Op 1 juni ben ik protestant

vrijdag 06 mei 2005 12:05

Weet u het al: stemt u voor of tegen bij de referendumvraag over instemming door Nederland met het verdrag tot vaststelling van een grondwet voor Europa?

In vrij korte tijd, nog geen twintig jaar, is dit al weer het vierde verdrag waardoor de Europese Unie wordt aangepast. Daarom zeggen de voorstanders dat je voor moet stemmen, omdat de verdragstekst niet méér zou doen dan vastleggen wat al besloten of door Europese rechters bepaald is.

Ik erken, het nieuwe verdrag bevat een aantal goede elementen; het zou ook absurd zijn als dat niet zo was. Voorbeeld: de Europese besluitvorming wordt transparanter en minder ingewikkeld. Maar dat komt vooral doordat besluitvorming met het vetorecht of gekwalificeerde meerderheid wordt ingeperkt, in ruil voor stemmen bij gewone meerderheid.

Ander voorbeeld: de subsidiariteit (dat wil zeggen: Europese besluitvorming vindt slechts plaats indien nationale besluitvorming tekortschiet) komt beter uit de verf. Nationale parlementen kunnen toetsen of het subsidiariteitsbeginsel wordt nageleefd. Jammer is wel dat de procedure behoorlijk complex is.

Het verdrag heeft ook negatieve aspecten. Voorbeeld: in de preambule wordt het humanisme als belangrijke grondslag van Europa genoemd. Over de grote bijdrage van de joods-christelijke waarden aan de Europese cultuur en historie wordt opzettelijk gezwegen. Zo wordt een ernstig eenzijdig etiket op onze geschiedenis geplakt. Dat is in de historie wel vaker gebeurd en dat liep meestal niet goed af.

Er zijn nog andere nadelen die problemen gaan geven. Zo verwacht ik veel verwarring door twee nieuwe figuren die het verdrag introduceert: de Europese president en de Europese minister van Buitenlandse Zaken. Die gaan optreden naast de voorzitter van de Europese Commissie.

Dat wordt dus bakkeleien met elkaar, wie vooraan op de foto met de groten der aarde staat. En als de foto gemaakt is, ruziën ze verder over wie de belangrijkste dossiers mag behandelen en wie de volgende persconferentie doet.

Ook zullen lidstaten als Frankrijk, Duitsland en Engeland laten weten toch vooral zélf hun buitenlandse politiek te blijven voeren.

Een tweede bron van dispuut wordt de bemensing van de Europese commissie. Het aantal eurocommissarissen zal krimpen en er zal op termijn een roulatiesysteem komen, waardoor de landen niet voortdurend een eigen commissaris hebben.

Ik weiger te geloven dat dit gaat werken. Ook hierbij zullen de grote landen al snel laten horen dat dit hun niet bevalt. Maar waarschijnlijk zullen ook de kleinere lidstaten ontdekken, dat het niet continu hebben van een eigen commissaris flinke nadelen heeft. Nu kan een land door zo'n figuur de besluitvorming nog beïnvloeden; straks is dat voorbij.

De hamvraag is: is dit alles voor de kiezer een ver-van-m'n-bedshow?

Wie weet. Iedereen zal een eigen afweging maken: thuisblijven of stemmen. En tegenstemmen, is dat de zeurpiet uithangen? Ik ga tegenstemmen.

In de eerste plaats omdat de richting die het verdrag volgt, mij niet bevalt: de marsroute op weg naar een Europese staat, waar Brussel het voor het zeggen heeft, wordt voortgezet. Zo'n eurominister van Buitenlandse Zaken bijvoorbeeld: die gaat uiteraard overal verkondigen maar liefst 25 landen te vertegenwoordigen, dus die werkt zich meteen fors naar voren op het wereldtoneel.

Het evenwicht tussen de belangen van de lidstaten en de invloed van Brussel wordt verder verstoord ten nadele van de lidstaten. De grotere verscheidenheid brengt opvallend genoeg méér centralisatie mee.

Ook ga ik tegenstemmen om een signaal af te geven aan Brussel. Een signaal dat zegt: voer nu eerst eens het debat over de kerntaken: Europa heeft toegevoegde waarde bij echte grensoverschrijdende vraagstukken, maar de oprichting van een EU-agentschap voor seksegelijkheid of de totstandkoming van een EU-agentschap voor mensenrechten, dat gaat me te ver!

En waarom zou Europa zich intensief moeten bemoeien met toerisme, cultuur, volksgezondheid, sport? Europa is al lang áf; laten we nagaan wat van Europa af kan, terug naar de lidstaten.

Ten slotte, met mijn tegenstem vraag ik ook aandacht voor een ander fundamenteel vraagstuk: waarom breidt Europa uit zonder dat eerst wordt bepaald of uitbreiden zin heeft en indien het zin heeft, met welke landen dan? Kortom, waar liggen de geografische grenzen van de EU? Wanneer je dit soort fundamentele vragen hebt besproken, leg je de antwoorden netjes vast in een verdrag. Nu gebeurt precies het omgekeerde: er wordt een verdrag gemaakt en het is taboe eerst over essentiële grondwettelijke vragen te spreken.

Een opponent van mij, die voorstander is van het verdrag, noemde mij dezer dagen recalcitrant. Ik vond dat een eretitel en noem dit protestant!

door Peter van Dalen

Peter van Dalen woont in Houten. Hij staat derde op de lijst van ChristenUnie-SGP voor de Europese verkiezingen.

Dit opinie artikel is verschenen in het Nederlands Dagblad

« Terug

Nieuwsarchief > 2005

december

november

oktober

september

augustus

juli

juni

mei

april

maart

februari

januari