Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Mijnbouw / Groningen

donderdag 27 juni 2019

Bijdrage Carla Dik-Faber aan een algemeen overleg met minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat

Kamerstuknr. 29684

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. Het is goed dat we met regelmaat spreken over Groningen. Er worden veel toezeggingen gedaan. Er worden veel moties aangenomen. Het is ook goed dat er bestuurlijk overleg met de regio is en dat er afspraken worden gemaakt over versterking en schadeherstel. Tegelijkertijd heb ik me echt oprecht afgevraagd wat ik vandaag nog in zou moeten brengen. Want er gebeurt heel erg veel. We maken heel veel afspraken, maar de mensen in Groningen merken er nog zo weinig en soms helemaal niets van. We zijn hier in Den Haag in de bestuurlijke overleggen bezig met woorden en papier. Eigenlijk is mijn hartenkreet waar ik vandaag mee wil beginnen: laten we ervoor zorgen dat mensen dit nu echt gaan merken. Dat wil ik als eerste zeggen.

Voorzitter. Het Staatstoezicht op de Mijnen heeft geadviseerd om in het volgende gasjaar niet meer dan 12 miljard kuub te winnen. Het is goed om in de brief van de Minister te lezen dat die 12 miljard kuub echt in beeld zijn. Het gaat veel sneller dan we met elkaar verwacht hebben. Dat is natuurlijk goed nieuws, maar tegelijkertijd zijn we er nog net niet. Ik heb gekeken in het jaarverslag van het Staatstoezicht op de Mijnen. Daarin worden drie adviezen aan de Minister gememoreerd. Ik noem ze kort. Ten eerste: maak de afweging tussen leverveiligheid en leveringszekerheid inzichtelijk en navolgbaar. Ten tweede. Verplicht GTS en GasTerra om te streven naar een zo laag mogelijke vraag naar Groningengas. Ten derde. Maak mogelijk dat met het meet- en regelprotocol kan worden ingegrepen in de hoeveelheid gaswinning als dit door een onvoorziene toename van het aantal aardbevingen noodzakelijk wordt. Ik hoor graag van de Minister op welke wijze hij deze adviezen van het staatstoezicht heeft opgepakt. Ik wil nu verder ingaan op het tweede advies van het staatstoezicht over GasTerra en GTS. GasTerra is een handelshuis dat voor 50% in handen is van Shell en Exxon en voor 50% in handen van de Staat. Ze sluiten in het kader van de leveringszekerheid langetermijncontracten af op de gasmarkt, de TTF. Op basis van de graaddagenformule die is vastgelegd in de afspraken met GTS, kan er binnen de gegeven ruimte maximaal gewonnen en optimaal verhandeld worden. Volgens mij moeten we de graaddagenformule helemaal loslaten. De Minister moet als de wiede-weerga een aanwijzing geven aan GTS en GasTerra om niet meer gas te winnen dan strikt noodzakelijk is. Mijn vraag is: gaat hij dat doen? Voorzitter. Gisteren sprak ik in Den Haag met een delegatie uit de gemeente Het Hogeland. Van de 170 te versterken woningen uit de P50-groep is er bij twee woningen een opname gedaan. Al die 170 woningen zouden in juni de opname gehad hebben en in september zou een advies komen, maar zoals ik al zei, hebben slechts twee woningen een opname gehad. De vraag is eigenlijk wanneer mensen duidelijkheid krijgen. De gemeente gaat naar de NCG, de NCG gaat naar het Centrum Veilig Wonen en vervolgens gebeurt er niets. De NCG moet een helder mandaat krijgen. Ik vond het fijn om te zien dat daar in het bestuurlijk overleg afspraken over zijn gemaakt. Wanneer is dat geregeld? Gaat de Minister voortvarend aan de slag met de andere afspraken uit het bestuurlijk overleg?

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank aan collega Dik-Faber voor de behartenswaardige woorden. Zij sprak over GasTerra en Gasunie en haar inzet om naar een zo laag mogelijke gaswinning te gaan. Daar leid ik uit af dat zij de motie over de 12 miljard kuub, die recent is aangenomen, niet als zodanig interpreteert, dus dat dat de boodschap is die de Kamer heeft meegenomen. Daarom is mijn vraag alvast: is mevrouw Dik bereid om straks samen een Kameruitspraak in te dienen als de Minister in zijn eerste termijn niet bereid is om zijn steun voor deze ambitie uit te spreken?

De voorzitter:

Wat is daarop uw antwoord, mevrouw Dik-Faber?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De heer Van der Lee refereert aan een motie waarvan ik de tekst niet voor me heb. Laten we elkaar goed begrijpen. Volgens mij zit er ergens in dit systeem ruimte, en dat is niet goed. Ik denk dat die ruimte zit bij GTS en Gasunie. Ik heb daar echt signalen van die we volgens mij serieus moeten nemen. Ik hoor de heer Van der Lee zeggen dat hij in de media enkele zaken heeft gelezen. Ik heb andere informatiebronnen. Ik denk dat daar ruimte zit en dat daar niet de opdracht gegeven is, zoals het staatstoezicht vorig jaar aan de Minister heeft meegegeven, om zo min mogelijk gas te winnen en te verhandelen. Ik denk dat het ontzettend belangrijk is dat dat nu gaat gebeuren. Komen we dan bij de 12 miljard kuub? Laten we het hopen. Ik kan niet op voorhand zeggen dat we die gaan realiseren. Maar als we nog bij deze organisaties gaan kijken, heb ik wel goede hoop dat we echt verder omlaag kunnen.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik zie dat de Minister heel aandachtig heeft geluisterd. Ik wacht dus gespannen af wat hij straks gaat zeggen. Mogelijk komen we hier in een VAO op terug.

De voorzitter:

Mevrouw Dik-Faber vervolgt haar betoog. Ze heeft nog twee minuten.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. Mijn vraag is wanneer het mandaat voor de NCG helemaal rond. Ik heb gelezen dat het met terugwerkende kracht is, maar wanneer is het geëffectueerd.

Al eerder heb ik aan de orde gesteld dat privacybescherming weliswaar goed is, natuurlijk, maar soms ook kan knellen. Om versterking en schadeafhandeling samen op te kunnen pakken, moeten de TCMG, de NCG en de gemeenten elkaar kunnen informeren. De gemeenten hebben gegevens nodig als er een aardbeving is geweest en mensen schade hebben. Dan kunnen de gemeenten uit zichzelf langsgaan en vragen: hoe gaat het nu met u? Gemeenten willen hun zorgtaken uitvoeren, maar dat kunnen ze niet als ze geen gegevens hebben. Zou de Minister dit willen bespreken in het bestuurlijk overleg?

Voorzitter. Van aannemers hoorden we dat het nog elke dag voorkomt dat het bewijsvermoeden niet wordt toegepast. Van aannemers horen wij dat zij aansprakelijkheid vrezen bij herhaalde schade. Van aannemers horen we ook dat de meeste niet in aanmerking komen voor opdrachten van de TCMG, omdat ze geen keurmerk BouwGarant hebben. Aannemers zien en horen veel, want ze komen bij de mensen over de vloer. Mijn voorstel aan de Minister is dat hij een keer een rondetafelgesprek organiseert op zijn ministerie, de aannemers daarvoor uitnodigt en zich door hen laat informeren.

Voorzitter, dan het laatste punt over Groningen. Misschien is daarna ook mijn tijd op. Afgelopen dinsdag was de Proatbus uit Groningen hier met een delegatie geestelijk verzorgers. Dankzij mijn breed ondersteunde motie rijdt die bus rond in Groningen en bieden geestelijk verzorgers laagdrempelig een luisterend oor voor wie dat nodig heeft. Iemand van hen zei heel treffend: Het Nationaal Programma Groningen is mooi, maar een buurthuis en een speeltuin raken mensen niet direct in hun leven; geestelijke verzorging doet dat wel. Daarom is geestelijke verzorging ook zo belangrijk. De vraag is veel groter dan wat men nu kan bieden. Mijn fractie ziet graag dat er meer geld beschikbaar wordt gesteld dan € 100.000 per jaar. Ik zou heel graag een reactie daarop willen van de Minister. Ik denk dat dit heel hard nodig is. Ik sprak met iemand van de Rijksuniversiteit Groningen, mevrouw Stroebe, die ook aanwezig was bij de rondetafel. Zij zei dat zij signaleert dat de maatschappelijke ontwrichting eerder groter wordt dan kleiner. Dat vind ik uitermate zorgelijk.

Ik had dezelfde vraag als de heer Van der Lee over de rechtsbijstand. Ik had ook nog een heel verhaal over de Waddenzee en de gaswinning daar. De concessie voor Ternaard is nota bene ouder dan ikzelf ben. We hebben het principe van «hand aan de kraan», maar intussen lijkt «hand aan de kraan» niet te werken. We hebben te maken met UNESCO-werelderfgoed. Moeten we dit allemaal niet nog een keer tegen het licht houden? Dat is de korte samenvatting van wat ik nog wilde inbrengen. Dank u wel.

Meer informatie

« Terug