Klimaatsverandering eist politieke daadkracht

maandag 21 november 2005 12:38

Langzaam maar zeker wordt het spreken over het klimaatvraagstuk gemeengoed. Niet langer breken alleen wetenschappers zich het hoofd erover. De urgentie van de kwestie is doorgedrongen tot de gewone burger. Dat is winst, want de verontrusting van de burger prikkelt politici hopelijk tot het nemen van maatregelen.

Gealarmeerd door de beelden van het door de orkaan Katrina getroffen New Orleans merkte staatssecretaris Schultz van Haegen van Verkeer en Waterstaat bij de presentatie van haar begroting op: ,,De natuur mag je nooit onderschatten, zo is weer gebleken. Vandaar dat ik nu ook echt zeker wil weten of we wel goed genoeg zijn voorbereid op de mogelijke gevolgen van een overstroming.'' Zij wil risicotaxaties en rampenplannen opnieuw tegen het licht houden.

Nu was het niet nodig om pas na de beelden van New Orleans wakker te worden. Het is zelfs nog maar de vraag of de orkaan Katrina in een rechtstreeks verband mag worden gebracht met het klimaatvraagstuk. Dat de aarde met klimaatverandering te maken heeft is nu wel zeker, maar hoe en waar die zich manifesteert blijft moeilijk aan te wijzen.

Verstoring
Waar gaat het om, hoe ernstig is het en wat is er aan te doen? Om deze vragen van een antwoord te voorzien, werd eind 1995 door de Tweede Kamer een bijzondere commissie ingesteld: de Tijdelijke Commissie Klimaatverandering. Deze commissie hoorde tientallen wetenschappers, organiseerde openbare hoorzittingen, dook in de internationale wetenschappelijke onderzoeksliteratuur en rapporteerde vervolgens in september 1996.
Haar conclusie was, kort samengevat, dat weliswaar nog veel onzeker was, maar dat ernstig rekening moest worden gehouden met een verstoring van het klimaatsysteem met negatieve gevolgen voor mens en milieu. De commissie deed ook nog een poging in te zoomen op Nederland en sprak de verwachting uit dat voor Nederland het beeld genuanceerder is. Hoewel de effecten voor ecosystemen en het keren en beheren van zoet en zout water overwegend negatief zijn, staat daartegenover dat positieve effecten worden verwacht voor de landbouw en dat de effecten voor de volksgezondheid beheersbaar lijken.

De belangrijkste conclusie van deze parlementaire commissie was dat overheden het zekere voor het onzekere dienden te nemen. De Tweede Kamer nam het rapport met bevindingen en conclusies daarna unaniem over, zodat er vanaf dat moment in de Nederlandse politiek een basis van consensus bestond over dit milieuvraagstuk.
Ketters

Nu, een kleine tien jaar later, is er geen enkele reden op die overtuiging terug te komen. Integendeel, recenter wetenschappelijk onderzoek heeft de zekerheid dat er een serieus te nemen probleem is slechts versterkt. Natuurlijk, nog altijd zijn er wetenschappers en publicisten die het vraagstuk ontkennen of bagatelliseren. Dat mag, maar dat zal voor overheden geen alibi zijn af te wachten tot ook die interne wetenschappelijke strijd is beslecht.

Ketters zullen er altijd blijven. Voor hen geldt het woord van de toenmalige Amerikaanse vice-president Al Gore, die op de eerste grote internationale klimaatconferentie in het Japanse Kyoto in 1997 stelde dat wie nu nog ontkende dat er een relatie bestaat tussen de uitstoot van broeikasgassen (Co2, methaan ecetera) en de verstoring van het klimaat, lijkt op degenen die enkele decennia eerder ontkenden dat er een verband bestond tussen roken en longkanker.

Op dit moment staat niet meer de wetenschappelijke vraag naar oorzaken en gevolgen op de eerste plaats. Het gaat ook niet alleen meer om verergering van het probleem tegen te gaan. Wat dat betreft stelt de wereld tot op heden teleur, Nederland niet uitgezonderd. Het probleem manifesteert zich al, dus moeten we anticiperen op de gevolgen.

Durfden we in 1996 nog slechts met wat mistige zekerheid over de te verwachten gevolgen te spreken, eind oktober van dit jaar gaf het Milieu- en Natuurplanbureau de boodschap af dat we rekening moeten houden met extreem warme en droge zomers, overstromende rivieren, het afsterven van planten- en diersoorten, allergieën en de ziekte van Lyme (door tekenbeten) enzovoorts. Wie nu nog het hoofd in het zand steekt, merkt spoedig dat het geen zand is maar water.

ChristenUnie-senator Eimert van Middelkoop was in 1996 voorzitter van de Tijdelijke Commissie Klimaatverandering van de Tweede Kamer.

Bron: Nederlands Dagblad

« Terug

Nieuwsarchief > 2005

december

november

oktober

september

augustus

juli

juni

mei

april

maart

februari

januari