Bijdrage Carla Dik-Faber aan de plenaire behandeling van de Begroting Infrastructuur en Milieu (XII)

woensdag 29 oktober 2014

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu aan de plenaire behandeling van de Begroting Infrastructuur en Milieu (XII)

Onderwerp:   Begroting Infrastructuur en Milieu (XII)

Kamerstuk:    34 000 - XII

Datum:           29 oktober 2014

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Voorzitter. De kleding die ik vandaag draag, is gemaakt van gerecyclede petflessen. Men herkent de kleding wellicht nog van Prinsjesdag. Door de dreigende afschaffing van het statiegeld zal pet slechts laagwaardig worden gerecycled of, erger nog, vaker bij het zwerfafval belanden. Wanneer zegt de staatssecretaris tegen de frisdrankenlobby dat het nu genoeg is en kiest zij als een echte held voor statiegeld? Ziet de staatssecretaris kansen voor het milieu door in het afvalbeleid een onderscheid te maken tussen laagwaardige en hoogwaardige recycling?

In de afgelopen jaren is in het afvalbeleid veel gewerkt met convenanten, de zogenaamde Green Deals. Er is echter nog te weinig voortgang om te komen tot een echt afvalvrije economie, terwijl wij dat toch allemaal graag willen. Ook de staatssecretaris erkent dat er te weinig voortgang is. Zo worden in de meeste winkels nog steeds wegwerptasjes uitgedeeld. De ChristenUnie wil nu echt werk maken van de circulaire economie. Voorzitter, via u zou ik graag een tienpuntenplan aan de staatssecretaris overhandigen. Ik hoop dat dit plan deel kan uitmaken van de beraadslaging. Graag zie ik een reactie op dit plan van de staatssecretaris tegemoet.

De voorzitter:
Ik neem aan dat er geen bezwaar tegen bestaat dat dit stuk ter inzage wordt gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Kamer.

(Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.)

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
In het bijzonder in de grote steden is er nog een grote slag te maken op het vlak van recycling. Wij kennen allemaal het programma Van Afval Naar Grondstof, ofwel VANG. Met dit programma worden gemeenten, inwoners en producenten ondersteund, maar volgens de gemeenten is het budget van 1 miljoen per jaar voor dit programma onvoldoende om de ambitie van 75% afvalscheiding in 2020 te halen. Ook het Planbureau voor de Leefomgeving zegt dat het programma nog onvoldoende is. Daarom heb ik een amendement ingediend waarin voor VANG extra geld wordt vrijgemaakt.

Vorig jaar is de door mij ingediende motie over producentenverantwoordelijkheid aangenomen. Dat betreft bijvoorbeeld het terugnemen van matrassen door de producenten. Ik vraag de staatssecretaris waar de uitwerking van deze motie blijft. Wij leven in een tijd waarin de mensen steeds weer nieuwe apparaten kopen. Repareren is vaak niet rendabel. Op die manier putten wij de aarde uit, want er moeten steeds nieuwe grondstoffen aangeboord worden. Is de staatssecretaris bereid om een heffing op het gebruik van nieuwe grondstoffen te onderzoeken en zich daar in Europees verband hard voor te maken?

Het is tegenwoordig heel normaal om producten te maken die speciaal bedoeld zijn om weg te gooien. Is de staatssecretaris bereid om het gebruik van dergelijke wegwerpproducten te ontmoedigen?

Wat doet de staatssecretaris om het gebruik van onnodige verpakkingen terug te dringen? Wil de staatssecretaris zich in Europa inzetten voor aanscherping van de richtlijn ecodesign?

De ChristenUnie is erg teleurgesteld over het resultaat van de klimaattop. Het is vooral politiek handjeklap geworden. In plaats van te bekijken hoe Oost-Europese landen hun achterstand kunnen inhalen, zijn de gezamenlijke doelen afgezwakt. Het CO2-reductiedoel is weliswaar verhoogd naar 40% in 2030, maar dit is te weinig om het einddoel van 80% tot 95% reductie in 2050 te halen. In 2030 zitten wij al op twee derde van de termijn, terwijl wij qua doelstelling hooguit op de helft zijn; de moeilijkste helft moet dan nog komen. Bovendien komt de EU bij ongewijzigd beleid al tot 32%, dus de vraag is of de keuze voor 40% wel zo ambitieus is. Die 40% is ook nog eens voorwaardelijk, want nu al zegt de EU haar doelen te verlagen als de VS en China niet meedoen. Wij geven nu dus al toe in de onderhandelingen. De ChristenUnie vindt dat geen krachtig signaal.

Dan de doelen voor hernieuwbare energie en energiebesparing. Deze zijn slechts 27% voor de hele EU en ze binden individuele landen niet. Dat biedt geen enkele garantie dat we die doelen gaan halen, want niemand is aanspreekbaar. Wat is de reactie van de staatssecretaris daarop? Ik zou willen dat deze staatssecretaris en de premier net zo verontwaardigd zijn over het behaalde resultaat op de klimaattop als over de onverwachte naheffing die nu dreigt vanuit de Europese Commissie. Is de staatssecretaris bereid om alsnog een onderzoek te doen naar de kosten en de baten van een hogere doelstelling voor besparing, duurzame energie en minder CO2?

Dan kom ik op het punt van klimaatadaptatie. Hoe zijn wij in Nederland voorbereid op klimaatverandering? Er komt een nationale adaptatiestrategie, maar waarom is deze pas in 2017 klaar? Dit jaar loopt de Lokale Klimaatagenda 2011-2014 af. De begroting is niet duidelijk over het vervolg. Komt er een vervolg? Hoe gaat de staatssecretaris ervoor zorgen dat alle gemeenten voor 2017 lokale risico- en kwetsbaarheidsanalyses uitvoeren en een lokaal klimaatadaptatieplan maken? Volgens de ChristenUnie is hiervoor te weinig geld in de begroting opgenomen. Ook op dit punt heb ik een amendement ingediend.

Mijn fractie pleit ervoor om de looptijd van het Deltafonds te verlengen tot 2036, zodat we voor waterveiligheid verder vooruit kunnen programmeren. Ik weet dat minister Dijsselbloem heeft toegezegd hierover een brief naar de Tweede Kamer te sturen voordat deze vergadering zou plaatsvinden, maar ik heb die brief nog niet gezien. Ik krijg hier graag een reactie op van de staatssecretaris.

De ChristenUnie vraagt van deze minister een langetermijnvisie op duurzame mobiliteit. Wat ons betreft moet daarin zeker aandacht zijn voor de fiets. Het autogebruik in Nederland is stabiel en daalt zelfs fors onder 40-minners. Het fietsgebruik groeit mede door de e-bike, inmiddels al 10% van alle kilometers. Hier liggen veel kansen, maar qua fietsbeleid wordt Nederland ingehaald door andere landen. Intussen staat de Dutch Cycling Embassy op omvallen. Samen met de fractie van GroenLinks hebben we op dit punt een amendement ingediend, maar nu kwamen vlak voor deze vergadering, berichten tot mij dat het waarschijnlijk toch opgelost is. Ik hoor graag of die berichten correct zijn. Als dat zo is, zou ons amendement overbodig zijn. Dat zou natuurlijk prima zijn, maar anders dienen we het zeker nog in.

De ChristenUnie vraagt in het programma Beter Benutten meer aandacht voor de kansen van de binnenvaart. Waarom is hier nauwelijks aandacht voor in het pakket voor Brabant, Gelderland, Limburg en Noord-Nederland? Kan de minister dit nog bijsturen? De bezuiniging op de bedieningstijden van bruggen en sluizen pakt in Twente en de kop van Overijssel slecht uit. Er is sprake van lange wachttijden en dat is slecht voor de betrouwbaarheid en het imago van de binnenvaart. Is de minister bereid om nog dit jaar een alternatief plan met de regio te maken, bijvoorbeeld door te werken met gezamenlijke pools van bedienend personeel, zodat de openingstijden weer verruimd kunnen worden? Ik heb begrepen dat de regio hiervoor 1,5 miljoen heeft gereserveerd.

Andere fracties hebben het punt ook naar voren gebracht en ik kan er daarom heel kort over zijn: het wegenonderhoud. We hebben het rapport van de Algemene Rekenkamer gezien en ook de ChristenUnie is van mening dat we echt prioriteit moeten geven aan wegenonderhoud. Natuurlijk, extra asfalt is ook nodig, maar er moet echt meer focus komen op wegenonderhoud. Ik krijg hier graag een reactie op.

De heer Hoogland (PvdA):
Ik heb een vraag over een vorig punt. Volgens mij is het onderdeel ov van mevrouw Dik-Faber al voorbij, maar ik zag een amendement langskomen over de Valleilijn. Is dat correct?

De voorzitter:
Ik hoor u zeggen dat u hier nog op komt?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Dat wilde ik inderdaad net gaan noemen.

Mevrouw Cegerek (PvdA):
Ik zie net het tienpuntenplan Van Afval Naar Grondstof van de ChristenUnie. We hebben binnenkort een VAO over afval en statiegeld. De Partij van de Arbeid heeft in het debat al aangekondigd met aanvullende afspraken te zullen komen en met een motie voor een verbod op gratis plastic tasjes. Ik vraag mij nu dan ook af wat de bedoeling van dit plan van de ChristenUnie is, want ik kan het niet helemaal plaatsen bij dit debat.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Dit is de behandeling van de begroting voor Infrastructuur en Milieu. Het plan dat we hebben ingediend, heeft alles te maken met de milieukant. Wij vinden een focus op milieu ontzettend belangrijk, omdat het ook gaat over Gods schepping en de zorg voor deze wereldbol. Mede daarom willen we toe naar een circulaire economie, weg van de lineaire economie, waarin we grondstoffen gebruiken en producten maken en die vervolgens via het lineaire model aan het eind van het gebruiksproces weggooien en weer opnieuw beginnen met nieuwe grondstoffen uit de aarde te halen. Dat zal een circulair proces moeten worden. Op de nota die wij hebben overhandigd, krijgen wij graag een reactie van de staatssecretaris. De nota bevat een tienstappenplan waarmee we die circulaire economie dichterbij kunnen brengen. Het valt mij op dat er breed in de Kamer behoefte bestaat om toe te werken naar een circulaire economie. Wellicht is het mijn ongeduld. Ik vind dat wij te weinig doen en hoop dat deze tien punten bijdragen aan het versnellen van dat proces.

Mevrouw Visser (VVD):
Ik probeer de lijn van de ChristenUnie inzake mobiliteit helder te krijgen. In het interruptiedebatje van zojuist gaf mevrouw Dik-Faber aan dat er meer naar de regio moet. Vervolgens hoor ik haar ervoor pleiten dat we met zijn allen op de fiets gaan. Juist in de genoemde regio's, waarin minder mensen wonen, is het lastiger om alles op de fiets te gaan doen. Ook hoor ik haar zeggen dat we alles voor de binnenvaart moeten doen. Wat is dus het ChristenUnie-beleid inzake mobiliteit? Gaat het mevrouw Dik-Faber er alleen om dat er in de eigen regio een aantal investeringen wordt gedaan? Ik hoor haar ook zeggen dat er meer geld naar onderhoud moet. Waar pleit de ChristenUnie nu voor als het gaat om mobiliteit? Waar ligt de focus en waar moet het geld naartoe? Welke keuze wordt daarin gemaakt?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Voor de ChristenUnie is mobiliteit een groot goed. Ik denk dat we die opvatting delen met de fractie van de VVD. Anders dan de VVD-fractie heeft de ChristenUnie in haar verkiezingsprogramma echter niet bezuinigd op het Infrastructuurfonds. Vanwege de bezuinigingen moeten we scherp prioriteren. Wij maken andere keuzes en hebben andere prioriteiten dan de fractie van de VVD. Heel veel grote projecten in de Randstad worden nu opgepakt. Dat is ook nodig. Er zal in de Randstad het een en ander moeten gebeuren op het gebied van bereikbaarheid. Ik zie echter dat de nood in de regio ook erg groot is. Daarom heb ik voorstellen gedaan om te komen tot aanbestedingsvoordelen en om extra geld over te hevelen naar die regio's. Dat is belangrijk voor de bereikbaarheid en de werkgelegenheid daar. Dat voorstel werd helaas niet gesteund. Ook de fiets vinden wij zeer belangrijk. In het interruptiedebatje met de VVD heb ik aangegeven dat de groei van de automobiliteit wat afvlakt. Het vervoer per Het fiets neemt een grote vlucht, ook door de ontwikkeling van de e-bike. Die ontwikkeling willen wij heel graag faciliteren. Er gebeurt ook al het een en ander, bijvoorbeeld de aanleg van fietssnelwegen. Het is voor ons dus een totaalpakket om Nederland mobiel en goed bereikbaar te houden.

Mevrouw Visser (VVD):
Ik probeer het toch even helder te krijgen. Ik krijg namelijk verschillende signalen. Mevrouw Dik-Faber gaf net aan dat zij onderhoud ontzettend belangrijk vindt en dat er dus meer geld naar onderhoud moet. Ik ben blij te constateren dat zij infrastructuur zo belangrijk vindt en ervoor pleit om meer geld beschikbaar te stellen als blijkt dat er meer onderhoud aan wegen, spoor of wat dan ook nodig is. Ze geeft aan dat het én om fietsen gaat én om wegen én om onderhoud én om regionale wegen. Ik constateer dus dat de ChristenUnie binnenkort steun gaat zoeken om het MIRT de komende periode meer te laten zijn dan wat het nu is. De ChristenUnie pleit blijkbaar voor en-en-en en vindt dat er overal in geïnvesteerd moet worden. Vat ik het zo goed samen?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Het was niet het idee van de ChristenUnie om te bezuinigen op het Infrastructuurfonds. Nogmaals, dat was wel het idee van de VVD-fractie en haar coalitiegenoot. Daar kan ik verder niets aan doen. De ChristenUnie heeft altijd gezegd dat zij wil investeren in mobiliteit in Nederland. Ook als je over wat ruimere middelen beschikt, zul je moeten prioriteren. Geld is altijd een schaars goed. Wij willen goed bekijken waar het meeste nodig is. Daarvoor kijk ik naar de regio's, naar investeringen in het ov, naar de fiets, naar de binnenvaart. Ik heb echt het idee dat we met een investering in de binnenvaart investeringen op asfalt, die relatief duurder zijn, kunnen voorkomen.

Dan kom ik bij mijn laatste punt, de Valleilijn. Ik denk dat de heer Hoogland daarvoor naar de interruptiemicrofoon liep. De ChristenUnie wil graag dat er een oplossing komt voor de Valleilijn, die aan zijn eigen succes ten onder lijkt te gaan. Mensen blijven nu op het perron staan. Eerder dit jaar is daarover een motie van de ChristenUnie aangenomen. Wij vragen de staatssecretaris om in overleg te treden met de regio en in de geest van de motie tot een oplossing te komen.

De heer Hoogland (PvdA):
Ik heb zelden dat ik van binnen echt een beetje boos word over wat er gebeurt, maar het lijkt wel alsof de ChristenUnie en de SGP hier om de gunst van de kiezer in Barneveld vechten door 43 miljoen euro te willen investeren in de Kippenlijn. In de hemel reiken de bomen inderdaad tot grote hoogten, maar hier op aarde niet. Waarom investeert mevrouw Dik-Faber ineens 43 miljoen euro in deze lijn, terwijl over een deel daarvan al elk kwartier een trein rijdt en slechts over een klein deel niet. Ik vind dit echt onbegrijpelijk!

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik kan alleen maar constateren dat ook de Partij van de Arbeid de motie van de ChristenUnie heeft gesteund. Er moet een oplossing komen. Ik ben best bereid om na te gaan of we iets aan de financiën kunnen doen. De regio heeft 23 miljoen op de plank liggen om hieraan bij te dragen. De nood is namelijk hoog. Voor mij is het geen oplossing om mensen daar op het perron achter te laten.

De heer Hoogland (PvdA):
Ik vind dit echt een staaltje belangenbehartiging van de eigen achterban. Daar heb ik een heel slecht gevoel bij. Het is voor het eerst dat in de voorstellen van mevrouw Dik-Faber een dekking zit. Ik heb bijna het gevoel dat zij dit voorstel doet omdat het toch niet haalbaar is, want wanneer zij het heeft over toegang voor gehandicapten, wifi in de trein en toiletten, heeft zij geen dekking. Nu ineens haalt zij alles uit de kast voor een kwartierdienst op een plek waar ook nog eens een bus rijdt. Ik vraag mij echt af hoe zij bij dit waanzinnige plan komt.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
De fractie van de Partij van de Arbeid moet toch een beetje beter opletten, want waar wij over diverse onderwerpen spreken, komt mijn fractie altijd wel degelijk met een dekking, ook in dit geval. Ik ben bereid om naar financieel slimme oplossingen te zoeken. Voor mij is het geen oplossing om de reiziger niet alleen in Barneveld, maar ook in Ede op het perron achter te laten, zoals ik al zei. Ik wijs er bovendien nogmaals graag op dat het niet voor niets is dat de PvdA deze motie heeft gesteund. Dit is namelijk van belang voor de brede regio van Amersfoort tot Arnhem.

De heer Hoogland (PvdA):
Ik moet bezwaar maken. Dat was een onderzoeksmotie.

De voorzitter:
Ik heb u het woord niet gegeven, mijnheer Hoogland! Mevrouw Dik was nog bezig met haar antwoord.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik kan een punt gaan zetten. Dit dient niet alleen de bewoners van Barneveld. Die zijn voor ons uiteraard erg belangrijk, maar hetzelfde geldt voor de bewoners van Arnhem, Utrecht, Woerden en Ede.

De voorzitter:
Ik hoorde dat u een punt ging zetten. Ik citeer u.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Hen willen wij allemaal bedienen. Punt.

De voorzitter:
Dank u wel. Ik begreep dat u aan het einde van uw betoog was.

Ik geef het woord aan mevrouw Van Tongeren.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug

Archief > 2014 > oktober