Acht jaar geleden stond Beekman tweede op de RPF-kandidatenlijst in het Zeeuwse Reimerswaal. Hij was nét 18 jaar. Alleen lijsttrekker Andries Jumelet haalde toen een zetel. Vier jaar later was Beekman er wel bij.

Als 15-jarige meldde hij zich bij de jongerenorganisatie van de RPF. Van oorsprong komt hij echter uit een SGP-nest. Daarvan groeide hij weg. De vrouwenkwestie was slechts een van de redenen, zegt Beekman. „De sfeer binnen de ChristenUnie spreekt mij meer aan. De ene keer zing je psalmen, de andere keer opwekkingsliederen. Ik waardeer die breedte.”

Beekman combineert het raadslidmaatschap met zijn baan als docent economie aan het reformatorische Calvijn College in Goes. „Een druk bestaan”, noemt hij het zelf. Een voordeel is misschien dat hij ongetrouwd is en nog bij zijn ouders woont. „De ChristenUnie heeft veel moeite met het aantrekken van jong bloed. Vaak gaan gezin, werk en kerk voorop. Dan komt er een hele tijd niets en vervolgens krijg je de politiek.” Beekman zegt dat goed te begrijpen. „Het lijkt me een terechte volgorde, al zou ik willen dat de politieke betrokkenheid groter was.”

Het lid zijn van een politieke partij vereenzelvigde Beekman al jong met actief zijn. „Je moet bereid zijn wat te doen voor je partij.” Toch stond hij in 1998 wel heel snel op de kieslijst. „Er was maar een handjevol mensen aanwezig toen ik de eerste keer naar een vergadering van de RPF ging. Al snel zat ik in het bestuur. Toen ik gevraagd werd om kandidaat te staan voor de gemeenteraad, wilde ik dan ook geen nee zeggen.”

Voor Beekman is het beslissen over identiteitsgebonden zaken als zondagsrust telkens een moeilijke afweging. „Waar leg je de grens? De zondagsrust zijn we sneller kwijt dan dat we ’m terugkrijgen. Subsidie voor een voetbalclub die speelt op zondag? Ik weet het niet. Wat dat betreft neem ik een middenpositie in binnen de partij. Ik vind dat je iedere keer het maatschappelijk belang opnieuw moet afwegen.”

Dat jongere ChristenUnie-raadsleden op dit punt anders denken dan de oude garde, verbaast Beekman niet. Wel pleit hij voor nuancering van deze uitkomst van de RD-enquête onder raadsleden van ChristenUnie en SGP. „Reimerswaal is een overwegend christelijke gemeente. Daar kun je makkelijk voor sluiting van het zwembad op zondag zijn. In een grote stad ligt dat anders.”

Desondanks heeft het raadslid de zondagsrust hoog in het vaandel. Ook stemde hij tegen de komst van een kermis in Hansweert op Goede Vrijdag. „Ik vind dat niet passen bij de dag waarop de dood van de Heere Jezus wordt herdacht.” Anderzijds stemt hij niet tegen het varen van een pont op zondag. „Dat is voor sommige mensen een belangrijke voorziening.”

Samenwerking met de SGP is er in Reimerswaal niet op structurele basis. Toch is er wederzijds waardering, meent Beekman. „Dat is de afgelopen jaren toegenomen. Voorheen waren de verhoudingen veel afstandelijker.” Van samenwerking ziet hij het niet komen. „De SGP heeft dat hier niet nodig. Op eigen kracht halen ze zeven zetels.” Soms is Beekman wel jaloers op de staatkundig gereformeerden. „Ze hebben een fantastische jongerenorganisatie. Wat mij betreft maken ze meer gebruik van het talent dat daar inzit.”

Beekman kan anderen het raadslidmaatschap alleen maar aanraden. „Het verbreedt je horizon, maatschappelijk raak je enorm betrokken. Voorbeelden? Op zaterdagnacht ben ik mee geweest met de politie. Dan zie je in de praktijk waar agenten tegen aanlopen. Vorige week hadden we overleg met tuinders over de problemen met de kassen bij Rilland. Je zit er bovenop, dat maakt het interessant.”

Hoewel het in Reimerswaal niet direct aan de orde is, zou Beekman best fulltime in de politiek actief willen zijn. „Wethouder worden? Dat zou ik graag doen. Tweede Kamerlid? Da’s een andere vraag. Tot hiertoe is het zo gelopen. Ik zie het nog niet voor me, maar het hangt af van Gods leiding in mijn leven. Dit land heeft dienende leiders nodig. Zo wil ik bezig zijn, zonder mezelf op de voorgrond te zetten.”