Bijdrage Joël Voordewind aan het VAO Pleegzorg/gezinshuizen (AO d.d. 16/05)

dinsdag 04 juni 2019

Bijdrage Joël Voordewind aan een voortgezet algemeen overleg met minister de Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Kamerstuknr. 31839

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Ik dank de collega's hiervoor. Ik moet een buitenlandse delegatie ontvangen.

Voorzitter. Ik houd het kort. Ik heb één motie voor de minister, omdat dat punt niet werd beantwoord tijdens het AO. Ik heb het dan maar in de motievorm gedaan en hoop op een gunstig oordeel van de minister.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat om de ambities van de Jeugdwet en de transformatie te realiseren, er voor enkele duizenden kinderen en jongeren een gezinsgericht alternatief moet komen voor de residentiële jeugdhulp;

overwegende dat de uitstroom uit de residentiële jeugdhulp gekoppeld moet worden aan de instroom van gezinsgerichte werkers en daarmee de ontwikkeling van nieuwe gezinsgerichte vormen van jeugdhulp;

van mening dat deze transformatie gebaat is bij opleidings- en omscholingstrajecten, om te zorgen voor de juiste deskundigheid en om aan te sluiten bij de nieuwe kwaliteitscriteria;

verzoekt de regering in overleg met de sector te bezien hoe jeugdhulpprofessionals met opleidings- en omscholingstrajecten toegerust kunnen worden om meer gezinsgerichte jeugdhulp te bieden, met het oog op het realiseren van meer gezinsgerichte voorzieningen, en dit mee te nemen bij de uitwerking van het actieplan gezinshuizen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Voordewind. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 658 (31839).

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel.

Meer informatie

« Terug

Archief > 2019 > juni