Duurzaamheid is ‘big business’

zaterdag 09 april 2005 09:56

Natuur en techniek lijken in onze geïndustrialiseerde samenleving elkaars natuurlijke vijanden. Waar economie terrein wint, betaalt ecologie vaak de prijs. “Dat hoeft niet. Wie ernst maakt met duurzame technologie kan de balans herstellen”, zegt prof. ir. Jan Harmsen. Zelf belichaamt hij de synthese. Behalve hoogleraar duurzame technologie aan de TU-Delft is hij al bijna dertig jaar werkzaam voor oliegigant Shell. Dé man dus voor een vraaggesprek over het grote conflict. Maar vooral, over duurzame oplossingen.

“Pas als elke boom is geslecht, elke rivier is vervuild en elke diersoort is uitgestorven, pas dan realiseert de mens zich dat je geld niet kunt eten.” Dat is de vrije vertaling van een beroemde Indiaanse wijsheid. Behalve een scherpe aanklacht klinkt er een indringende waarschuwing in door.
Die toon past bij Jan Harmsen. Niet voor niets hangt de spreuk levensgroot aan de wand in zijn werkkamer aan de TU-Delft. “Ik houd van dat irritante toontje. Dan blijft er wat over voor discussie. De moraal lijkt mij dat je als mens alleen besluiten kunt verantwoorden waarvan je de gevolgen kunt overzien. Dat geldt bij uitstek voor ingrepen die de natuur aangaan. Voor bepaalde indianenstammen was dit een serieus uitgangspunt. Een besluit kon alleen doorgang vinden als voor zeven generaties de gevolgen voorspeld konden worden.”
In de Westerse wereld een moeilijk toepasbaar principe, moet ook Harmsen toegeven. “Daarvoor is onze cultuur te zeer onderhevig aan verandering. Het ‘kwartaal’ is bedrijfseconomisch gezien de belangrijkste tijdseenheid. En voor research is vier jaar al een hele periode. Maar het geeft hoe dan ook iets weer van de zorg die we moeten hebben voor onze leefomgeving en die van de generaties na ons.”
 
Oliecrisis
Harmsen, geboren in 1950, groeide op in de Achterhoek. Door zijn interesse voor zowel natuur als techniek koos hij voor een studie chemische technologie, afstudeerrichting technisch milieubeheer. In 1977 kwam hij bij Shell terecht als onderzoeker. De oliecrisis was in volle gang. Koortsachtig werd gezocht naar betaalbare alternatieven voor de schreeuwend dure olie. Shell investeerde in een onderzoeksproject om biomassa om te zetten in de brandstof ethanol. Harmsen ging naar Engeland om hier met een team biotechnologen aan te werken. “Grappig genoeg had een land als Brazilië toen al volop ethanol ontdekt. Een miljoen auto’s reed er al op rond. Deze brandstof werd geproduceerd met behulp van suikerriet.” Maar Shell wilde verder gaan. Door ethanol uit suiker te winnen bleef de brandstof aan de dure kant. Bovendien is het niet aantrekkelijk om te concurreren met voedsel. Om die reden zochten de onderzoekers naar een micro-organisme om hetzelfde ethanol te winnen uit cellulose. Dat is het basisingrediënt van bomen en planten. “Ik zie de foto’s nog voor me met die enorme bergen riet. Dat bleef allemaal liggen nadat de suiker eraan was onttrokken. Je moet je voorstellen dat je juist dat afval kunt omzetten in een efficiënte brandstof”, aldus de enthousiaste hoogleraar. “Helaas zijn we daar indertijd niet in geslaagd. Maar dit type onderzoek is nog altijd actueel. Als de olieprijs onverminderd hoog blijft, zijn dergelijke alternatieven buitengewoon interessant.”
 
Overleven
Die hoge olieprijs legt Shell voorlopig geen windeieren. Het boekjaar 2004 kon worden afgesloten met een nettoresultaat van 24 miljard dollar. Dat maakt de multinational tegelijk niet de meest voor de handliggende pleitbezorger van duurzaamheid. Harmsen: “Het motief voor Shell om duurzame technologie te ontwikkelen is eenvoudigweg overleven. We werken bijvoorbeeld met scenario’s dat over vijftig jaar zonlicht wereldwijd de belangrijkste energiebron is. Dan gaat het over biomassa en over toepassing van zonnecellen. In Nederland voorzie ik dat over tien jaar met name de zonnecel enorm aan terrein heeft gewonnen. Deze ontwikkelingen moet ook Shell bijbenen, anders missen we de boot.”
Behalve in zonnecellen investeert de multinational het komende decennium een miljard euro in energiewinning uit biomassa, waterstof en brandstofcellen. Harmsen: “Je kunt fundamenteel niet voorspellen wat wel of niet verkoopt. De topman van Shell, Jeroen van de Veer zegt dan: ‘we hebben veel potjes op het vuur staan’. Dat moet ook wel, want we weten niet wie de winnaar wordt. Misschien maar goed ook, want het noodzaakt iedereen om met creativiteit naar nieuwe duurzame energiebronnen te zoeken.”
Duurzame technologie is hoe dan ook geen randverschijnsel. Daarvan is Harmsen overtuigd. In tegenstelling tot wat veel mensen denken is het ‘big business’. “Mijn studenten hebben vaak het gevoel dat het met duurzaamheid toch niks wordt. Dat het alleen iets is voor notoire wereldverbeteraars. Ik begin met hen uit te leggen dat een duurzaam proces altijd winst maakt. Als iets duur is, wijst dat op het gebruik van schaarse goederen. Dat wil je juist niet. Door in een vroeg stadium meer te investeren in ontwikkeling van duurzame alternatieven kun je uiteindelijk tegen lagere kosten produceren. Dat geeft vervolgens voordelen ten opzichte van je concurrenten.”
 
Voorraden
Harmsen: “De kracht van duurzaamheid is dat het drie dimensies verenigt, namelijk de sociaal-culturele, economische en ecologische dimensie. In dit perspectief is een technologie pas echt duurzaam als zowel de mens, het algemeen welzijn als het milieu erbij gebaat zijn.” Hij plaatst wel de kanttekening dat dit een sterk mensgerichte benadering is, die bovendien vooral naar het heden kijkt. “Het is naar mijn mening belangrijk om hier het voorzorgprincipe aan toe te voegen. Dat wil zeggen dat je een handeling niet uitvoert als je op langere termijn de gevolgen ervan op de natuur niet kunt overzien. Door toepassing van dit voorzorgprincipe heb je oog voor de komende generaties.”
De noodzaak van duurzame technologie is jarenlang vooral gemotiveerd met een verwijzing naar de beperkte voorraden aan fossiele brandstof. Toch blijkt niet in de eerste plaats de voorraad, maar de beperkte productiesnelheid een probleem te zijn. “Je hoort al 200 jaar dat we nog maar 40 jaar door kunnen met de reserves. Dat punt wordt steeds verschoven door met name de verbetering van productietechnieken”, legt Harmsen uit. Inmiddels lijkt het er volgens hem echt op dat de productiesnelheid een limiet heeft bereikt. Dit komt ook doordat de velden waaruit gewonnen moet worden steeds moeilijker bereikbaar zijn. “Naar schatting is nog 10.000 gigaton aan fossiele brandstof beschikbaar. Het merendeel daarvan zijn kolen. Met het huidige verbruik kunnen we als wereldgemeenschap nog 1600 jaar verder. Bij nader inzien blijkt echter slechts 10 procent winbaar. Zelfs dan kunnen we nog 40 jaar met de olie en nog 200 jaar met de kolen doen. Ware het niet dat de economische factor van de prijsstijging ons op de hielen zit”, aldus de Delftse hoogleraar.
De olieproducerende landen kunnen naar zijn inschatting niet veel sneller meer produceren dan ze nu doen. Het gevolg is schaarste en een hoge olieprijs. “Dit staat nog los van de vraag of de effecten op het milieu nog langer aanvaardbaar zijn. Hier zijn besparingen en duurzame technologie de antwoorden naar de toekomst.”
 
Kabinet
Tot groot ongenoegen van de hoogleraar is de Nederlandse overheid helemaal niet zo overtuigd van de kracht van duurzaamheid. “De overheid doet veel te weinig moeite om ernst te maken met duurzame vormen van energie en technologie. Ik zie hierin vooral de invloed van VVD en LPF. Maar ook het huidige CDA legt absoluut geen prioriteit bij milieu en duurzaamheid. De initiatieven moeten van het bedrijfsleven komen. Een noordelijk land als Zweden heeft met eenzelfde welvaartspeil beduidend minder CO2 -uitstoot.” Harmsen ziet hierin een bevestiging van hoe de terugtrekkende overheid de effecten van klimaatverandering meer en meer afwentelt op de samenleving. “We hebben de neiging om op de lange termijn de natuur onze rekeningen te laten betalen. De dominante technocratische cultuur van de westerse wereld is daar debet aan.” Diezelfde technocratie staat volgens Harmsen innovatie in de weg. “Juist de overheid moet de lange termijnvisie opbrengen om duurzame technologie te stimuleren. Maar ook hierin loopt het kabinet heel duidelijk achter de VS aan.” En dat terwijl een technologie op duurzame basis de natuur juist kan beschermen. “We hebben de opdracht te bouwen èn te bewaren. De Bijbel begint er mee. Het is ook mooi dat die twee begrippen in één zin genoemd worden. Dat is voor mij zowel als wetenschapper, christen en natuurliefhebber een boeiende uitdaging. Ik kom zelf uit de Achterhoek. Hier zie je hoe een landschap dat volledig is gecultiveerd, toch een bijzonder interessante flora en fauna heeft. De truc is om dankbaar gebruik te maken van natuurlijke kringlopen, zonder deze te belasten.”
 
Rekensom
Wie praat over duurzaamheid, praat over de verantwoordelijkheid om ons leefmilieu uit de rode cijfers te krijgen. Daarin heeft iedereen een rol, zo vindt ook Harmsen. Een simpel rekensommetje leert dat jaarlijks per wereldburger een ton fossiele brandstof wordt verstookt. In totaal is dat goed voor 6 gigaton. “Dat is op zich het probleem niet eens. De natuur stoot zelf maar liefst 60 gigaton uit in de vorm van verrottingsprocessen. Met het grote verschil dat diezelfde CO2 in principe weer wordt teruggehaald door plantengroei in de vorm van fotosynthese.” In principe, want door de regenwouden aan te tasten, blijft een deel hiervan alweer hangen in de atmosfeer.
Harmsen heeft in dit verband een verrassing in petto. “Iedereen praat over het broeikaseffect en de temperatuurstijging. Maar broeikasgassen zijn juist fantastisch. Anders was het wereldwijd gemiddeld -17 ºC, terwijl het nu een behaaglijke 15 graden is.” De waterdamp uit oceanen zorgt voor een opwarming van 21 ºC. CO2-emissies zijn verantwoordelijk voor 7 ºC stijging, rekent Harmsen voor. “Op dat laatste deel oefent de mens invloed uit. De temperatuurstijging is echter relatief klein. Maar naarmate we meer uitstoten neemt het broeikaseffect hand-over-hand toe. Het overschot aan energie dat daardoor in de atmosfeer belandt, moet zich op de een of andere manier ontladen. Dat manifesteert zich onder meer in stormen en regenval.” Dit is wezenlijke probleem in de discussie over klimaatverandering.
 
Zorgwekkend
Energie zoekt hoe dan ook een uitweg. Een van de meest zichtbare effecten is een toename van het aantal stormen. De economische schade in Europa en de VS bedraagt al 80 miljard dollar per jaar, gemeten over een periode van tien jaar. Harmsen: “Het kan dan ook nooit lang meer duren voordat de VS alsnog Kyoto ratificeren. De fysieke schade door orkanen en tornado’s is zo enorm dat dit onvermijdelijk wordt.”
Een ander omvangrijk milieuprobleem is de Aziatische bruine wolk. Dat is een kolossale wolk die bestaat uit zwavel en andere zure gassen. Omdat de komende jaren vooral uit die hoek economische groei valt te verwachten, ziet het er naar uit dat de wolk alleen maar groter wordt. “Het is nu op het punt gekomen dat interactie mogelijk is met de beschadiging van de ozonlaag. De opkomende economieën in met name China en India draaien op installaties die niet voldoen aan de laatste milieunormen”, zegt hij ter verklaring. De kunst is volgens Harmsen dan ook om juist nu de groei zich aandient, de laatste en nieuwste technologieën toe te passen. “In de praktijk gebeurt dit ook. Groei betekent dat er veel nieuwe industrie wordt gebouwd. Daar doet zich de kans voor om betere technologie te installeren. Ik weet dat Shell bijvoorbeeld veel steenkoolvergassers in China verkoopt. Hierdoor worden zwavel en roetdeeltjes verwijderd waardoor alleen het schone gas wordt verbrand. Dit biedt overigens nog geen oplossing voor de CO2 – uitstoot”, maakt de wetenschapper duidelijk.
In zijn beschrijving van zorgwekkende milieu-effecten door menselijk handelen, houdt Harmsen zich strikt aan de feiten. Het verspreiden van angstaanjagende rampverhalen is aan hem niet besteed. “Neem die BBC-film over de loopband van water die de temperatuur van de oceanen bepaalt. Dat is een heel subtiel proces dat vrij gemakkelijk verstoord raakt. Als dat gebeurt, zijn de gevolgen niet te overzien. Een ramp ligt dan in het verschiet. Maar hoe zeker dat is, doet voor mij niet terzake. Het enige gunstige effect van angstverhalen is dat mensen terecht bezorgd worden. Uiteindelijk maakt het niet uit of je met een zekerheid van tien of vijftig procent kunt zeggen dat we op een tijdbom leven. Je wilt dit niet, klaar uit. Waar het om gaat, is zorg voor de schepping. Overigens ben ik een extreme optimist. Maar dat is geen wetenschappelijke, maar een psychologische gesteldheid.”
 
Energie
Het belang van energie is evident. Het is de brandstof voor een economie die altijd vooruit wil. En bovendien; zonder benzine staan we stil, zonder stroom zitten we in het donker, zonder gas krijgen we het koud. Maar wat is energie? Harmsen: “Energie is op zich niks. Het gaat om de kwaliteit van energie. Neem warmte. Op kamertemperatuur kun je daar niks mee beginnen. Maar bij 200 ºC wordt het interessant. Dan kun je druk opbouwen om daarmee beweging of arbeid te veroorzaken. De temperatuur van de warmte bepaalt in dit geval de hoeveelheid energie die je eruit kunt halen. Ditzelfde geldt bijvoorbeeld voor de hoogte van water. Energie is te gebruiken als arbeid. Dat is de definitieve kracht in een gewenste richting”, vat Harmsen samen.
Zelf vindt hij van de beschikbare energiebronnen water de mooiste. “Ik weet van mezelf dat ik als jongen urenlang in de regen kon spelen. Gewoon kijken hoe een stroompje water takjes meevoert en zich een weg baant. Ik heb nu een promovendus die erop studeert hoe je energie kunt winnen uit rivierwater dat in het Noorden van het land de Waddenzee instroomt. Een buitengewoon interessant project waar echt perspectief in zit.” Deze zogenoemde ‘blauwe energie’ zou daar volgens berekeningen 100 megawatt aan elektriciteit kunnen opwekken. “Een enorme hoeveelheid als je in aanmerking neemt dat een joekel van een windmolen net 1 megawatt haalt. Er zijn nog wel heel wat hobbels te nemen. De technieken die we willen toepassen zijn nu nog erg kostbaar. En we willen de lokale ecologie van de Waddenzee niet verstoren. Want ook dat is duurzaamheid.”
 
Politiek
“De ChristenUnie doet het op milieuterrein goed in verhouding met andere partijen. Milieu heeft behoorlijk veel aandacht”, vindt Harmsen.
Het grensoverschrijdende karakter van de problemen met CO2 vraagt volgens Harmsen om aanpak via Europa. “Europarlementariër Hans Blokland zie ik daarin als een belangrijke speler. Hij is onder andere voortrekker geweest van een nieuwe maatregel voor bedrijven die binnenkort van kracht wordt. Chemische stoffen moeten voortaan worden voorzien van een etiket. Dit betekent dat bedrijven nauwkeurig in kaart moeten brengen wat de toxiciteit is van de stoffen die ze gebruiken en produceren.”
Doordat Blokland bovendien in de milieucommissie zit kan hij veel invloed uitoefenen, denkt Harmsen. “Daar wordt voor een groot deel de koers bepaald. Als je dan met voorstellen komt die inhoudelijk voldoende kracht hebben, kun je veel betekenen. Want de fracties gaan in belangrijke mate af op het voorwerk van de commissie.”
De houding van de ChristenUnie ten opzichte van kernenergie juicht Harmsen toe. “Je zadelt volgende generaties op met afval waarmee je geen kant op kunt. Om maar niet te spreken van de kosten van ontmanteling van een centrale. Daarnaast heb je het probleem van proliferatie van kernwapens. Interessant is verder dat de uraniumvoorraad vrij beperkt is. Dus van een echt duurzaam alternatief is met de huidige stand van de techniek al met al zeker geen sprake.”

Door Maarten Hamelink

Gepubliceerd in Denkwijzer 2005, 2

« Terug

Nieuwsarchief > 2005

december

november

oktober

september

augustus

juli

juni

mei

april

maart

februari

januari