Bijdrage Joël Voordewind aan de JBZ-Raad op 8 en 9 juni 2017 (JBZ-onderwerpen op het terrein van asiel- en vreemdelingenbeleid)

woensdag 07 juni 2017

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind aan een algemeen overleg met staatssecretaris Dijkhoff van Veiligheid en Justitie (VVD)

Onderwerp:   JBZ-Raad op 8 en 9 juni 2017 (JBZ-onderwerpen op het terrein van asiel- en vreemdelingenbeleid)

Kamerstuk:    32 317          

Datum:           7 juni 2017

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Voorzitter. Het is goed dat we toch over migratie en asiel spreken. Ik meen dat alle andere onderwerpen controversieel zijn verklaard door de collega's, maar gelukkig hebben we dit overleg over de JBZ-raad nog.

De solidariteit in Europa staat onder druk. We hebben gehoord dat Hongarije, Polen en ook Oostenrijk nog steeds weigeren om bij te dragen aan de herplaatsing van een groot aantal vluchtelingen. Er zou zelfs een inbreukprocedure tegen deze landen aangekondigd zijn. Kan de staatssecretaris ons vertellen of deze landen uiteindelijk gaan aanhaken of niet? Zo niet, wat zijn dan de alternatieven? Ik begrijp dat ze dan zouden moeten meebetalen.

Hoe denkt de staatssecretaris over het verzoek van het Europees Parlement aan de Commissie om de herplaatsingsprogramma's te laten doorlopen na de uiterste datum van september 2017, tot het moment dat de herziening van de Dublinverordening is aangenomen? Stemt de staatssecretaris daarmee in? Dat zou mooi zijn.

Ik heb ook een vraag over de Afrikadeals, de migratieovereenkomsten, met name met Libië. Het Maltezer voorzitterschap is het gesprek aangegaan met Libië. Hoe is de voortgang van deze gesprekken? Minister Ploumen heeft eerder aangegeven dat het terugsturen van bootjes die van internationale wateren afkomen, niet geoorloofd is. Op Kamervragen van de SP antwoordt de staatssecretaris dat er nog een lange weg te gaan is voordat de detentiecentra van het DCIM, het Department for Combatting Illegal Migration, voldoen aan de Europese internationale standaarden. Daar voldoen ze namelijk nog lang niet aan. Door Libische ambtenaren wordt gezegd dat deze centra overvol zitten en dat de gedetineerden worden overgebracht naar de informal centers die onder controle staan van de milities. Wat kan de staatssecretaris hierover zeggen? Hoe denkt hij in dit verband over de acties van de Libische kustwacht die op dit moment wel nog steeds migrantenbootjes terugbrengt naar Libië, ondanks het feit dat die officiële centra overvol zitten? Is het niet te voorbarig om dat nu al te doen? Hoe zit het met die centra? Er zijn geen formele registratiemogelijkheden, er zijn geen procedures, er is geen toegang tot advocaten, er zijn onvoldoende toiletmogelijkheden, er is onvoldoende sanitair, schoon drinkwater, eten et cetera. Dit is niet mijn constatering maar de constatering van UNSMIL, de VN-supportmissie. Die klaagt steen en been over deze detentiecentra. Heeft de staatssecretaris kennisgenomen van het UNSMIL-rapport dat onlangs nog naar buiten is gekomen? En voelt de staatssecretaris zich medeverantwoordelijk, aangezien wij toch de kustwacht van Libië trainen en zijn effectiviteit willen vergroten, voor het terugsturen van vluchtelingenbootjes naar Libië? Voelt hij zich ook betrokken bij het veel sneller dan nu verbeteren van de leefomstandigheden in die centra? De Europese Commissie heeft daar 90 miljoen voor uitgetrokken. Wat is er concreet op dat punt bereikt?

Dan kom ik te spreken over de bescherming van de migrerende kinderen. Het kabinet lijkt niet zo blij met het feit dat de Europese Commissie de positie van kinderen vooropstelt. Wat wordt er in de schriftelijke beantwoording bedoeld met de "bredere uitleg van het belang van de kinderen", zoals het kabinet graag wil van de Commissie? Kan de staatssecretaris die bredere uitleg toelichten? Heeft de staatssecretaris er moeite mee dat de Commissie het belang van het kind vooropstelt? Wat moet er dan veranderen in het Nederlands beleid? Kan de staatssecretaris niet uit de voeten met het General Comment nr. 14 bij het Verdrag inzake de rechten van het kind, waarin staat dat het belang van het kind als primaire overweging moet worden meegenomen?

Dan kom ik bij Griekenland en Italië. Hoe staat het met de quota voor de relocatie? En hoe zit het met de relocatie vanuit Italië? Voldoet Nederland daar inmiddels aan? Worden alle migranten vanuit Italië daadwerkelijk geregistreerd, zoals dat nu wel het geval is bij Griekenland? Kunnen mensen nu niet meer ongeregistreerd doorlopen naar Noord-Europa?

De voorzitter:
Kunt u tot een afronding komen?

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Ik kom tot een afronding. Hoe komt het dat sommige lidstaten de Eritreeërs uitsluiten van relocatie, terwijl ze toch echt onder de 70%-norm vallen? En hoe staat het met de gesprekken met Tunesië, Algerije en ander Afrikaanse kustlanden om tot selectie en screening van de migranten te komen die zich in die landen bevinden? Wat is daar mogelijk en welke eisen stellen die landen daaraan?

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl

« Terug