Hervorming van zorg biedt zeker ook kansen (opinie in Trouw)

wouter25-06-2013 21:22 25-06-2013 21:22

“Het heeft iets pervers om naastenliefde als plicht op te leggen.” Met deze uitspraak verwoordde Nationale Ombudsman Alex Brenninkmeijer begin deze maand het gevoel van veel Nederlanders rondom de decentralisatie van de zorg. De kranten staan deze dagen bol van zorgen over de risico’s van deze grote operatie. En die zorgen zijn reëel, maar laten we ook oog blijven houden voor de kansen die deze hervorming biedt.

Eerst maar de zorgen. De decentralisatie van langdurige zorg, jeugdzorg en arbeidsparticipatie gaat snel en gepaard met een forse bezuiniging. En principieel: is het wel realistisch van burgers te verwachten dat ze meer naar elkaar omzien? “Wie wil zich nu laten douchen door de buurman?”, zoals UvA-sociologen Tonkens en Duyvendak retorisch vroegen. Mijn demente oma kon aandacht krijgen van de familie, juist omdat ze professionele zorg genoot van de thuiszorg en later in een verzorgingstehuis. Maar met mijn ouders, nu nog vitale zestigers, hoe gaat dat straks? Zitten zij of ik te wachten op een zorgrelatie?

 
Maar de kritiek op de hervorming is vaak te gemakkelijk. Critici beschrijven de hervorming van de zorg als een ideologische keuze, maar verzuimen een alternatief te benoemen. Ze gaan voorbij aan de realiteit van de explosief stijgende zorgkosten. Tussen 2012 en 2017 volgens het CPB van ongeveer zestig tot tachtig miljard, een stijging van twintig miljard in vijf jaar, meer dan duizend euro per jaar extra per Nederlander. En die stijging zet door. Hervorming van ons collectief zorgstelsel is nodig. Laten we dat eerlijk zeggen en erkennen dat die hervorming ook wel eens pijn zal doen.


Bovendien gaan de critici voorbij aan een belangrijke kans die de hervorming van de zorg biedt. Die hervorming gaat erom het goede van ons zorgstelsel als fundament van bestaanszekerheid te behouden en tegelijk de ruimte te vergroten voor onderlinge zorg en aandacht. Ik vind daartoe goede aanknopingspunten in de christelijk-sociale traditie, haar idee van een beperkte overheidstaak, die vooral aanvullend, subsidiair is.
Het gaat in deze hervorming primair om een andere houding van de overheid en professionele zorgverleners. De overheid behoudt een eigen rol en blijft een schild voor de zwakken. Maar politici, bestuurders, ambtenaren en professionals dienen eerst te kijken wat mensen, families, maatschappelijke initiatieven en ondernemers kunnen en willen doen in de onderlinge zorgverlening. Daarbij lijkt het gemeentelijk niveau een beter uitgangspunt dan het niveau van het rijk.


Nu de eerste stappen worden gezet in die richting blijkt onze samenleving keer op keer veel onbenutte kracht te bezitten. Dat blijkt bijvoorbeeld bij de succesvolle ‘eigen kracht conferenties’. Daartoe opgeleide ‘eigen kracht coördinatoren’ staan mensen in de problemen bij door het aanspreken van hun eigen familie- en vriendenkring. Het gaat om duizenden gevallen per jaar, waarin volgens onderzoek per geval netto tien- tot twintig duizend euro aan professionele zorg wordt bespaard. Een mooie manier om mensen zelf verantwoordelijk te laten zijn, zonder ze aan hun lot over te laten.


Nationaal ombudsman Brenninkmeijer heeft gelijk: naastenliefde als plicht is een contradictio in terminis. Dat laat de prachtige parabel van de barmhartige Samaritaan zien: naastenliefde komt altijd vrijwillig tot stand tussen mensen die elkaar op hun levenspad ontmoeten. Maar op mijn beurt vraag ik Brenninkmeijer en zijn medecritici: durven zij nog wel barmhartige Samaritanen in onze tijd te zien?

Wouter Beekers is directeur van het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie.

« Terug

Nieuwsarchief > 2013

december

november

oktober

september

augustus

juli

juni

mei

april

maart

februari

januari