Zorgverzekeraars moeten weer echte coöperatie worden (opinie hetgoedeleven.com)

tumb-zorgvrijdag 06 december 2013 21:56

We zijn op de goede weg met de huidige taakverdeling in ons zorgstelsel, vinden Geert Jan Spijker en Maarten Verkerk. Maar de verzekerden moeten veel meer invloed krijgen op het beleid van de zorgverzekeraars. Dat kan door de verzekeraars meer naar de leden te laten luisteren. Ze zijn immers vaak als coöperatie begonnen.

Het is er weer de tijd voor. We mogen weer kiezen voor een nieuwe zorgverzekeraar. Bent u er al uit?

Menig consument kost het de nodige hoofdbrekens om tot een juiste keuze te komen: welke verzekeraar is de beste? Welke de goedkoopste? En als ik de goedkoopste kies, kan ik dan nog wel naar mijn favoriete, dichtbijgelegen ziekenhuis? Of is die niet gecontracteerd?

De vele vergelijkingssites vergemakkelijken het kiezen, maar recent bleek dat die sites niet altijd zo objectief zijn als we zouden wensen. Hun advies wordt mede beïnvloed door de hoogte van de provisie. Independer, bijvoorbeeld, is het eigendom van Achmea. Hoe onafhankelijk is Independer dan nog?

De onvrede over die toenemende dominantie neemt toe. Hele en halve waarheden over veel te grote winsten die in eigen zak worden gestopt, te hoge premies die worden geïnd en ziekenhuizen en apothekers die onder te grote druk worden gezet, doen de ronde. Worden ze inderdaad te machtig? Moet de overheid ze niet tot de orde roepen en hun macht inperken? Kunnen wij, de burgers, hier zelf iets aan doen?

Markt

Sinds 2006 kent Nederland een privaat zorgstelsel met publieke randvoorwaarden, ofwel een stelsel van ‘gereguleerde marktwerking’. Dat betekent een kleinere rol van de overheid - al neemt de hoeveelheid regelgeving momenteel niet af (!) - en een grotere rol voor de markt. Theoretisch groeit ook de rol van de burger, maar in de praktijk komt daar weinig van terecht - zelfs de meest zelfbewuste en intelligente zorgconsument kan zijn weg in het aanbod nog nauwelijks vinden. De gezondheidszorg blijkt buitengewoon complex.

In het spel dat gespeeld wordt op de zorgmarkt is aan verzekeraars een belangrijke regierol toebedeeld. In die rol zijn zij verantwoordelijk voor het bevorderen en inkopen van kwalitatief hoogwaardige zorg tegen een acceptabele prijs. Door namens de verzekerden op te treden als collectieve inkoper van zorg, is een verzekeraar in theorie beter gepositioneerd om deze zorg te bevorderen dan de individuele patiënt.

De mate waarin zorgverzekeraars deze regierol ook daadwerkelijk vervullen, alsmede het beeld dat daarover ontstaat in de maatschappij, zijn de afgelopen jaren sterk veranderd. Functioneerden de zorgverzekeraars eerst vooral als uitvoeringsorganisaties, en in die rol als verlengstuk van de overheid, de laatste jaren nemen zij de rol van ‘selectief inkoper’ en bevorderaar van kwaliteit steeds serieuzer.

Nieuwe rolverdeling

De gegroeide zelfstandigheid en verantwoordelijkheid van zorgverzekeraars (en die van andere private partijen, zoals de ziekenhuizen) beoordelen wij in principe positief. In het oude stelsel bleek dat de overheid ook niet alles kon, ze schoot tekort als centrale regisseur en prikkelde weinig tot innovatie en kwaliteitsverbetering. Bovendien droegen de burgers zelf er weinig verantwoordelijkheid. Een verandering was daarom nodig.

De nieuwe rolverdeling past ook beter in onze traditie. Er wordt in Nederland vanouds veel gedaan door mensen zelf en de samenleving is goed georganiseerd. Maatschappelijke instituties worden ingeschakeld bij overleg en uitvoering.

Ook vanuit een christelijk-sociale visie, waarin nadruk ligt op onderscheiden verantwoordelijkheden van partijen en vertrouwen in de samenleving, juichen wij deze ontwikkeling toe. Zorgverzekeraars hebben een eigen verantwoordelijkheid: goede zorg inkopen tegen een eerlijke prijs. Die verantwoordelijkheid moeten ze nemen, en die nemen ze ook.

Invloed

Kortom, we zijn een goede weg ingeslagen. Maar we zijn er nog niet! Het is van belang dat de afstand tussen de zorgverzekeraar en de verzekerden kleiner wordt.

Verzekerden moeten invloed kunnen uitoefenen op het zorginkoopbeleid van zorgverzekeraars: voorwaarden, kwaliteit en kosten. Daarom moeten zorgverzekeraars zich doorontwikkelen naar ledenorganisaties. Zorgverzekeraars zelf hebben daar een belangrijke verantwoordelijkheid in, allereerst door inspraak van leden beter te regelen.

Coöperatie

Veel zorgverzekeraars zijn coöperaties. De vraag is echter of de coöperatieve structuur van de zorgverzekeraar nu niet teveel is geërodeerd. In een echte coöperatie werken leden op democratische wijze samen om een gemeenschappelijk doel te bereiken.

De kern is dat de burger samen met andere partijen verantwoordelijkheid draagt voor de diensten die de coöperatie levert en de burger gebruikt, en voor het prijskaartje dat daaraan hangt. Zo kunnen zorgverzekeraars zich bewust blijven (worden?) van hun maatschappelijke taak. Gezonde ondernemerszin bij de verzekeraars is aan te prijzen, maar wel met behoud van gerichtheid op het belang van hun verzekerden.

Uiteindelijk gaat het in de zorg om de gezondheid van de patiënt, om de aandacht voor de cliënt. Alles in de zorg moet uiteindelijk draaien om een goede behandeling van de zorgvrager door artsen en andere zorgverleners. In dat licht is het cruciaal dat de machtige spelers, waaronder de zorgverzekeraars, mede gestuurd worden door hun leden: de burgers.

Als we de coöperatieve gedachte bij zorgverzekeraars nieuw leven inblazen, dan kan dat bijdragen aan een goede machtsbalans in het zorgdomein. En dat met als einddoel: goede zorg voor de burgers.

Mr.drs. Geert Jan Spijker is adjunct-directeur van het WI, prof.dr. Maarten Verkerk is bestuursvoorzitter van VitaValley. Ze schreven mee aan de publicatie Zorg met een hart van het wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie. Dit stuk verscheen ook op HetGoedeLeven.com

« Terug

Nieuwsarchief > 2013

december

november

oktober

september

augustus

juli

juni

mei

april

maart

februari

januari