Bijdrage Carla Dik-Faber aan het plenair debat inzake wijziging van de Crisis- en herstelwet in verband met het versnellen van woningbouw en het faciliteren van duurzame ontwikkeling, zoals het verduurzamen van het energiegebruik

donderdag 13 december 2018

Bijdrage Carla Dik-Faber aan een plenair debat met minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Kamerstuknr. 35 013

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Voorzitter. Nieuwbouw wordt sinds 1 juli verplicht gasloos gebouwd. Voor de bestaande wijken ligt er nog een enorme uitdaging om deze van het gas te halen. Op termijn wordt verwacht dat gemeenten met de zogenaamde Energiewet 1.0 specifieke wijken kunnen aanwijzen om van het aardgas te worden losgekoppeld. Eigenlijk duurt dat te lang. Zo zijn 27 gemeenten al actief in de proeftuinen aardgasvrije wijken, van Amsterdam tot Brunssum en van Middelburg tot Tietjerksteradeel. Deze gemeenten doen kennis en ervaring op om wijken haalbaar en betaalbaar van het gas af te halen. En dan gaat het juist om de bestaande bouw. De mogelijkheid om een wijk aan te wijzen om gasloos te worden, bestaat nu nog niet, omdat in de Gaswet een aansluitplicht voor gas is opgenomen. Dat botst met de ambitie van gemeenten om via de zogenaamde bestemmingsplannen met verbrede reikwijdte gebieden aan te wijzen om gasloos te worden. Daardoor dreigen de proeftuinen juridisch vast te lopen en kan er niet goed geëxperimenteerd worden.

In het wetsvoorstel dat we vandaag behandelen, is voor meerdere wetten experimenteerruimte in artikel 2.4 geregeld. De Gaswet maakt daar geen onderdeel van uit. In de schriftelijke beantwoording wordt gesteld dat daarvoor geen noodzaak is, omdat vanuit de praktijk geen belemmeringen worden ervaren. Ik hoor vanuit de gemeenten eigenlijk alleen maar andere geluiden. De experimenteerruimte in andere wetten is nog niet voldoende, zoals in de Wet voortgang energietransitie, de Wet VET. Ik heb daarom samen met mijn collega Jessica van Eijs van D66 een amendement ingediend om de Gaswet toe te voegen aan de experimenteerruimte in de Crisis- en herstelwet. Het amendement is nadrukkelijk niet bedoeld om de taakverdeling tussen netbeheerders en gemeenten te veranderen. Ik ben benieuwd naar de reactie van de minister.

Mevrouw Laan-Geselschap (VVD):
Ik wil van de collega die dit amendement indient, graag horen hoe zij hiermee de garantie kan bieden dat particuliere eigenaren die in de gebieden wonen waar zij nu een voorstel voor doet, zelfbeschikking over hun eigen woning houden?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Nederland staat voor een enorme opgave als het gaat om de energietransitie. Dat betekent dat gemeenten die daarbij de regie krijgen, wijken zullen aanwijzen die op een andere manier van warmte voorzien zullen moeten worden. Dat is ook gewoon de afspraak die we met elkaar gemaakt hebben. Gemeenten hebben echter onvoldoende ruimte om dat nu in te vullen. Daarom is het mijn voorstel om de Gaswet onder de Crisis- en herstelwet te brengen. Ik zie niet hoe mijn amendement de ruimte van bewoners om bijvoorbeeld bezwaar en beroep aan te tekenen, zal veranderen. Zo is het ook niet bedoeld. Die mogelijkheid biedt de Crisis- en herstelwet en mijn amendement verandert daar eigenlijk helemaal niets aan. Dus als bewoners vinden dat de gemeente dat in hun geval, in hun woning niet mag doen, dan staat de reguliere rechtsgang zoals wij die in de Crisis- en herstelwet hebben afgesproken, gewoon open voor die bewoners.

Mevrouw Laan-Geselschap (VVD):
In onze beleving is dat niet het geval, maar ik hoor graag een reactie van de minister op deze suggestie van de ChristenUnie. Mocht dat nou niet het geval zijn, wilt u uw amendement dan misschien aanpassen door dit toe te voegen aan bijvoorbeeld de wijken die op dit moment al aangewezen zijn, waar proeftuinen mogelijk zijn? Want dan creëer je een-op-een de mogelijkheid en beschadig je ook niet de rechten van burgers die gewoon hun eigen huis op hun eigen manier willen verwarmen. "Voorlopig nog", zeg ik erbij, want daarna gaan we natuurlijk met z'n allen heel erg duurzaam doen.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Hier wordt een mooie toekomst geschetst. Inderdaad zijn er veel proeftuinen aangewezen. Door dit kabinet is daar ook geld voor beschikbaar gesteld. Ik kan me heel goed voorstellen dat het amendement ook voor deze wijken heel erg behulpzaam is. Ook in deze wijken wonen mensen. Die kunnen dus ook gebruikmaken van de rechtsgang zoals die in de Crisis- en herstelwet wordt beschreven. Maar goed, laten we aan de minister de vraag voorleggen hoe zij het amendement ziet en of nadere inkadering nodig is. Mocht nadere inkadering nodig zijn, dan ben ik zeker bereid om daar met de mede-indiener van dit amendement nog even naar te kijken.

De voorzitter:
Er is een interruptie van de heer Smeulders.

De heer Smeulders (GroenLinks):
Als GroenLinks zijn wij zeer te spreken over het amendement van de ChristenUnie en D66. Ik zou het ontzettend jammer vinden als u het alleen voor de proeftuinen zou laten gelden, want dat zijn de geselecteerde wijken die ook geld van het ministerie hebben gekregen, terwijl op tal van andere plekken in Nederland gemeentes bezig zijn met het verduurzamen van wijken die helaas niet in de eerste tranche zaten. Het zou, denk ik, heel erg jammer zijn als die hier geen gebruik van kunnen maken. Dus ik zou u willen vragen uw amendement gewoon te laten zoals het nu is.

De voorzitter:
Een dilemma, mevrouw Dik-Faber.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Dit is een helder appel van de fractie van GroenLinks. Ik ben wel bereid om te kijken naar mijn amendement. Misschien is het woord "inkaderen" niet goed, maar ik wil wel kijken of we het meer moeten richten. Als het alleen gaat over de proeftuinwijken, dan zou dat inderdaad jammer zijn. Gemeenten staan ook voor een herstructureringsopgave voor bepaalde wijken. Het zou goed zijn als dit amendement daar de ruimte biedt. De oproep van de heer Smeulders is dus een terechte oproep.

Voorzitter. Ik ga verder met mijn betoog. Het is belangrijk dat in de AMvB nadere regels worden gesteld voor deze experimenten. Zo moeten bewoners een goed en betaalbaar alternatief voor hun warmtevoorziening krijgen. Bovendien moeten gemeenten en netbeheerders er nauw bij betrokken worden. Kan de minister hier al meer over zeggen?

Voorzitter. Bij het verduurzamen van woningen is innovatie onmisbaar. Eerder dit jaar bleek uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen en Bouwend Nederland dat de bouw vooral de focus heeft op prijsconcurrentie en dat innovaties uitblijven. Investeringen gaan niet zozeer naar nieuwe kennis maar naar kostenbesparing en uitbesteding. Hoe wil de minister innovatie aanjagen in de bouw? En hoe wordt innovatie toegepast bij de proeftuinen aardgasvrije wijken, zodat we op een slimme manier verduurzamen?

Ten tweede is er zonder vakmensen geen woningbouw, geen verduurzaming en geen innovatie. We hebben capaciteit en menskracht nodig in de markt, maar het tekort aan technici en installateurs is enorm. De bouw komt 50.000 mensen tekort. Dat blijft nog jaren zo. Dan kun je procedures versnellen, maar zonder menskracht gaat het niet lukken. Wil de minister op dit probleem ingaan?

Voorzitter. Ook de Wet inrichting landelijk gebied, de Wilg — de heer Ronnes sprak er al over — is geen onderdeel van dit wetsvoorstel. Bij de herstructurering van glastuinbouwgebieden kan herverkaveling grote meerwaarde hebben. Denk aan integrale gebiedsopgaven op het vlak van verduurzaming van de watervoorziening of het gebruik van restwarmte. Herverkaveling roept vanzelfsprekend minder weerstand op dan onteigening. In de schriftelijke antwoorden meldt de minister dat er ook nu al veel mogelijk is om van onderop initiatieven voor herverkaveling te realiseren. Maar vanuit de praktijk krijg ik juist te horen dat bij herstructurering die op basis van vrijwilligheid plaatsvindt, een enkeling het proces kan frustreren. Kan de minister hierop ingaan?

Voorzitter. Via het projectuitvoeringsbesluit kan het besluitvormingstraject sneller worden doorlopen voor projecten met een maatschappelijke betekenis, bijvoorbeeld voor onderwijs en zorg. Betrokkenheid van belanghebbenden blijft voldoende geborgd aan de voorkant van het proces door middel van participatie, aldus de minister. In de schriftelijke ronde heeft de ChristenUnie gevraagd waarom energieprojecten geen deel uitmaken van de categorieën projecten van maatschappelijke betekenis. Het gaat dan uiteraard om hernieuwbare energie. De regering antwoordde dat energieprojecten onder de reikwijdte van het projectuitvoeringsbesluit kunnen worden gebracht bij AMvB. Zij ziet daar zelfs meerwaarde in. Hoe zijn de gesprekken verlopen met partijen uit de energiesector, zoals toegezegd in de beantwoording? Kan de minister bevestigen dat de ruimtelijke inpassing nog steeds zorgvuldig is als het besluitvormingstraject wordt versneld? Ik denk hierbij bijvoorbeeld aan participatie van omwonenden van windparken of de inpassing van zonneparken in het landschap. Graag een reactie. Voorzitter, u weet ongetwijfeld dat mijn fractie ook wel een mening heeft over zonneparken in het landschap.

Voorzitter. Tot slot. De bevoegdheid om een projectuitvoeringsbesluit te nemen wordt niet langer bij de gemeenteraad gelegd, maar bij het college van burgemeester en wethouders. Dat roept vragen op over de betrokkenheid van de gemeenteraad en de democratische controle. De minister meldt dat de bevoegdheidsverdeling in lijn wordt gebracht met het stelsel in andere wetten, zoals de Wabo en de Wro. Hoe worden de betrokkenheid en de controle door de gemeenteraad geborgd in het wetsvoorstel? Is het voor de snelheid van de besluitvorming echt nodig om de bevoegdheid bij de gemeenteraad weg te halen?

Dank u wel, voorzitter.

Meer informatie

« Terug