Wethouder Rozema: „Gokhal tegengehouden”

03-03-2006 15:53 03-03-2006 15:53

Zijn partij heeft slechts 3 van de 31 zetels in de raad. Toch is Jan Rozema wethouder namens de ChristenUnie in de Friese gemeente Smallingerland. Of hij een wapenfeit kan noemen? „Ik heb mijn collega-wethouders ervan kunnen overtuigen dat we geen gokhal moeten toelaten. Daar ben ik nog steeds blij om.”

Rozema (60) heeft onder meer Sociale Zaken, Milieu en Sport in zijn portefeuille. Sport? „Die vraag stelde de plaatselijke pers ook direct bij mijn aantreden. Kan een CU-wethouder sport doen? Na een uitvoerige discussie in de fractie hebben we gezegd: Sport is tegenwoordig een wezenlijk onderdeel van de samenleving. Laten we niet weglopen voor die verantwoordelijkheid.”

Rozema stelde wel een voorwaarde: „Ik behandel alle sporten gelijk, maar ik doe geen enkele activiteit op zondag. Als er op zondag een wedstrijd is waar een wethouder bij moet zijn, dan gaat een collega. Dat accepteert men van mij. Sterker nog: Ik krijg soms complimenten voor mijn sportbeleid van mensen die er totaal anders over denken.”

De CU-wethouder, die er één termijn op heeft zitten, komt uit het bedrijfsleven. „Daar heb ik nog steeds voordeel van. Er is in deze regio veel werkloosheid. Ik stap makkelijk bij bedrijven binnen om te praten over het creëren van nieuwe werkgelegenheid. De resultaten zijn moedgevend. De werkloosheid loopt geleidelijk aan terug.”

Enkele jaren geleden lag er een aanvraag voor een gokhal op tafel. Rozema: „Ik ben daar vierkant tegen. Mijn collega-wethouders wilden de aanvraag serieus onderzoeken, maar ik heb ze kunnen overtuigen van het tegendeel. Ook de raad ging erin mee. Het gaat niet om mij persoonlijk, maar als er op dat moment geen CU-wethouder had gezeten, dan was er nu in Drachten een gokhal geweest.”

Het college van Smallingerland bestaat uit twee confessionele wethouders (CDA en CU) en twee niet-confessionele (PvdA en D66). Spannend? „Valt wel mee”, reageert Rozema. „We hebben een collegiaal bestuur. De verhoudingen zijn goed. We hebben best wel eens een stevig meningsverschil, maar er is hier afgelopen vier jaar geen trammelant geweest. Zo’n sfeer is voor mij een voorwaarde om als CU-wethouder te kunnen functioneren. Er zijn niet voor niets de afgelopen jaren veel wethouders opgestapt. Vaak kwam dat door ruzie in het college of ruzie met de raad.”

Rozema heeft de afgelopen vier jaar niet één keer om principiële redenen een minderheidsstandpunt hoeven in te nemen. „Ik voel de vraag aankomen: Heeft Rozema zo’n ruim geweten? Nee. Ik doe geen dingen tegen m’n geweten in. Er wordt met mij op een respectvolle manier rekening gehouden. We hebben een goed college. Dat klinkt een beetje eigenwijs uit mijn mond, maar het is wel zo.”

De CU-wethouder is beschikbaar voor een nieuwe periode. Hoe groot is die kans? Diplomatiek: „51 procent. De PvdA zal dit keer wel de grootste worden. Het ligt eraan of zij een college met het CDA en de CU willen of met het CDA en de VVD. Het wordt dus spannend.”

Over het dualisme is Rozema sceptisch. „Het geeft niet de meerwaarde die werd gepropageerd. De afstand tussen college en raad is te groot. Het wij-gevoel is weg. Ik wil niet terug naar het oude systeem, het monisme, maar er moet nog heel wat worden geschaafd aan het dualisme.”

Bron: www.refdag.nl, Evert van Dijkhuizen

« Terug

Nieuwsarchief > 2006

december

november

oktober

september

augustus

juli

juni

mei

april

maart

februari

januari