Bijdrage Carla Dik-Faber aan het voortgezet algemeen overleg Landbouw- en Visserijraad (AO d.d. 22/02)

donderdag 23 februari 2017

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber aan een voortgezet algemeen overleg met staatssecretaris van Dam van Economische Zaken

Onderwerp:   VAO Landbouw- en Visserijraad (AO d.d. 22/02)

Kamerstuk:    21 501 – 32  

Datum:           23 februari 2017

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik dien mijn moties in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat een adviescommissie voor een ruimere knelgevallenregeling wordt ingesteld naar aanleiding van het amendement-Geurts c.s. (34532, nr. 85);

van mening dat melkveehouders op korte termijn duidelijkheid nodig hebben over de knelgevallenregeling en dat deze regeling moet aansluiten bij het maatregelenpakket 2017, zodat eventuele knelgevallen ook in 2017 worden ontzien;

verzoekt de regering, voor 1 april 2017 de adviescommissie voor knelgevallen in te stellen en te bemensen, en een meldpunt voor knelgevallen te openen bij RVO,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Dik-Faber, Geurts, Dijkgraaf en Van Gerven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 983 (21501-32).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het amendement-Dik-Faber/Koşer Kaya (34532, nr. 31) grondgebonden bedrijven ontziet bij de generieke korting;

verzoekt de regering om binnen de mogelijkheden van het sectorplan en zonder risico op vertraging hetzelfde uitgangspunt voor grondgebondenheid te hanteren als bij de wetgeving, waarbij grondgebondenheid betekent dat de melkveehouder al zijn werkelijk geproduceerde mest kan plaatsen op eigen grond die is opgegeven bij de gecombineerde opgave,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dik-Faber. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 984 (21501-32).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het pakket fosfaatreductie 2017 kan leiden tot 8,2 miljoen kilogram reductie van de fosfaatproductie, terwijl de reductieopgave vooralsnog 6,6 miljoen kilogram is;

verzoekt de regering, te streven naar het reduceren van de fosfaatproductie onder het toegestane niveau, maar niet meer dan noodzakelijk te reduceren voor het behalen van het fosfaatplafond,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dik-Faber. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 985 (21501-32).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat pluimveehouders vanwege de dreiging van vogelgriep en de ophokplicht een lagere prijs krijgen voor vrije-uitloopeieren, maar dat de prijs in de supermarkt niet gedaald is;

verzoekt de regering, in overleg te treden met supermarkten, de levensmiddelenindustrie en de pluimveesector om tot een oplossing te komen voor de gedaalde inkomsten voor pluimveehouders,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dik-Faber. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 986 (21501-32).

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl

 

« Terug