Bijdrage Joël Voordewind aan wetgevingsoverleg Onderdeel Jeugd en aanverwante zaken van de begrotingen VWS en V&J 2017

maandag 14 november 2016

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind aan een wetgevingsoverleg met staatssecretaris van Rijn van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en staatssecretaris Dijkhoff van Veiligheid en Justitie

Onderwerp:   Onderdeel Jeugd en aanverwante zaken van de begrotingen VWS en V&J 2017

Kamerstuk:    34 550 – VI en 34 550 - XVI          

Datum:           14 november 2016

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik dank de beide staatssecretarissen voor de informatie die wij hebben gehad, waaronder de rapporten van de Transitiecommissie Sociaal Domein en de Ombudsvrouw. In al die stukken en in de brief van de staatssecretaris lezen we over positieve ontwikkelingen bij de decentralisatie, zoals verschuivingen van de huisarts naar de wijkteams, de inzet van jeugdhulpverleners op school en van praktijkondersteuners bij de huisartsen. Je zou denken dat het niet opschiet, maar er zijn wel degelijk positieve ontwikkelingen. We zijn er echter nog lang niet; daarover ben ik het zeker eens met mijn collega's.

Ik zal in mijn bijdrage inzoomen op de jeugdgezondheidszorg. Ik ga in op de vraag wat er nog mogelijk is op het gebied van preventie, maar ik wil het ook hebben over de jeugdzorg. Ik kreeg vanmorgen nog wat informatie over de problemen bij de jeugdzorg. Het ging om een situatie waarin twee meisjes die met dezelfde zware problematiek te maken hadden, zichzelf sneden, maar door verschillende gemeenten toch op een verschillende manier werden behandeld. Het ene meisje werd goed behandeld, terwijl het andere meisje niet goed en niet effectief werd behandeld, hetgeen uiteindelijk leidde tot een poging tot suïcide. Dat wil niet zeggen dat dat meteen te wijten is aan de niet-adequate behandeling van de gemeente, maar in het hele proces werd er wel verschillend en soms ook minder adequaat op gereageerd.

Ik begin met de preventie op het gebied van de jeugdgezondheidszorg. Daar was heel weinig aandacht voor in de voortgangsrapportage van het afgelopen halfjaar, zeker als je bedenkt dat 67% van de jonge ouders bij de geboorte van hun eerste kind te maken heeft met relatiestress, waardoor hun relatie in zwaar weer terechtkomt. Bij het symposium van de Partij van de Arbeid en de ChristenUnie van vorige week maandag stond de volgende vraag centraal: wat zouden we kunnen doen om die jonge, aanstaande ouders mentaal beter te kunnen voorbereiden, zonder enige verplichting et cetera, op hetgeen ze te wachten staat? We hadden collega Kooiman als ervaringsdeskundige uitgenodigd. We waren heel blij met haar aanwezigheid, want die had een toegevoegde waarde. Ook staatssecretaris Van Rijn was op dat symposium aanwezig. Er waren daarnaast veel maatschappelijke organisaties bij betrokken, zoals het NJi (Nederlands Jeugdinstituut) en het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid, maar ook hoogleraar duurzame relaties Esther Kluwer was aanwezig. Mede dankzij de aanwezigheid van al die organisaties zijn er een aantal heel goede punten naar voren gekomen die betrekking hebben op de vraag hoe we het huidige aanbod beter zouden kunnen afstemmen op de vraag. Er kwam naar voren dat er sprake is van een kloof, omdat het huidige aanbod, inclusief de heel mooie verworteling in de Jeugdwet, nog niet terechtkomt bij de jonge ouders. Mevrouw Ypma heeft al aangegeven hoe bijvoorbeeld een vragenlijst ondersteunend kan zijn en richting kan geven. Ik heb afgelopen maandag gehoord dat VoorZorg heel goede projecten heeft. Ik vraag zelf aandacht voor de zwangerschapscursus van de consultatiebureaus, die bijna iedereen volgt. Je zou daarin een onderdeel kunnen opnemen waarmee jonge, aanstaande ouders beter mentaal op het ouderschap worden voorbereid. Bijna iedereen doet die zwangerschapsgym, dus het zou heel mooi zijn als we ervoor kunnen zorgen dat er in de kerndoelen van die zwangerschapsgym kort wordt stilgestaan bij dit punt. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de informatie van PinkCloud, een organisatie die zich daar al een tijd mee bezig houdt. Ik wil hierop graag een reactie van de staatssecretaris.

We zouden het ook kunnen betrekken bij de informatie die op het stadhuis verstrekt wordt bij de geboorte van het eerste kind. Dat gebeurt al uitgebreid in de Scandinavische landen. Iedereen moet zijn kind aangeven en dat gesprek is laagdrempelig. Tijdens dat gesprek kan er informatie worden gegeven over de huidige maatschappelijke initiatieven.

In het kader van die heel mooie projecten, vraag ik de staatssecretaris om nieuwe handreikingen te maken wat betreft het preventieve aanbod. De laatste handreiking op het gebied van prenatale voorlichting stamt uit 2009. Dat is dus voor de decentralisatie. Ik vraag de staatssecretaris om in samenspraak met het NJi te bekijken of er een nieuwe handreiking voor V en J gemaakt kan worden die betrekking heeft op de vraag hoe gemeenten beter gebruik kunnen maken van het bestaande aanbod.

Ik sluit mij aan bij de woorden van collega Ypma dat we op het punt van de uithuisplaatsingen misschien nog een hele slag kunnen maken. Ik heb eergisteren nog gebeld met de Alliantie Kind in Gezin. Die doet zeer mooi werk. De doelstelling om tot 10.000 meer inhuisplaatsingen te komen is zeer lovenswaardig. Op die manier zou het aantal plaatsingen in instellingen ook kunnen dalen. Ziet de staatssecretaris mogelijkheden om de ambitie van de Alliantie Kind in Gezin te ondersteunen?

Het is ook de ambitie van de ChristenUnie om het aantal uithuisplaatsingen naar beneden te krijgen. We hebben in de afgelopen vijf jaar een stijging daarvan gezien. In het eerste kwartaal is het iets afgenomen. Het familiegroepsplan en de Eigen Kracht-conferenties kunnen daar een heel goede bijdrage aan leveren. Er ligt een nieuwe handreiking, maar de Eigen Kracht Centrale benadrukt dat de regie echt bij de gezinnen moet liggen en niet bij de professionals. Men zegt daar eigenlijk: probeer die kracht uit de gezinnen en uit het eigen netwerk te halen, zodat bij het opstellen van een familieplan niet zomaar wat wordt afgevinkt door een professional, maar zodat dat echt vanuit de gezinnen kan komen.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl

« Terug