'Burgers zijn de belangrijkste bron van vernieuwing' - Interview Evelien Tonkens

tonkens-evelien15-10-2013 15:26 15-10-2013 15:26

Voor het studieblad van het WI, 'DenkWijzer', interviewde eindredacteur Geert Jan Spijker en WI-directeur Wouter Beekers Evelien Tonkens, hoogleraar actief burgerschap aan de UvA. Lees hier het eerste deel van het gesprek.

Evelien Tonkens houdt zich al jaren bezig met actief burgerschap, en het thema is actueler dan ooit. Steeds meer wordt er van burgers gevraagd in deze tijd van decentralisatie. De overheid doet nadrukkelijk een beroep op de 'eigen verantwoordelijkheid' van de burger. Tonkens is hier kritisch over. Eerder schreef ze al dat de overbelaste burger 'als kleinduimpje het bos wordt ingestuurd en maar moet zien hoe hij thuiskomt'. In de dit jaar verschenen bundels De affectieve burger en Als meedoen pijn doet wordt die kritische lijn voortgezet.

Haar voornaamste bezwaar tegen de heersende 'eigen verantwoordelijkheid-ideologie' is dat de burger niet meer hulp of keuzevrijheid krijgt, maar wel meer plichten. Hij moet zelf actief werk zoeken, zelf inburgeren, enzovoorts. De overheid houdt de burgers een gewenst handelingsperspectief voor, wat de burger daarna mag gaan vertonen. Er is daardoor behoefte aan meer controleurs en straffers, en dat gaat ten koste aan de helpers. Het motto lijkt vooral: help jezelf! Sociaal zwakkeren worden hier de dupe van. De vraag is hoe we burgers meer ruimte geven zonder de meest kwetsbaren - degenen die overheidszorg 'echt nodig hebben' - aan hun lot over te laten. Een vraag die in feite al speelt sinds de jaren zeventig.   

Sociologen als Van Doorn en Schuyt oordeelden eind jaren zeventig dat er een crisis in de verzorgingsstaat was ontstaan. Er waren te hoge verwachtingen van het systeem, en te lage van de burger. Is hun analyse nog steeds relevant?

We zijn nog steeds op zoek naar een goede verhouding tussen overheid, markt en maatschappelijk initiatief. Na de oorlog stond de samenleving nog centraal, maar vanaf de jaren zestig kreeg de overheid steeds meer het primaat. Vanaf de jaren tachtig begon de markt te domineren. Momenteel krijgen we terecht weer oog voor burgerlijke initiatieven. En dan doel ik niet alleen op acties van individuele burgers, maar ook op die van maatschappelijke organisaties, diverse soorten partijen, groepen ouders. Centraal staat bij mij de vraag: hoe kunnen mensen met goede ideeën ook daadwerkelijk de ruimte krijgen om die ideeën te realiseren? Hoe zorgen we ervoor dat meedoen en meepraten samengaan?

Moet de overheid terugtreden om die ruimte voor burgers mogelijk te maken?  

De overheid blijft belangrijk om een goede kwaliteit te waarborgen, ze moet een basis garanderen. Als burgers echter zelf opvattingen hebben hoe bepaalde dingen beter kunnen - rond bijvoorbeeld energie, kinderopvang, zorg - dan moeten ze van gemeenten de ruimte krijgen om die te uiten en uit te voeren. Dat, en niet de bureaucratieën van overheid en markt, is de belangrijkste bron van innovatie. Als burgers met hetzelfde beschikbare overheidsgeld betere plannen hebben dan de ambtenaren, dan moeten ze die kunnen uitvoeren. De overheid moet vervolgens wel aanspreekbaar blijven op een minimum aan kwaliteit. Het moet niet zo zijn dat de schommels in de speeltuin ineens levensgevaarlijk worden.

Burgers moeten dus de ruimte krijgen in de lokale samenleving. Geldt dat volgens u ook voor levensbeschouwelijke instellingen? Organisaties als Youth for Christ zijn nog weleens belemmerd in hun welzijnswerk vanwege hun identiteit.

Een levensbeschouwing kan een belangrijke motivatie tot goed werk zijn, dat moeten we waarderen. Een eigen visie op goede zorg werkt erg stimulerend en komt de diversiteit ten goede. Juist vanuit breed maatschappelijk initiatief kan vernieuwing ontstaan. Ik vind wel van belang dat er meerdere aanbieders zijn binnen een wijk, dus niet alleen maar een christelijke of een antroposofische. Maar voor homogeniteit, zoals je die ziet bij grootschalige organisaties in zorg en onderwijs, ben ik beducht. Het wordt gevaarlijk als iedereen hetzelfde moet gaan denken en doen. Nu heeft iedereen zijn mond vol van 'eigen verantwoordelijkheid' en 'eigen kracht', het lijkt wel alsof er niemand is die het er niet mee eens is. Er moeten toch andere verhalen over de samenleving zijn.

U heeft het over een hard, neoliberaal verhaal dat dominant is.

Ja, het is een eenzijdig en leeg verhaal. Ook erg bestraffend overigens, in de zin van 'Jullie zijn niet zelfredzaam genoeg, burgers! Jullie moeten zelfredzamer worden!' Als je mensen in beweging wilt krijgen moet je een positiever verhaal vertellen.....

 --

Het tweede deel van dit interview is te lezen in de nieuwste DenkWijzer, die vandaag op de mat valt. Wilt u ook DenkWijzer en andere publicaties van het WI ontvangen? Wordt dan nu donateur van het WI, voor maar 9 euro per kwartaal. Kijk hier voor meer informatie.

« Terug

Nieuwsarchief > 2013

december

november

oktober

september

augustus

juli

juni

mei

april

maart

februari

januari