Bijdrage Carla Dik-Faber aan het dertigledendebat over een nieuwe gasvondst boven Schiermonnikoog

dinsdag 14 november 2017

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber aan een plenair dertigledendebat met minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat, Kamerstuknr. 33 529

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Ook namens mijzelf en mijn fractie een woord van welkom aan de minister. Ik zie uit naar de samenwerking. Het is mooi om het eerste debat te voeren over het prachtige onderwerp van het Waddengebied, zijnde UNESCO-werelderfgoed en parel van de Nederlandse natuurgebieden. Dat nu 20 kilometer ten noorden van Schiermonnikoog het grootste gasveld in 25 jaar is gevonden, roept bij mijn fractie dan ook best wel wat vragen op. Eerder dit jaar zag energiebedrijf ENGIE juist af van een proefboring bij Schiermonnikoog en nu moeten de eilandbewoners alsnog vrezen voor boorplatforms voor hun kust. Het consortium van bedrijven gaat de komende jaren onderzoeken of er gas zit in de rest van het gebied en waarschijnlijk komend jaar wil men al een volgende poefboring uitvoeren.

Voorzitter. De Kamer heeft uitgebreid gedebatteerd over de Mijnbouwwet. In de nieuwe Mijnbouwwet zijn maatschappelijk draagvlak en de positie van provincies en gemeenten beter verankerd. De gemeenteraad van Schiermonnikoog heeft zich in een motie unaniem uitgesproken tegen proefboringen en tegen gaswinning. Mijn vraag aan de minister is hoe hij deze uitspraak meeneemt in het vervolg van het proces.

De nieuwe Mijnbouwwet is ook een stuk strenger geworden voor kwetsbare natuurgebieden en voor milieubescherming. Het oprichten van een mijnbouwwerk wordt expliciet uitgesloten voor de Waddenzee en de Waddeneilanden en een schuine boring buiten het Waddengebied is wel mogelijk maar ook dan gelden strenge eisen aan natuurbescherming en aan het beperken van zichthinder. Mijn vraag aan de minister is of hij kan bevestigen dat op basis van de wetgeving sprake is van bijzondere bescherming van de Waddeneilanden, de Waddenzee en de Noordzeekustzone in het verdere proces, ook bij eventuele proefboringen of eventuele winning. Hoe ziet deze bijzondere bescherming er uit bij eventuele verlening van milieuvergunningen en mijnbouwvergunningen? Heeft de eventuele winning van het gas uit een veld met zo'n enorme omvang niet per definitie grote gevolgen voor natuur en bodemdaling in het Waddengebied?

Voorzitter. Het is zorgelijk dat het Staatstoezicht op de Mijnen in mei van dit jaar de NAM op de vingers heeft getikt over de betrouwbaarheid van studies naar bodemdaling als gevolg van gaswinning onder de Waddenzee. Er is jarenlang gas gewonnen zonder dat men precies wist wat de gevolgen daarvan zijn. Hoe gaat de minister voorkomen dat dit nu weer gebeurt bij Hansa, als we inderdaad tot proefboringen en eventuele winning overgaan? Op welke manier gaat hij de monitoring van bodemdaling verbeteren, evenals het toezicht en de handhaving?

Voorzitter. Deze week gaat de minister naar de klimaattop in Bonn, als ik goed ben geïnformeerd. Vorige week werd al de Noordelijke Klimaattop gehouden. Het Noorden wil het groene stopcontact van Nederland zijn en is al ver met innovatieve oplossingen voor verduurzaming en energieopslag. Hoe past de eventuele winning uit het nieuwe gasveld in de ambities voor een grootschalige energietransitie en afbouw van gaswinning?

Dank u wel.

De voorzitter:
Hartelijk dank. Het woord is aan mevrouw Beckerman. Zij heeft een vraag.

Mevrouw Beckerman (SP):
Mevrouw Dik-Faber, u staat bekend als de beschermster van de Waddenzee. U bent altijd fel tegenstander geweest van gaswinning. Het staat ook in het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie: geen gaswinning in de Waddenzee. U heeft meerdere moties ingediend, waarin u zegt: geen nieuwe boringen en compensatie voor het Groningenveld niet zoeken onder de Wadden. Staat u nog steeds achter uw verkiezingsprogramma en die ingediende moties en zult u proefboringen bij Schiermonnikoog dan ook niet steunen?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Dat zijn heel veel vragen. Wij hebben de Mijnbouwwet in de vorige kabinetsperiode met elkaar besproken. Daarin is het Waddengebied uitgezonderd van nieuwe locaties voor gaswinning. Er mag alleen onder allerlei randvoorwaarden schuin worden geboord. Bij mijn weten is in het gebied waar we het vandaag over hebben, 20 kilometer vanaf de kust van Schiermonnikoog, geen sprake van het Waddengebied. Daarom heb ik daarover vragen gesteld aan de minister. Het gaat hier in feite over de Noordzee en niet over het Waddengebied. Daarmee wil ik niks afdoen aan de impact van mogelijke gaswinning, helemaal niks, noch voor de natuur en het milieu, noch voor het zicht. Daarom heb ik ook vragen gesteld aan de minister: hoe weegt hij de mogelijke gevolgen daarvan mee in zijn beslissing? Laten we wel zijn: er wordt nog niet geboord. We hebben het over proefboringen. Er moeten nog heel veel stappen worden doorlopen voordat een eventuele winningsvergunning wordt afgegeven. Zover zijn we nog niet.

Mevrouw Beckerman (SP):
Het lijkt alsof u een beetje ruimte koopt door dit geen Waddengebied te noemen. Maar u heeft in 2015 een klip-en-klare motie (33529, nr. 156) ingediend, waarvan ik het dictum even zal voorlezen: "verzoekt de regering, de verminderde gasproductie uit het Groningenveld niet te compenseren met een hogere productie uit de kleine velden, het aanboren van nieuwe locaties of het winnen van schaliegas". Daarin sprak u zich klip-en-klaar uit tegen het aanboren van nieuwe locaties. Valt de Noordzee nou wel of niet onder "nieuwe locaties"?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
We hebben de afgelopen periode uitgebreid laten kijken naar de locaties voor gas- en oliewinning. Voor deze locatie is een proefboring vergund. Mijn fractie was daarbij niet aanwezig. Dat was in de vorige kabinetsperiode en toen zaten wij niet aan tafel. Dat was de kabinetsperiode van VVD en Partij van de Arbeid. Daarmee worden we voor een voldongen feit geplaatst. Er is sprake van een vergunning voor een proefboring. Volgens mij ontbreekt het juridische instrument om nu te zeggen: we gaan hiermee stoppen. We kunnen hier heel stoer gaan roepen "we willen stoppen en er mag geen volgende proefboring plaatsvinden", maar het juridische instrument is er simpelweg niet. Als mevrouw Beckerman denkt dat dat er wel is, hoor ik graag van de minister of hij dat kan bevestigen, want nogmaals: we hebben hier goed naar gekeken. Word ik blij van deze boring? Nee, maar we hebben de instrumenten niet in handen, want dit is gewoon vergund. Daar kunnen we niks meer aan doen, met dank aan de Partij van de Arbeid.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Mijn complimenten voor de mooie inbreng van mevrouw Dik-Faber. Heel veel dingen resoneren bij mij. We hebben ook veel samen opgetrokken in dit dossier. Zowel zij als ik weet dat er vergunningen voor het boren naar schaliegas verleend waren aan bijvoorbeeld Quadrilla en dat de vorige minister van Economische Zaken toen toch een moratorium ingesteld heeft. Ik heb hier verschillende moties, waar uw naam ook onder staat. De juridische oplossing "doe hetzelfde als de vorige minister" zou kunnen, mocht men dat politiek willen. Een van de voorwaarden in de motie waar uw naam ook onder staat, is dat pas als er aanpassingen aan het gasgebouw zijn gedaan en die met de Kamer zijn besproken, er eventueel verdergegaan kan worden. Dat is een motie van 28 april 2015. Die beoogt om het op te schorten totdat onder andere die veranderingen aan het gasgebouw besproken zijn. Staat mevrouw Dik-Faber nog steeds achter het idee — dat heel logisch is — dat je de aanbevelingen van de OVV eerst moet uitvoeren, onder andere aanpassing van het gasgebouw, voordat je verdergaat met eventuele opsporings- dan wel winningsvergunningen?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik zal nog even goed naar die motie moeten kijken. Ik begrijp heel goed dat ik nu moties voorgehouden krijg met de vraag of ik daar nog steeds achtersta. Ik zal gewoon echt even moeten kijken naar de motie. Nogmaals, in de afgelopen periode heeft mijn fractie zorgvuldig gekeken naar de mogelijkheden om pas op de plaats te maken met vergunningen. Daaruit is de conclusie getrokken dat nieuwe winningen op land niet meer vergund zullen worden. Dat is ook in het regeerakkoord opgenomen. Maar er is ook geconcludeerd dat er juridisch gezien geen basis is om bestaande vergunningen, en ook deze bestaande vergunning voor een proefboring, in te trekken. Bij mijn beste weten is dat de situatie. Dat is de informatie die ik heb. Zo zijn de afspraken ook vastgelegd. Daar gaan we mee aan de slag.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
U zei dat net ook: bij mijn beste weten kan het niet. Maar toch is het gebeurd. Er wordt in Nederland niet naar schaliegas geboord terwijl het wel vergund is. Intrekken is misschien niet mogelijk, maar een moratorium is dus wel degelijk mogelijk. Ik heb straks een motie met een oproep aan de minister om dat te doen, tenzij hij natuurlijk zelf spontaan een moratorium toezegt. Als een moratorium mogelijk is, zou de ChristenUnie dan overwegen om zo'n moratorium te steunen? Dan trek je dus niet de vergunning in, je zegt alleen: ik wil een aantal zaken geregeld hebben, bijvoorbeeld het herorganiseren van het gasgebouw voordat wij eventueel kunnen overgaan tot het geven van een winningsvergunning.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Maar van een winningsvergunning is nu nog geen sprake. Volgens mij wordt er eerst gewoon nog een aantal proefboringen uitgevoerd om te kijken wat exact de omvang van het gasveld is en hoe het gewonnen kan worden. We zijn gewoon nog lang niet in het stadium van een winningsvergunning. Ik ben altijd bereid om goed te kijken naar goede voorstellen van de fractie van GroenLinks. Ik ben ook benieuwd naar de reactie van de minister op dat punt. GroenLinks heeft het nu over een winningsvergunning, maar volgens mij moeten er nog heel veel stappen worden doorlopen voordat we zover zijn. Deze Kamer heeft in een vorige kabinetsperiode de Mijnbouwwet gewijzigd, met ontzettend veel waarborgen dat procedures goed lopen. Laten we de besluiten nemen op het juiste moment.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Voorzitter, nog een kleine interruptie?

De voorzitter:
Heel kort, omdat ik dat de heer Bosman ook toestond. Dus dan moet ik redelijk zijn.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Dank u wel, voorzitter. Weet mevrouw Dik-Faber dat in Nederland nog nooit een winningsvergunning geweigerd is daar waar een opsporingsvergunning verleend is?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ook die vraag leid ik door naar de minister. Het zou mij ontzettend verbazen, zeker met de nieuwe Mijnbouwwet waarin we als Kamer in brede samenstelling met alle politieke partijen zorgvuldige processtappen hebben afgesproken. Maar wie weet kan de minister daarop reageren. Dank u wel.

Meer informatie

« Terug