Bijzondere bijstand helpt bij schuldenprobleem

dinsdag 08 februari 2005 10:40

Dit opinie-artikel is verschenen in het Nederlands Dagblad

door Philip van den Berg

Veel mensen met een minimuminkomen hebben een schuldenprobleem. Dat komt deels doordat het aanvragen van bijzondere bijstand veel te ingewikkeld is. Daar moet wat aan gebeuren.

In de krant van 2 februari schreef Tineke Huizinga, Tweede-Kamerlid voor de ChristenUnie, een artikel over schuldhulpverlening. De strekking was: instanties moeten meer samenwerken om mensen te beschermen tegen grote financiële problemen. Dat was een stap in de goede richting. Maar het is niet genoeg. Er is nog een wereld te winnen met de bijzondere bijstand.

De bijzondere bestand hoort mensen financiële verlichting te bieden. Maar het aanvragen ervan is zo'n complex proces, dat het eerder aanzet tot nog meer lenen. Nog te veel mensen gebruiken die bijzondere bijstand niet of nauwelijks. Omdat ze er niet vanaf weten of omdat het ze niet lukt. Terwijl ze het wel nodig hebben. Zo blijft ongeveer 500 miljoen euro onaangeroerd in het potje bijzondere bijstand. Waarop minister De Geus, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, constateert dat er geld blijft liggen en vervolgens het budget voor de bijzondere bijstand verlaagt.

Te hoge drempel

Ik geef twee voorbeelden. Wanneer ik bijzondere bijstand wil, is dit alleen mogelijk als ik niet meer krijg dan het minimuminkomen. Bij de mensen die meer verdienen, wordt de 'draagkrachtmeting' toegepast. Voor een aanvraag moet ik een groot deel van mijn persoonlijke leven inzichtelijk maken voor de bijstandsconsulent. Mijn arbeidsverleden, inkomsten, gezinssamenstelling, schulden etcetera, alles gaat over tafel. Daar heb ik begrip voor. Maar de praktijk leerde me als sociaal juridisch medewerker bij de gemeente Den Haag, dat dit voor veel ouderen een te grote drempel is.

Dat is begrijpelijk wanneer je beseft dat deze mensen zichzelf jarenlang hebben moeten en kunnen redden. Deze oudere generatie klopt niet aan bij een loket van de sociale dienst om hun 'handje op te houden'. Zoiets druist in tegen hun principes, hun hele levenswijze.

Als iemand dan zijn persoonlijke gevoelens van schaamte, falen en minderwaardigheid opzij heeft gezet en bij de sociale dienst langs gaat voor de aanvraag, volgt een hele papierwinkel. Pas na een stapel formulieren - thuis in te vullen - volgt het eigenlijke intakegesprek. Zo'n aanvraag moet, volgens de regels, binnen acht weken afgerond zijn.

Snel nodig

Daar wringt de schoen. Ik heb alleen recht op bijzondere bijstand als ik bij aanvraag 'het product' nog niet heb gekocht en betaald. Maar de meeste aanvragers hebben juist heel snel geld nodig. Omdat de wasmachine, de bril, de koelkast, het bankstel, het gasfornuis of iets anders onmisbaars nu kapot is. Dan is het onmogelijk zes tot acht weken te wachten op een reactie van de sociale dienst.

In de praktijk betekent dit dat de meeste mensen het benodigde product al kochten en op de een of andere manier het geld bijeen sprokkelden. Vaak door weer geld te lenen.

Het kan beter. Bijvoorbeeld door speciale teams op te richten voor de bijzondere bijstand. Zij kunnen zich dan volledig richten op voorlichting, huisbezoeken, het innemen en het afhandelen van de aanvragen. Hierdoor kan de duur van een aanvraag aanzienlijk verkort worden. Een aanvraag kan dan binnen vijf tot maximaal tien werkdagen afgerond zijn.

Kerken

Ook moet gekeken worden in hoeverre organisaties als de Sociale Verzekeringsbank en/of de Belastingdienst een bijdrage kunnen leveren omtrent de bijzondere bijstand voor ouderen. Verder kunnen kerken een helpende hand zijn door bijvoorbeeld de ouderen of nieuwkomers te begeleiden bij dit soort zaken. In verband met de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, die naar alle waarschijnlijkheid in 2006 in werking treedt, lijkt dit mij zonder meer zinvol.

Betere samenwerking is één stap, het bijschaven van de huidige starre regels van de sociale zekerheid is een noodzakelijke tweede stap. Ik roep de politiek daartoe op. Dit zal ten goede komen aan de mensen die de sociale dienst echt nodig hebben.

Philip van den Berg is voormalig medewerker van de sociale dienst en lid van de Permanente Campagne van de ChristenUnie.

« Terug

Nieuwsarchief > 2005

december

november

oktober

september

augustus

juli

juni

mei

april

maart

februari

januari