Bijdrage Joël Voordewind AO voortgangsrapportage Afghanistan

woensdag 30 juni 2010

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. In maart hebben wij de laatste voortgangsrapportage gekregen van de minister. Sindsdien zijn drie Nederlandse militairen overleden. Ook mijn fractie betuigt haar medeleven aan de familieleden van deze drie overleden militairen: Jeroen Houweling, Marc Harders en Luc Janzen, en niet te vergeten de tien gewonden die daar ook zijn gevallen, alsook de omgekomen Fransman en twee Australiërs. Dit is de zwarte zijde van de missie. Ook deze risico's waren evenwel te voorzien, toen wij in deze missie stapten.

De brief geeft nog steeds een gemengd beeld, als het gaat om de veiligheid, de wederopbouw en de opbouw van goed bestuur. Over de veiligheid zijn verschillende rapporten uitgebracht. In de wederopbouw zien wij nog steeds positieve ontwikkelingen; die vertonen een opgaande lijn. Wat het bestuur betreft, is de situatie helaas nog steeds belabberd, nadat wij inmiddels al, als ik mij niet vergis, de vierde gouverneur "kwijt" zijn.

De ministers doen in de voortgangsrapportage haast geen verslag van de veiligheidsituatie zelf in Afghanistan. Het rapport van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties (SGVN), Ban Ki-moon, is daar duidelijker over en windt er geen doekjes om. Hij geeft aan dat in het eerste kwartaal van dit jaar het geweld fors is toegenomen. Ik noem het aantal aanslagen op lokale functionarissen en complexe zelfmoordaanslagen. Verder noem ik het aantal bermbommen: dat is met 94% toegenomen. Eerlijk gezegd, zijn dit allemaal vrij schokkende cijfers. Graag verneem ik de reactie van de minister op het deel van het rapport van Ban Ki-moon dat over de veiligheidssituatie in Afghanistan gaat.

Als het gaat over redeployment, klopt het dat, zoals de berichten in de media doen voorkomen, de Amerikanen het PRT per 1 augustus overnemen en dat zij dit slechts twee maanden doen, omdat hun termijn er dan op zit? Vervolgens zou er wederom een overdracht nodig zijn aan het volgende team. Mijn fractie is altijd zeer gespitst geweest op een goede voortgang van de wederopbouwactiviteiten, inclusief die van het PRT. Wij zouden er dus ook geen probleem mee hebben, als wij langer zouden moeten blijven bij het PRT, om de overdracht aan het tweede Amerikaanse team goed te laten verlopen. Mijn vraag is wel hoe lang dat zou duren. In de media wordt een termijn van ongeveer acht weken genoemd, maar ik neem aan dat de overdracht zelf ook een tijdje in beslag neemt. Mocht de totale overdracht in het kader van het PRT inderdaad acht of negen weken duren, dan heeft mijn fractie daar geen problemen mee. Hoe lang duurt volgens de inschatting van de minister dus de overdracht?

Het is goed om in de brief te lezen dat de infrastructuur die Nederland heeft opgezet, ook door de VS en de Australiërs wordt overgenomen. Om hoeveel materieel gaat het precies? Wel weten wij dat het om huisvesting gaat, maar kan de minister al inschatten of dat voor de belastingbetaler in Nederland ook financieel een voordeeltje gaat opleveren? Ik vraag dit met het oog op de cijfers die ons de vorige keer gepresenteerd werden. Kan de minister daar dus al iets over zeggen?

Uit onderzoek van het Amerikaanse Congres is gebleken dat een deel van het geld dat de VS betaalt voor het inhuren van lokale beveiligingsbedrijven om militaire konvooien te beschermen, in handen komt van krijgsheren, corrupte overheidsfunctionarissen of misschien zelfs de taliban. Wordt door Nederland bij de redeployment ook gebruik gemaakt van lokale beveiligingsbedrijven? In hoeverre lopen wij hetzelfde risico om vervolgens indirect begeleid te worden door de tegenstander, de taliban?

Ik maak nog enkele opmerkingen over de follow up van de Londenconferentie. Het is positief dat de vredesjirga inhoudelijk goed is verlopen. Honderden tribale leiders hebben daaraan deelgenomen en de verklaring ondertekend. Deze verklaring hield onder andere in dat er onderhandeld zou kunnen worden met de gewapende oppositie. In de brief van de minister lees ik echter dat daaraan de voorwaarde wordt verbonden dat het geweld tegen landgenoten afgezworen wordt. Dat verbaast mij een beetje, want ik neem toch aan dat in die verklaring ook staat dat het geweld tegen bijvoorbeeld ISAF zou moeten stoppen. Het zou toch vreemd zijn, wanneer ISAF de belangen van de Afghanen verdedigt en werkt aan de wederopbouw van het land, vervolgens het geweld tegen ISAF getolereerd werd. Graag verneem ik hierop de reactie van de minister.

Een andere voorwaarde is dat de gewapende oppositie geen banden mag hebben met Al Qaida of regionale terreurnetwerken. Vallen de taliban daar ook onder? Vormen zij ook een regionaal terreurnetwerk? Ik neem aan dat banden met de taliban, die zich nog steeds verzetten tegen de regering-Karzai en ISAF, ook onder die voorwaarde vallen.

De Kabulconferentie is gepland op 20 juli aanstaande. Daar moeten concrete afspraken gemaakt worden; die worden ook in het vooruitzicht gesteld. Tevens worden monitoringsmechanismes vastgesteld om te zien of er inderdaad voortgang wordt gemaakt. Dat lijkt mij heel goed. Graag verneem ik hierop de reactie van de minister, alsook op het kritische rapport van Arnold Fields, speciaal inspecteur-generaal voor de wederopbouw. Daarin schetst hij toch weer een ander beeld van de "opbouw" van militairen en politie; wat dat betreft zou er nog steeds een grote afhankelijkheid bestaan van westerse troepen.

Over de mensenrechten en de godsdienstvrijheid hebben wij Kamervragen gesteld. Is al bekend wanneer de werkzaamheden door de twee desbetreffende christelijke hulporganisaties hervat kunnen worden?

Wij hebben er begrip voor dat wat de politiemissie betreft het huidige kabinet het besluit over de artikel 100-brief uitstelt tot een volgend kabinet. De huidige brief vind ik wat dat betreft echter wat mager. Ik zou zeggen: ga vooral door met de voorbereidingswerkzaamheden, het in de steigers zetten van die missie. Kan de minister wat meer precies zijn over de directe behoefte die Nederland zou kunnen vervullen bij die politiemissie?

« Terug