Bijdrage Joël Voordewind aan het plenair debat over de uitkomsten van de Europese top van 29 april 2017

dinsdag 09 mei 2017

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind aan een plenair debat met minister-president Rutte

Onderwerp:   Debat over de uitkomsten van de Europese top van 29 april 2017

Kamerstuk:    21 501 - 20   

Datum:           9 mei 2017

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Voorzitter. De Europese Unie staat voor een cruciale fase. De Fransen hebben een nieuwe president gekozen en eisen eigenlijk ook van de Europese Unie hervormingen, zelfs zodanig dat er anders een frexit zou moeten komen. De eerlijke verdeling van vluchtelingen uit Griekenland en Italië komt maar niet van de grond. De nieuwe Britse premier, May, is goed voorgesorteerd voor de verkiezingen. Kortom, de EU moet slagvaardig en geloofwaardig blijven voor de overige lidstaten. Dat is de uitdaging waar de Europese Unie op dit moment voor staat. Ik noem de vier onderwerpen die ik zal aansnijden: het verhuiscircus, Turkije, uiteraard de brexit en de vermindering van het aantal parlementszetels.

Allereerst ga ik in op Straatsburg. De heer Van Ojik eindigde met de mooie woorden dat het gekissebis over nationale belangen beëindigd moet worden om het grotere verhaal van waar Brussel nu voor staat, aan te kunnen pakken. Daar hoort ook het verhuiscircus bij, dus de geloofwaardigheid van Brussel. GroenLinks heeft die motie inderdaad gesteund, in tegenstelling tot veel fracties in deze Kamer bij het laatste debat: VVD, CDA, D66 en Partij van de Arbeid. En dat terwijl al die partijen in het Europees Parlement de resolutie van Esther de Lange van het CDA wel hebben gesteund. Sterker nog: het CDA vond dat de impasse eindelijk doorbroken moet worden. De heer Verhoeven van D66 noemde het "een flauwekulmotie". Wat flauwekul is, is dat we per jaar 200 miljoen belastinggeld verspillen aan onzinnige verhuisbewegingen. Dat moet echt stoppen. Ik ga dus weer bekijken of de Kamer op dezelfde lijn kan komen. Is dit onderwerp ook aan de orde geweest bij de Europese Raad?

Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Ik heb een technische vraag aan de heer Voordewind. Kan het Europees Parlement bij resolutie besluiten om dat verhuiscircus — dat is het inderdaad — waar iedereen tegen is, te veranderen?

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Nee. Dat weet mevrouw Verhoeven ook. Nee, mevrouw Van Veldhoven.

De voorzitter:
Ik merk dat u de heer Verhoeven mist.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Ja, die is waarschijnlijk ergens anders.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Het is niet mijn ambitie om mevrouw Verhoeven te worden; die heeft hij overigens al. Ik stelde die vraag om helder te maken dat we met elkaar natuurlijk voor allerlei moties of resoluties kunnen stemmen die een richting geven, maar dat we niet de indruk moeten hebben dat het geregeld is met het aannemen of niet aannemen van die resolutie of motie. Of je wel of niet voor een motie stemt, kan dus worden bepaald door de vraag: denk je dat die motie effectief is, helpt het iets, of niet? Die resolutie in het Europees Parlement, waar zoveel voor is gestemd, is ook een signaal. Daarvan kun je zeggen: dat helpt, zeker. Ook een motie kan een signaal zijn dat helpt. Je kunt het ook in een verkiezingsprogramma opschrijven. Dat helpt ook. Maar daarmee is het nog niet geregeld. Misschien is het belangrijk om dat helder te hebben.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Wij kunnen niet heel veel meer dan de regering controleren. Als wij hier een motie aannemen, dan "verzoeken" wij de regering dus iets; zo wordt het altijd verwoord in het dictum. Als deze motie wordt aangenomen, dan verzoeken wij dus het kabinet, in het bijzonder de minister-president in de Europese Raad, om zich in te zetten om te komen tot wat daarin wordt gevraagd. Dat kan wel degelijk een steuntje in de rug zijn om uiteindelijk uit de impasse te komen.

De heer Van Rooijen (50PLUS):
Het is interessant om hier te horen dat een van onze collega's in de Kamer zich afvraagt wat voor zin het heeft om een motie in te dienen. Ik denk dat er een heel groot verschil is tussen het niet indienen van een motie en het wel indienen van een motie. Dat geldt ook voor het wel of niet opnemen in een verkiezingsprogramma. Het is dus belangrijk dat de Kamer bij herhaling, alsmaar, nu ook gesteund door het Europees Parlement, althans door een aantal fracties daarvan, op dit onderwerp blijft tamboereren. We hebben het bij dit onderwerp, Straatsburg, over 200 miljoen. We spreken hier vanavond ook over de 600 miljoen in relatie tot Turkije. Daar komen we, nu en straks, ook nog op in dit debat. Het gaat ergens om. Moties op dit punt dienen ertoe om de beweging te versterken, samen met andere landen.

De voorzitter:
Dit gaat straks allemaal van uw spreektijd af. Het was geen vraag, maar …

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Dat was een grapje, neem ik aan, voorzitter.

De voorzitter:
Nee.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Even ter verheldering: uiteraard wil mijn fractie het belang van moties niet onderschatten. Het is echter ook belangrijk om te wijzen op die andere dynamiek, tussen een motie uit de Tweede Kamer en een situatie in Europa waarbij een verdrag een bepaalde rol speelt. Wij controleren via dit parlement niet de situatie in Frankrijk. Het gaat om een ander invloedsniveau. Het is belangrijk om dat met elkaar te delen.

De heer Van Rooijen (50PLUS):
Ik heb nog de tijd in de jaren zeventig meegemaakt, toen Tweede Kamerleden ook lid van het Europees Parlement waren. Misschien moeten we weer die kant op om de stem van deze Kamer daar te versterken, en omgekeerd.

Mevrouw Maeijer (PVV):
Ik vind dit wel een heel aparte stellingname van D66. Volgens mij moeten we bij uitstek de Raad en dus het kabinet verzoeken om deze stelling in te nemen, dus niet het Europees Parlement. Dat kan er wel wat van vinden, maar er niet over besluiten. Daarom zou D66 de motie hier moeten steunen en niet daar.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Juist, juist.

Mevrouw Leijten (SP):
We hebben het over resoluties, over moties en over het voorstel dat de heer Voordewind verder wil brengen. De vorige keer is er echter al een motie van de heer Van Rooijen aangenomen. Daarin wordt de regering verzocht om "zich binnen de Europese Unie in te zetten om te komen tot een beperkter Europees Parlement en een kleinere Europese Commissie, en tevens de zinloze verhuisbewegingen tussen Straatsburg en Brussel te beëindigen". Dus, ja, we steunen allemaal deze beweging, maar deze motie is al aangenomen. Dus wat wil de ChristenUnie nu precies met nog een nieuwe motie?

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Dat is een goed punt. Mevrouw Leijten, de SP is hier altijd voor geweest, maar de SP heeft tegen mijn motie gestemd. Dat was heel opmerkelijk. We zijn natuurlijk allemaal tegen foute verhuisbewegingen die 200 miljoen kosten. Alleen, de vraag is: wie gaat het oplossen? Oftewel: wie doet er een handreiking aan Frankrijk? Iedereen is voor moties waarin staat: stop ermee! De vraag is echter: hoe gaan we, via de Europese Raad, Frankrijk verleiden om uiteindelijk zijn veto in de Raad op te heffen, zodat we kunnen stoppen met die verhuisbewegingen? Daarom was mijn motie iets anders dan de motie van de heer Van Rooijen. In mijn motie stond ook een oplossing, in ieder geval een richting. De SP heeft die richting niet gesteund. Dat is jammer. Dat heeft de SP wel gedaan in het Europees Parlement. Maar nogmaals, zo zeg ik ook tegen mevrouw Van Veldhoven: het Europees Parlement gaat er niet over. De lidstaten moeten elk in hun eigen parlement hun kabinet aanzeggen: doe er wat mee, stop ermee, stap nou eens over je eigen schaduw heen, stop met de onderhandelingen over het EMA, probeer Frankrijk te overtuigen.

Mevrouw Leijten (SP):
We hebben tegen die motie gestemd omdat we altijd als er meerdere moties liggen, afwegen welke we de beste vinden. We denken werkelijk dat het inbrengen van die twee agentschappen in de discussie het in de Raad misschien juist wel moeilijker maakt om eruit te komen en dat je dit onderwerp dan beter kunt inbrengen in bijvoorbeeld het Europees Parlement. Daarom hebben we de afweging gemaakt om te stemmen voor de motie van 50PLUS. Die motie is aangenomen. We zouden elkaar toch alleen versterken? De heer Voordewind doet de suggestie om het op deze manier te doen en zo doen we allemaal andere suggesties. Maar we moeten de minister-president vervolgens wel echt de opdracht geven om wat hij hier belooft, ook in Brussel waar te maken, in plaats van weer allemaal met een nieuw voorstel te komen en te doen of we de beste zijn.

De voorzitter:
U hebt uw punt gemaakt.

Mevrouw Leijten (SP):
Ik nodig de ChristenUnie dus uit om haar goede voorstel even te laten varen en druk te zetten op de minister-president om Straatsburg gewoon te stoppen. Want dat moeten we doen.

De voorzitter:
Een korte reactie.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Mevrouw Leijten weet ook wel dat dit gratuit is. De minister-president is er immers, net als iedereen, van overtuigd dat het verhuiscircus moet stoppen. Alleen gaat het om een alternatief. Het gaat erom wat je Frankrijk bereid bent te bieden om het veto uiteindelijk op te geven. Mevrouw Leijten gaat alleen voor de bekende weg, die niks kost en die óns ook niks kost. Vervolgens stemt zij tegen mijn motie. Dat is haar recht, natuurlijk, maar we schieten er niks mee op. En de minister-president zegt: dank u wel, dan hoeven we niet voor die andere motie te stemmen en kunnen we hier gewoon nog jaren mee verder.

De voorzitter:
U mag daar kort op reageren, mevrouw Leijten, anders wordt het een herhaling van zetten.

Mevrouw Leijten (SP):
Het kost nu geld. Als wij, in plaats van een front te vormen, zeggen "ik heb een beter idee" en "nee, ik ben nog beter", dan laten we de minister-president wegkomen in Brussel. Dat was mijn oproep aan de heer Voordewind. Dat er een suggestie ligt om Frankrijk tegemoet te komen, ziet er fraai uit, maar uiteindelijk willen we dat die verhuisbeweging stopt. En dat "gratuit" noemen, vind ik echt een beetje raar in deze discussie. We hebben nu eindelijk een aangenomen motie. Laten we daar nou eens met zijn allen achter gaan staan.

De heer Van Rooijen (50PLUS):
Kort, aanvullend en in de geest van de door 50PLUS ingediende, aangenomen motie: in het programma van de inmiddels gekozen president staat dat in Frankrijk de Kamer, dus de Chambre des Députés, en de Senaat met een derde worden verminderd. Dat geeft aan dat ook Macron in eigen land ziet dat hij met efficiency moet werken. Dat is een heel gevoelig onderwerp. Ik heb het nog niet eens over het dubbele mandaat dat in Frankrijk nog speelt. Dat wordt overigens afgeschaft, wat betekent dat een heleboel Députés nu lokaal gaan opereren en niet meer terugkomen in de centrale kamers. Maar ik wijs erop dat dit ook een signaal is van deze president dat hij gaat bekijken of het allemaal efficiënter, kleiner en goedkoper kan.

De heer Anne Mulder (VVD):
Als conclusie van dit interruptiedebat zeg ik: eigenlijk verplaatst de motie van de heer Voordewind vooral papier en geen parlement.

De voorzitter:
Dat was de conclusie?

De heer Anne Mulder (VVD):
Ja.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Van papier naar …?

De voorzitter:
Parlement.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Van papier naar parlement?

De voorzitter:
U mag het herhalen, mijnheer Mulder.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Ik verstond het niet goed.

De heer Van Ojik (GroenLinks):
Een grap is altijd de eerste keer het leukst!

De voorzitter:
Het is geen grap meer als je het moet herhalen.

De heer Anne Mulder (VVD):
Ik herhaal het voor de heer Voordewind: de motie van de heer Voordewind verplaatst papier en geen parlement.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Ik constateer dat én de fractie van mevrouw Leijten én de fractie van de heer Mulder én de fractie van de heer Omtzigt in het Europees Parlement eenduidig voor de resolutie hebben gestemd om hieraan een einde te maken, gekoppeld aan het weggeven van het EMA en de EBA. Ik constateer ook dat er hier een grote tegenstelling is tussen de fracties, dus ik zou zeggen: houd eens intern beraad en laten we aan het eind van het debat de klok gelijkzetten.

De voorzitter:
Gaat u verder.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Ik vraag de minister-president of dit onderwerp ook aan de orde is geweest in de Europese Raad. Ik hoor daar graag een reactie op.

Ik kom op Turkije. Wat vindt de minister-president nu zelf van de toepassing van de Kopenhagencriteria? De minister van Buitenlandse Zaken heeft gezegd: laten we daar nog eens een onderzoek naar doen. Oostenrijk zegt: stoppen met de onderhandelingen met Turkije. Andere partijen, zoals Duitsland, zeggen: doorgaan. Nederland zit daar een beetje tussenin. Wat vindt de minister-president nu zelf? Kunnen we niet overgaan tot een andere vorm van samenwerking met Turkije? En zegt de minister-president het minister Koenders na dat er in Nederland geen sprake kan zijn van een Turks doodstrafreferendum? Dat hoor ik hem hier graag zeggen.

Dan snel de brexit. Nederland heeft overlegd met Denemarken en Ierland. Ik sluit me aan bij de verstandige woorden in deze context van collega Leijten: wat is daaruit gekomen, en was het niet de inzet van Nederland om parallel te gaan onderhandelen? Dat hebben we ook eerder in het debat gehoord. Was het niet de inzet om niet eerst de afrekening helemaal rond te krijgen, maar tegelijkertijd te kijken naar een nieuwe handelsrelatie? Wat vindt de minister-president van de uitkomst van de Europese Raad dat er niet parallel onderhandeld gaat worden? Wat heeft dat kleine overlegje met Denemarken en Ierland dan concreet opgeleverd?

Nog veel belangrijker dan dit is het nieuwe Meerjarig Financieel Kader. Als we niks doen en de Britten gaan weg, weten we dat dit 10 miljard euro gaat kosten. De bijdrage van Nederland zou dan met 16% toenemen. Ik hoor graag van de minister-president wat hij daarover van de andere lidstaten heeft vernomen tijdens de afgelopen top. Gaat het Meerjarig Financieel Kader vanaf 2020 inderdaad naar beneden? Wordt het inderdaad bijgesteld vanwege het gat dat de Britten laten vallen?

Ik weet dat het Europees Parlement wél over de vermindering van de 73 vrijvallende Britse parlementszetels gaat. Ook dat besluit moet uiteindelijk door de Europese Raad worden goedgekeurd. Wat is de houding van de minister-president? Wij hebben hier een motie over ingediend en die is aangenomen. Wat wordt de inzet van de minister-president? Staat hij er volledig achter dat de 73 vrijvallende Britse zetels niet moeten worden opgevuld?

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl

« Terug