hebben gehoord. Het is een element dat mijn fractie ook meeweegt, maar  het zijn geen harde cijfers. Ik heb daar nog wel vragen over. Kan de  minister van EZ toezeggen dat als het de JSF wordt, zij er bij het bedrijfsleven  alles aan doet om te voorkomen dat het werk, met name het  productiewerk, zal weglekken naar het buitenland? Hoe schat de minister  de kans in dat het bedrijfsleven orders gaat mislopen, mocht het besluit  tot aankoop en productie van de vliegtuigen later dan in 2010 worden  genomen? Lockheed Martin wil graag duidelijkheid over de productielijn  en de toeleveranciers en dus staat het bedrijfsleven op dit moment voor  een keuze om ca. 100 mln. te investeren. Is het te overwegen om een  garantiestelling af te geven voor het bedrijfsleven indien er uitstel komt,  zodat de risico’s voor het bedrijfsleven van de investeringskosten wordt  verkleind?  Dan kom ik op het geluid. Ook mijn fractie vindt het jammer dat de cijfers  over het start- en landingslawaai van de JSF de Kamer niet hebben  kunnen bereiken voordat wij er vandaag over spreken. Daarmee is er nog  geen volledig beeld over de geluidscontouren van de JSF. Wil de staatssecretaris  nogmaals in de Kamer verklaren dat hij garandeert dat de huidige  geluidscontouren niet worden overschreden? Mocht dat wel het geval zijn: is hij bereid om de kosten van isolatie, verhuizing et cetera voor zijn  rekening te nemen? Het gaat niet alleen om de geluidscontouren, maar  ook om de piekbelasting. Het kan zo zijn dat je je netjes aan de geluidscontouren  houdt, maar dat als je boven de piekbelasting uitkomt alsnog  alle ramen uit de woningen springen. Daar maak je mensen nog steeds  niet heel erg blij mee. Graag een toezegging van de staatssecretaris over  de geluidscontouren. Ik wil de staatssecretaris met klem vragen om te  kiezen voor het toestel met de F-136-motor, mocht de F-136-motor minder  geluid maken dan de F135, de huidige motor. Kan de staatssecretaris  toezeggen dat hij zich zal inspannen om bij de producent van de beoogde  F-136-motor erop aan te dringen het geluid zo minimaal mogelijk te  houden? Graag aandacht daarvoor.  Dan kom ik op de testvliegtuigen. Ook ik heb daarover nog wel wat  vragen. Ik heb eerder gezegd dat mijn fractie geen blanco cheques wil  uitschrijven als wij de prijs nog niet weten. Nu weten wij de prijs, 113  mln., maar wij weten nog niet of dat nu het uiteindelijke bedrag is.  Collega’s hebben al gevraagd of de btw, de trainingsbijdrage et cetera erin  zitten. Kan de staatssecretaris vandaag – omdat wij vandaag een besluit  moeten nemen – het precieze all inclusive bedrag noemen van het testvliegtuig?  Ik begrijp uit het addendum dat nu niet deelnemen aan de testfase en dus  het uitstellen van de aanschaf van de testvliegtuigen ons 50 mln. kost aan  al gekochte long lead items en uitstapkosten. Indien wij de testfase straks  alsnog zelf willen uitvoeren, zal ons dat 200 mln. extra kosten. Uitgaande  van het feit dat wij later alsnog mogelijk die twee testvliegtuigen moeten  kopen, zal uitstel van de testfase ons netto dus 220 mln. extra kosten. De  long lead items gaan dan namelijk mogelijk niet verloren, maar wij  moeten wel de uitstapkosten betalen. Klopt die redenering?  Ik heb uit het spoeddebat begrepen dat de staatssecretaris er geen  problemen mee zou hebben als de Kamer zou wensen dit jaar een besluit  te nemen over het eerste testvliegtuig en volgend jaar, als wij de prijs van  het tweede testvliegtuig weten, over een tweede. Kan hij dat hier nog  eens bevestigen?  Concluderend, de ChristenUnie wacht de beantwoording van het kabinet  af en daarna zal zij haar definitieve oordeel opmaken. 

 

Mevrouw Van Velzen (SP): U vraagt nu aan de staatssecretaris of één  testtoestel aanschaffen ook een optie is. In de media heeft u echter al  aangegeven dat dat uw mening is, dat u vindt dat dat moet gebeuren.  Daar hebt u de volgende uitspraak over gedaan: als je kiest voor een testtoestel,  heb je al een definitieve keuze gemaakt. Dat staat in het Parool  van 23 februari. Is dat nog steeds uw mening? Maakt u nu door te kiezen  voor de aanschaf van één testtoestel, een definitieve keuze voor de JSF? 

 

De heer Voordewind (ChristenUnie): Dat is niet het besluit dat nu voor  ons ligt. Ik ga niet verder vooruitkijken dan het besluit dat het kabinet ons  heeft voorgelegd en dat is het besluit over twee testvliegtuigen. Ik heb in  de media al gezegd dat mijn fractie niet bereid is om een blanco cheque  uit te schrijven voor een tweede testvliegtuig. Dat moet nog uitonderhandeld  worden en dat gaat pas aan het einde van dit jaar gebeuren.  Mogelijk krijgen wij volgend voorjaar de prijs te horen. Dan zullen wij  daarnaar kijken en die beoordelen. De regering regeert en het parlement  controleert. Het is dan aan het parlement om te kijken of de staatssecretaris  geslaagd is om binnen de begroting van 274 mln. te blijven. Ik wacht  dat af. 

 

Mevrouw Van Velzen (SP): De heer Voordewind die in het Parool stond,  zei iets heel anders. Die zei: als je kiest voor een testtoestel, dan heb je al  een definitieve keuze gemaakt. Dat is een helder verhaal. Waarom zegt  deze mijnheer Voordewind dan iets anders?

 

De heer Voordewind (ChristenUnie): Ik zie er hier maar een achter de  tafel zitten. Tenzij er andere middelen zijn gebruikt ... Ik herhaal mijn  standpunt: ik vind het verantwoord om nu een besluit te nemen over het  eerste testvliegtuig, want de prijs is duidelijk. Volgend jaar zal mijn fractie  een oordeel geven over de prijs van het tweede testvliegtuig. In de tussenliggende  fase kan van alles gebeuren. Daarom hecht ik er ook aan dat  volgend jaar weer een debat wordt gehouden. Ik vind wel dat op het  moment dat je een tweede testvliegtuig aanschaft – dat zal dan volgend  jaar gebeuren – je wel heel dicht bij een keuze voor de JSF komt. Als je  één testvliegtuig aanschaft, houd je die ruimte nog open. Je zou dan  namelijk nog kunnen zeggen: dat eerste testvliegtuig is goed terug te  verkopen. De opties liggen dan dus nog open. Als je echter weer een stuk  verder bent en je nog meer investeert dat de 800 mln. die wij al hebben  geïnvesteerd plus de prijs van dit testvliegtuig, dan kom je op een  gegeven moment wel op een point of no return terecht. 

 

De voorzitter: Mevrouw Van Velzen vroeg naar dat citaat. Is dat citaat  juist? Staat u daar nog steeds achter? 

 

Mevrouw Van Velzen (SP): Of had u misschien verdovende middelen  gebruikt toen u dat citaat afgaf? Dat is mij niet meer duidelijk. 

 

De heer Voordewind (ChristenUnie): Ik heb net een reactie gegeven. Wat  nu aan de orde is, is de aanschaf van testvliegtuigen. Wij wachten het  verdere verloop af. Onze inzet is om nu één testvliegtuig te kopen en dan  af te wachten wat de prijs van productievliegtuigen zal zijn. Daarna zullen  wij een besluit nemen over de volgende fase. 

 

De voorzitter: Ik denk dat mevrouw Van Velzen hier nog wel een vraag  over heeft. 

 

Mevrouw Van Velzen (SP): Is dat uw citaat, mijnheer Voordewind? 

 

De heer Voordewind (ChristenUnie): Ik heb gezegd, wat ik heb gezegd. 

 

De heer Brinkman (PVV): Ik zou de heer Voordewind ook willen vragen of  dat zijn citaat is, maar dat terzijde. Hij gaat daar natuurlijk geen antwoord  op geven. Maar zijn verhaal is ook niet consistent. Hij is met ons mee  geweest naar Amerika en hij heeft Lockheed gehoord. Lockheed heeft  gewoon gezegd: als u testtoestellen koopt, zult u er twee moeten kopen.  Niet één, maar twee. U kunt het dus wel op willen splitsen, mijnheer Voordewind,  maar u geeft vandaag wel degelijk een blanco cheque uit als u ja  zegt tegen één testtoestel. Daar bedot u de burger mee, want dat betekent  dat u een blanco cheque geeft voor een tweede testtoestel. Dat was namelijk  de minimale voorwaarde van Lockheed om mee te mogen doen met  die testfase. 

 

De heer Voordewind (ChristenUnie): Ik neem aan dat Lockheed Martin  zelf meeluistert, wellicht indirect. Ik vind het veel verstandiger, en ik denk  dat ik daarmee de onderhandelingspositie van de staatssecretaris steun,  dat wij nu geen blanco cheques uitschrijven voor het tweede testvliegtuig.  Dat moet eerst uitonderhandeld worden. Ik vind dat een veel sterkere  positie, ook vanuit de Kamer, dan wanneer nu een blanco cheque wordt  gegeven. De staatssecretaris heeft weliswaar een budget opgesteld, maar  wij zouden hier dan dus zeggen: als u dat budget overschrijdt, mag dat.  Laten wij volgend jaar een moment inbouwen om onze controlerende taak  uit te voeren. Dat versterkt de positie van de staatssecretaris. Tegelijkertijd,  mocht er onverhoopt nog van alles gebeuren tussen nu en een jaar –  wij weten dat wij een jaar geleden ook in een heel andere wereld zaten –  dan kunnen wij alles opnieuw bekijken.

 

De heer Brinkman (PVV): Ik vraag mij wel af in welke wereld u leeft.  Hetgeen u zegt, is namelijk feitelijk niet correct. Wij zijn als een stelletje  koopmannen naar Amerika geweest en wij hebben alles al uitonderhandeld.  Wij hebben alles geprobeerd. Wij wilden een stukprijs hebben en  wij wilden kijken of wij één testtoestel konden kopen. Maar dat gaat  gewoon niet. Dat heeft de staatssecretaris ook allemaal uitonderhandeld.  Gaat u nu dan ook niet een verhaaltje houden, waarvan u zelf weet dat het  niet deugt. Komt u nu gewoon met uw standpunt! Uw standpunt is, zoals  u eerder al in het Parool hebt gezegd, dat de aanschaf van testtoestellen  betekent dat er wordt gekozen voor de JSF. Wees gewoon een man en zeg  dat dat het is. 

 

De heer Voordewind (ChristenUnie): Ik ben blij dat de heer Brinkman zo  ferm aanstuurt op de aanschaf van testvliegtuigen en daarmee een keuze  maakt voor de JSF. 

 

De heer Brinkman (PVV): Dit is flauw, want dat doe ik helemaal niet. 

 

De heer Voordewind (ChristenUnie): Ik ben bij dezelfde gesprekken  geweest als u. Ik heb daar ook van Lockheed Martin gehoord dat de planning  die ik voorstel – nu één testvliegtuig kopen en volgend jaar een  tweede – prima past in het planningsproces dat nu is afgesproken. Technisch  kan dat dus prima. Verder is er nog helemaal niets uitonderhandeld.  De heer Brinkman verspeelt zijn positie als hij nu akkoord zou gaan met  een tweede toestel. De staatssecretaris moet het, als het gaat om dat  tweede testvliegtuig, nog wel degelijk uitonderhandelen. Laten wij echter  niet op de feiten vooruitlopen. 

 

De heer Brinkman (PVV): Dus als de Amerikanen het tweede testvliegtuig  terugkopen is alles oké. Dat is dan de enige optie. Of zie ik dat verkeerd? 

 

De heer Voordewind (ChristenUnie): Je moet niet op de feiten vooruitlopen,  je moet de onderhandelingen straks voeren en nu alvast blanco  cheques geven. Mocht onverhoopt de wereld instorten en alle JSFvliegtuigen  naar beneden komen en wij ons willen beraden, dan kunnen  wij daar volgend jaar opnieuw over praten. 

 

Mevrouw Peters (GroenLinks): Het CDA wil twee testtoestellen hebben,  de ChristenUnie wil er één. Dit is een beetje een virtuele discussie, want  Lockheed vindt dat niet goed. Maar ook de PvdA vindt dat niet goed. Die  wil geen testtoestellen hebben. Wat vindt u daarvan? Steunt u uw coalitiepartner  daarin? 

 

De heer Voordewind (ChristenUnie): Als u het CDA bedoelt, dan krijgt u  een ja. Ik heb het standpunt van de PvdA ook gehoord. 

 

Mevrouw Peters (GroenLinks): U zegt dat u het CDA steunt. Uw pleidooi  voor één testtoestel trekt u dus in en u wilt er, net als het CDA, twee. 

 

De heer Voordewind (ChristenUnie): Het standpunt van de ChristenUnie  is duidelijk: nu één testvliegtuig en volgend jaar een tweede.  Verder heb ik een aantal vragen gesteld en heeft de PvdA een aantal  vragen gesteld. Ik wacht de reactie van de staatssecretaris af. Ik denk dat  wij morgen in het VAO finale conclusies gaan trekken. 

 

Mevrouw Peters (GroenLinks): Het bijzondere van vandaag is nu juist dat  de PvdA nu eens geen nadere vragen heeft gesteld, maar stelling heeft  genomen en hom en kuit heeft gegeven. De PvdA wil geen testtoestellen.  Het is niet voldoende om de eerste termijn af te laten lopen, zonder  daarop te reageren. Het is uw coalitiepartner. Mogelijk heeft de coalitie nu een heel groot probleem. Wat is de positie van de ChristenUnie daarin?  Hoe gaat u dat oplossen? 

 

De heer Pechtold (D66): Ik heb het even op mij laten inwerken en ik heb  nu enig overzicht: het is nul, een of twee. De PvdA wil geen testtoestel, de  ChristenUnie wil er één en het CDA wil twee testtoestellen. Wil de heer  Voordewind niet liever even rust nemen? Ik heb nog een aantal vragen  gesteld aan de staatssecretaris en niets uitgesloten. Laten wij de staatssecretaris  aan het werk sturen. Waarom die rare tussenoplossing? Als  oud-veilingmeester kan ik daar wel iets voor voelen, maar ik vind het raar  om te zeggen: geen nul of twee, dan doen wij er één. 

 

De heer Voordewind (ChristenUnie): De overweging van mijn fractie om  nu één testtoestel aan te schaffen, is dat wij geen blanco cheque willen  geven voor een tweede toestel. Dat lijkt mij een heel redelijke en logische  redenering voor een parlementariër die de regering wil controleren. Als  het om dit soort grote bedragen en projecten gaat, moet je eerst een prijs  horen van de regering voordat je zelf weer een oordeel kunt vellen.  Wat mevrouw Eijsink betreft: ik heb wel degelijk een vraag gehoord. Zij  heeft gezegd welke richting zij op wil gaan en ik wacht af welke mogelijkheden  of onmogelijkheden de staatssecretaris in zijn reactie gaat noemen. 

 

Mevrouw Van Velzen (SP): De heer Voordewind heeft gelijk dat Lockheed  Martin heeft aangegeven dat het in orde is om nu één toestel en volgend  jaar een tweede toestel te bestellen, mits het commitment wordt uitgesproken  dat er twee worden besteld. Dat commitment spreekt de heer  Voordewind niet uit. Zijn optie is dus niet mogelijk: het is nul of twee  toestellen. De keuze is aan hem: nul of twee. 

 

De heer Voordewind (ChristenUnie): Als er van alles misgaat tussen nu  en een jaar, bestaat de mogelijkheid om het vliegtuig dat wij hebben  aangeschaft, te verkopen. Dan hoeven wij niet terug te komen op dat  tweede toestel en kunnen wij gewoon terug. Dat is de escape voor de  Kamer als zij heeft ingestemd met de aanschaf van één toestel. 

 

Mevrouw Van Velzen (SP): Dat is niet de escape van de Kamer, maar de  escape van mijnheer Voordewind. Het is echter geen realistische optie.  Het is nul of twee, maar hij maakt geen keuze. Wij hebben het vandaag  over twee testtoestellen en over niet vooruitlopen op de feiten, maar toch  zie ik hem veelvuldig in de media verschijnen met het verhaal dat wij niet  85 testtoestellen – sorry, 85 JSF’s, maar in feite zijn het natuurlijk allemaal  testtoestellen – aanschaffen, maar 35. Ik mag van hem niet vooruitlopen  op de feiten, maar wat wil hij met zijn pleidooi om 35 JSF-toestellen aan  te kopen? Wat is zijn boodschap aan het Nederlandse bedrijfsleven, als hij  op dat punt vraagtekens zet bij de intenties van de regering? 

 

De heer Voordewind (ChristenUnie): Wij hebben van Lockheed Martin  een heel duidelijke optie gekregen. Wij waren allemaal op zoek naar een  vaste prijs. Lockheed Martin kon die op dat moment niet geven, tenzij het  een skyhigh prijs zou mogen zijn. Dat wilden wij niet, want dat was een  prijs waar hoge risico-opslagen in zaten. Wij hebben doorgevraagd en  daarop kwamen wij uit op de mogelijkheid van een consortium buy. Het  ging toen om 35 vliegtuigen. Een voorstel voor een dergelijke consortium  buy komt mogelijk volgend jaar naar de Kamer. De inzet was om een  vaste scherpe prijs te krijgen. Dat zou kunnen via die consortium buy. Als  die consortium buy niet loskomt, moeten wij wachten totdat wij een  goede, scherpe, vaste prijs kunnen krijgen. 

 

Mevrouw Eijsink (PvdA): De heer Voordewind sprak zo-even over mijn  optie. Ik neem aan dat hij verwijst naar mijn optie over vlieguren inhuren. Verder heb ik nog twee vragen aan hem. Als je één toestel koopt, doe je  dat niet om het weer te verkopen. Ik neem aan dat bij hem thuis ook niet  iets wordt aangekocht met het idee dat het toch weer kan worden  verkocht. Dat is een rare intentie. Collega’s hebben al verwezen naar Het  Parool en daaruit geciteerd. Ik heb nog meer artikelen gelezen waaruit ik  de heer Voordewind kan citeren en waarin hij heel duidelijk een link legt,  in de zin dat je, als je nu een testtoestel koopt, heel duidelijk gaat voor het  geheel. Daar zou ik graag wat opheldering over hebben.  De heer Voordewind heeft het over de prijs die nu genoemd zou kunnen  worden, waarbij je last hebt van de risico-opslag. Dat is dus allemaal nog  heel onzeker. Mijn vraag gaat over informatie van vorige week woensdag  aan de Kamer, toen het ook ging over de consortium buy. De staatssecretaris  zegt dan, en ik citeer hem: «Het is echter niet zeker of een CB voor  april 2010 tot stand komt.» Even voor de duidelijkheid, ook over eerdere  opmerkingen van mij: als ik citeer, zeg ik altijd «ik citeer».  Ik lees een tweede citaat voor, op bladzijde 12 van hetzelfde stuk: «Er is  ook een keerzijde aan CB-deelneming. De CB vermindert de flexibiliteit  van de jaarlijkse bestelsystematiek, waarin financiële verplichtingen  gespreid worden aangegaan. Daarnaast brengt de CB mogelijk risicoopslagen  in de prijs met zich mee.» Ook hier gaat het over risicoopslagen.  Ik heb altijd gedacht dat een consortium buy inhield dat je  samen met een aantal landen een aantal toestellen koopt tegen een fixed  price. Die weten wij dan. De staatssecretaris zegt dus eigenlijk, net als de  auditdienst in reactie op het jaarverslag van 27 maart, dat als er extra  kosten komen, de afnemer betaalt, want Lockheed Martin wenst echt geen  enkel risico te dragen. Kunt u op die twee vragen reageren? 

 

De heer Voordewind (ChristenUnie): Ik heb dezelfde brief gelezen. Ik  weet ook dat er zelfs in een consortium buy een risico-opslag zit. Je doet  een aankoop voor vijf jaar. Daarbij zijn weliswaar de aantallen gefixeerd  van de toestellen die door de internationale partners worden aangeschaft,  maar de producent wil daar toch een risico-opslag bovenop kunnen  leggen, omdat hij niet weet hoe de dollarkoers zich ontwikkelt, hoe de  grondstoffenprijzen zich ontwikkelen, hoe de lonen zich ontwikkelen enzovoorts.  Dat soort risico’s wil hij afgekocht hebben in een bedrag dat hij  erbovenop legt. Dat dit gebeurt, begrijp ik. Ik vind niet dat je altijd voor die  consortium buy moet gaan, maar het is wel een mogelijkheid om een  vaste prijs te krijgen. Maar wij mogen geen dief van onze eigen portemonnee  zijn en moeten goed bekijken of wij wel een scherpe prijs betalen  en of wij niet toch moeten overgaan tot aanschaf per jaar, zoals de Amerikanen  dat tot 2015 of 2016 ook doen. Daarmee praten wij wel over de  situatie na het besluit dat wij nu moeten nemen, de aanschaf van een  testvliegtuig, of, zoals anderen dat willen, van twee testvliegtuigen. 

 

Mevrouw Eijsink (PvdA): Niet alleen in Het Parool maar ook in andere  media zijn citaten van de heer Voordewind te vinden dat, als je een testtoestel  koopt, je eigenlijk wel met het langere project bezig bent. 

 

De heer Voordewind (ChristenUnie): Ik heb gezegd dat het een way-out  is wanneer zich een heel andere situatie voordoet, omdat je als parlement  alleen nog maar goedkeuring hebt gegeven voor de aankoop van slechts  een vliegtuig. Als het goed gaat, staat niets je in de weg om alsnog naar  de prijs te kijken en de staatssecretaris toestemming te geven voor de  aankoop van een tweede testvliegtuig. Als wij er straks heel anders voorstaan  of als de prijs toch sky high is, dan is er een moment waarop de  Kamer haar controlerende taak kan uitoefenen en hier scherp met de  staatssecretaris over kan spreken. Zij kan dan zelfs tegen de staatssecretaris  zeggen dat het genoeg is geweest.

 

Mevrouw Eijsink (PvdA): Als ik de heer Voordewind goed begrijp, zegt hij  dat de consortium buy leidt tot een prijs. Vervolgens kan er meer geld  nodig zijn, bijvoorbeeld omdat de ontwikkelingsfase, zoals wij sinds  vandaag weten, weer langer duurt. In de VS duurt de invoerreeks ook  weer langer, want in de ontwikkelingsfase zullen de Amerikanen geen  groot aantal per jaar bestellen. Amerika zal geen grote aantallen bestellen  en dat per jaar doen. Dat is dus ook heel onzeker. Gelet op wat de staatssecretaris  ons heeft laten weten en gelet ook op wat de heer Voordewind  zelf zegt, dan is er wel één prijs, maar Lockheed Martin is niet verantwoordelijk  voor alles wat daarbij komt. De extra kosten mogen de acht partnerlanden  elk jaar nog eens gaan bijplussen. Die kosten kunnen wij niet overzien,  maar zouden wij natuurlijk heel graag willen overzien. Als het gaat  om risico’s voor de belastingmiddelen en ook risico’s voor de kwaliteit,  dan zou je toch zeggen dat je toch echt een fixed price moet hebben.  Begrijp ik nu dat de heer Voordewind zegt dat er geen enkele mogelijkheid  is om een fixed price te vernemen? 

 

De heer Voordewind (ChristenUnie): Mevrouw Eijsink laat een belangrijk  aspect weg: het voordeel van een consortium buy. In de VS hebben wij  gehoord dat Lockheed Martin bereid is om de planningsgetallen, de  aantallen die de Amerikanen willen aanschaffen, te fixeren op het moment  dat wij een consortium buy zouden willen aangaan. Als die niet zouden  worden gefixeerd, zouden deze, afhankelijk van de jaarlijkse budgettering  van het Amerikaanse Congres, gigantisch naar beneden of naar boven  kunnen gaan. In deze tijden zal dat eerder naar beneden dan naar boven  zijn, hoewel de prijs op dit moment stabiel is. Lockheed Martin heeft  gezegd: bij een consortium buy fixeren wij de aantallen van de Amerikanen,  waardoor wij in ieder geval ruwweg duidelijkheid hebben over een  prijs voor de komende vijf jaar. Dat is het voordeel van een consortium  buy. 

 

Mevrouw Eijsink (PvdA): Ik begrijp het even niet zo goed. In de jaarrapportage  aan de Kamer zegt de staatssecretaris dat een van de grootste  risico’s is gelegen in de Amerikaanse invoerreeks, omdat de Amerikanen  die per jaar bepalen.  Wij kunnen het dus helemaal niet voor vijf jaar bepalen. In de stukken van  de staatssecretaris en in de jaarrapportage van 27 maart staat dat de  invoerreeks is gekoppeld aan de ontwikkelingsfase. Je kunt dus niet een  aantal jaren vooruit bepalen, zoals u zelf ook zegt. Een prijs vaststellen is  dus lastig; dat gebeurt ook niet. 

 

De heer Voordewind (ChristenUnie): Als je bepaalt dat je een consortium  buy wilt, heb je een deal met acht internationale partners. Zoals het er nu  voorstaat, gaat dat over vijf jaar – van 2014 tot 2018 – om 353 vliegtuigen.  U hebt de desbetreffende sheets in de VS gezien. Van die vliegtuigen  zouden wij er 35 doen. Lockheed Martin heeft daarbij gezegd – daar was u  ook bij – dat het de aantallen van de Amerikanen op dat moment virtueel  fixeert. Anders gezegd: Lockheed Martin laat de aantallen van de Amerikanen,  die inderdaad kunnen fluctueren, buiten beschouwing om ons het  risico te besparen dat die aantallen een grote invloed hebben op onze  prijs. Dat is een aantrekkelijke kant van de consortium buy, maar dan nog  moet je afwachten of dat op dat moment de scherpste prijs is. 

 

De heer Van der Staaij (SGP): Ik heb een vraag over het mogelijk  opschorten van de besluitvorming over een tweede testtoestel. Wat is het  wezenlijke verschil met wat de regering in de stukken heeft aangegeven,  namelijk dat het daadwerkelijk aangaan van de verplichting tot aanschaf  van het tweede testtoestel is voorzien voor februari 2010, dus eigenlijk  ook al over een jaar?

 

De heer Voordewind (ChristenUnie): Dat klopt. De staatssecretaris staat  nu voor het moment om maar één vliegtuig aan te schaffen en volgend  jaar het tweede toestel. Mijn voorstel zou dus exact parallel lopen met de  planningscyclus van de staatssecretaris. Ik bouw een extra controlemoment  voor de Kamer in om te zeggen: «Hoe is nu de stand van zaken,  staatssecretaris? Hebt u nu een prijs gekregen voor het tweede testvliegtuig?  » We hebben dan als Kamer een moment om te vragen of dat  klopt en of de staatssecretaris binnen zijn budget van 274 mln. voor de  twee testvliegtuigen zit. Of zit hij daarboven? Ik heb ook vragen gesteld  over de precieze prijs inclusief btw et cetera van het eerste testvliegtuig.  Dan heeft de Kamer dus nog een beslismoment. 

 

De heer Van der Staaij (SGP): Ook als je nu de principebeslissing voor  de twee testtoestellen zou nemen zoals de regering dat wil, heb je altijd  nog de mogelijkheid van een debat voordat de verplichting daadwerkelijk  wordt aangegaan. Heeft uw voorstel niet het risico dat wij over een jaar  weer het hele circus krijgen en dat dan wordt gezegd dat er toch nog even  kandidaten moeten worden vergeleken? Ik hoor mevrouw Eijsink alweer  vragen stellen en voorstellen doen. Hoe schat u dat risico in? 

 

De heer Voordewind (ChristenUnie): Mijn voorstel is juist gebaseerd op  de controletaak van de Kamer. Dit geeft de Kamer de mogelijkheid om de  prijs, die er dan pas is, tegen het licht te houden en om te bezien of dat  een scherpe prijs is. Het versterkt de onderhandelingspositie van de  staatssecretaris ten opzichte van Lockheed Martin. Het lijkt mij dus een  heel verstandig voorstel, maar dat vind je volgens mij altijd van je eigen  voorstellen. 

« Terug