Bijdrage Carla Dik-Faber aan het dertigledendebat over het opkopen van huizen door beleggers

woensdag 13 maart 2019

Bijdrage Carla Dik-Faber aan een plenair debat met minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Kamerstuknr. 32847

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Ik hoorde het verhaal van Mieke over haar zoektocht naar een eerste koopappartement. Ze werd er helemaal moedeloos van. Keer op keer ging ze de afgelopen maanden op pad om een woning te bezichtigen, maar ze komt er niet tussen. De laatste keer gaf de makelaar het ook eerlijk aan: het appartement is al verkocht — en u raadt het al — aan een belegger.

Voorzitter. Het is misschien ook uw ervaring, maar ik hoor deze verhalen wekelijks. En begrijp me goed: ik wil beleggers vandaag niet wegzetten als boeven. Maar het is wel duidelijk dat er iets grondig misgaat op onze stedelijke woningmarkten. Woningen zijn daar steeds vaker winstfabrieken. Dat de woningmarkt een gemankeerde markt is, weten we allemaal. Huizen zijn schaars en grond al helemaal. Daar komt het vele goedkope geld bij van beleggers dat op zoek is naar rendement. Om een lang verhaal kort te maken: de gevolgen hiervan zien we dagelijks in steden als Amsterdam, Den Haag, Groningen, Leiden et cetera. Hier in Den Haag ging het in 2017 bijvoorbeeld al over meer dan een op de vijf transacties. Eigenlijk is het probleem nog groter, omdat de starter en de particuliere belegger in hetzelfde segment shoppen. De koopstarter, die met veel moeite een hypotheek moet zien te regelen, is natuurlijk geen partij voor de belegger die bij wijze van spreken lachend de flappen uit zijn of haar achterzak haalt.

Voorzitter. Mijn collega Bruins is hier tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen al uitgebreid op ingegaan en hij heeft ook verschillende beleidsopties aangereikt, bijvoorbeeld ten aanzien van de overdrachtsbelasting en het behandelen van verhuurders als ondernemers, om daarmee hun huurinkomsten reëler te belasten. Verder heeft hij gepleit voor meer mogelijkheden ten aanzien van de zelfbewoningsplicht en de verhuurvergunning. De motie van mijn collega's Bruins en Slootweg over deze problematiek is breed aangenomen. De uitvoering vindt de ChristenUnie echter te mager. Het is eigenlijk alleen een beschrijvende brief. Oké, de minister heeft wel enige onderzoeken besteld — dat is altijd goed — maar ik verwacht meer van deze minister. Ik verwacht dat ze alles uit de kast haalt om de kansen voor starters op de woningmarkt te vergroten. Mijn fractie verwacht van haar dat ze meer juridische mogelijkheden aan gemeenten biedt om met de zelfbewoningsplicht aan de slag te gaan, ook in de bestaande koopvoorraad, waar het nu niet kan.

Mevrouw Van Eijs (D66):
Daarnet ging het ook al even over de zelfbewoningsplicht. Mevrouw Dik-Faber heeft het over meer juridische mogelijkheden. Nu hebben we het, zo zal ik het maar even noemen, Groningse model. Zo noem ik het meestal, want dan is duidelijk waarover het gaat. Daarin zit een verhuurvergunning. Dat is eigenlijk een soort omgekeerde bewoningsplicht. Is mevrouw Dik-Faber dat met mij eens?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik vind dat ook een heel goed model. Dat is eigenlijk precies de volgende zin die ik wilde gaan uitspreken. Daarin wilde ik refereren aan het Groningse model.

De voorzitter:
Mevrouw Van Eijs, misschien kunt u heel even wachten? Mevrouw Dik-Faber, gaat u verder.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Mijn fractie verwacht dat de minister eventuele juridische belemmeringen voor de Groningse verhuurvergunning wegneemt, zodat andere gemeenten deze ook durven toe te passen. Maar mijn fractie verwacht allereerst van de minister dat zij buy-to-let niet langer als een oplossing voor het probleem van te weinig middendure huur ziet, maar steeds meer als een probleem voor de koopstarter in de steden, om over leefbaarheidsissues nog maar te zwijgen. Middendure huur is nodig, maar die moeten we vooral creëren door middendure huurwoningen bij te bouwen. Buy-to-let of het verkleinen van de sociale huursector zijn in mijn ogen cynische middelen hiervoor, die we zo veel mogelijk moeten vermijden, natuurlijk met de voor de hand liggende uitzonderingen op deze regel. Graag een mooie reactie van de minister op deze punten.

Voorzitter. Ik rond af. Ik wil dat mensen als Mieke of iemand anders uit een grotere stad mij de volgende keer dat ze me bellen of aanklampen, vertellen: "Het is me gelukt! Na zeven vruchteloze pogingen kon ik bij de achtste bezichtiging een bod doen, rustig mijn financiering regelen en het appartement kopen. En weet je wat zo wonderlijk was? Er waren geen beleggers meer die met me concurreerden. Ik hoorde van de makelaar dat die hun geld nu in de bouw van nieuwe middendure huurwoningen stoppen." Dat zou toch een hele mooie uitkomst van dit debat zijn.

Dank u wel.

Mevrouw Beckerman (SP):
Ik wilde mevrouw Dik-Faber eigenlijk complimenteren met een mooi betoog, en vooral met het feit dat ze het verkopen van sociale huur en meer buy-to-let een cynische oplossing noemde. Dat was een mooie sneer naar uw coalitiegenoot de heer Koerhuis, die daar net zo hartstochtelijk voor pleitte. Ik hoor steun voor de voorstellen die ik heb gedaan voor een zelfbewoningsplicht en voor de overdrachtsbelasting. Wilt u nog een stap verder gaan en ook mijn derde voorstel steunen, het voorstel om de huren in de vrije sector te verlagen door het puntenstelsel door te trekken?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik zou ontzettend graag willen dat we inderdaad meer kunnen sturen in het middendure huursegment. Ik weet niet of dit de oplossing is. Ik zou ook graag in een reactie van de minister daarop willen horen of zij vindt dat dit de oplossing is. Ik kan me ook voorstellen — dat hebben we ook in onze nota opgeschreven — dat we gemeenten meer juridische instrumenten daarvoor in handen geven die ze nu niet hebben. Dat zou ook een mogelijke oplossingsroute kunnen zijn. Eigenlijk wil ik via mevrouw Beckerman dus ook de vraag aan de minister voorleggen hoe we gemeenten hier meer grip op kunnen geven. Want dat punt zie ik wel.

Mevrouw Beckerman (SP):
Heel kort, want het is mijn laatste, geloof ik.

De voorzitter:
Ja.

Mevrouw Beckerman (SP):
Ik vind dit heel mooi. Het is nog niet wat ik zou willen, maar ik zie eindelijk wel wat beweging, ook in de coalitie, om deze problemen op te lossen. Ik hoop dat de andere coalitiepartijen ook ... O, daar staat de heer Koerhuis al.

De voorzitter:
Ja, u heeft hem uitgedaagd.

Mevrouw Beckerman (SP):
Ik hoop dat de andere coalitiepartijen hier ook oren naar hebben, want de problemen zijn veel te groot. Die wooncrisis moet nu aangepakt worden.

De heer Koerhuis (VVD):
Mevrouw Dik-Faber van de ChristenUnie heeft het over het verhogen van de overdrachtsbelasting voor beleggers. Ik heb daar wat vragen over, als dat mag.

De voorzitter:
Ja, natuurlijk.

De heer Koerhuis (VVD):
Ik heb gevraagd naar de cijfers van de minister: wie zijn die beleggers nou in de praktijk? Ik denk dat dat in de praktijk heel vaak pensioenfondsen zijn van gewone mensen in het land. Als dat het geval is, is mevrouw Dik-Faber het dan met mij eens dat we voorzichtig moeten zijn met het zwaarder belasten van de pensioenen van mensen? Daarnaast hebben we het over commerciële verhuurders. Een lastenverzwaring, zoals mevrouw Dik-Faber voorstelt, zal de middenhuren verhogen.

De voorzitter:
En de vraag is? U heeft een hele lange aanloop nodig, maar u moet echt een vraag stellen.

De heer Koerhuis (VVD):
Enerzijds is het een lastenverzwaring voor middenverhuurders. Aan de andere kant is het kabinet op ons verzoek de noodknop aan het uitwerken waarmee we de middenhuurprijzen juist gaan dempen.

De voorzitter:
En de vraag is, meneer Koerhuis?

De heer Koerhuis (VVD):
Is mevrouw Dik-Faber het er niet mee eens dat we de middenhuursector zo klem gaan zetten en dat hij uiteindelijk weggevaagd gaat worden als we ...

De voorzitter:
Mevrouw Dik-Faber. Ik ga u onderbreken, meneer Koerhuis, want interrupties moeten echt kort zijn.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik ben er helemaal niet bang voor dat we de middenhuursector klem gaan zitten; integendeel. Ik denk dat het wel heel belangrijk is dat er middenhuur beschikbaar komt. Daar hebben we instrumenten voor. We trekken ook samen op om ervoor te zorgen dat er meer middenhuurwoningen gebouwd worden. Er komt een wetsvoorstel aan over de vereenvoudiging van de zogenaamde markttoets. Mocht de markt het niet oppakken, dan kunnen woningcorporaties instappen. Ik vind dat allemaal hele goede voorstellen. Als het gaat om de overdrachtsbelasting en de particuliere beleggers, denk ik dat het bijna ondoenlijk is om daarin te gaan differentiëren voor wie het wel moet gelden en voor wie niet. Ik kan me voorstellen dat het voor pensioenfondsen ook een heel goed idee is om te gaan investeren in de verduurzaming van woningen.

De heer Koerhuis (VVD):
De vraag was wat mevrouw Dik-Faber van de ChristenUnie vindt van het zwaarder belasten van de pensioenen van de mensen thuis.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Wat ik nu zie gebeuren is dat de woonlasten krankjorum hoog worden en dat agenten en verpleegkundigen en hun gezinnen geen plek meer hebben in de stad. De reden daarvan is dat er beleggers zijn die die woningen wegkapen, dat er beleggers zijn die ervoor zorgen dat de huizenprijzen worden opgedreven en dat er huren zijn die te hoog zijn voor de ruimte waarvoor ze gelden. Dat is het probleem dat ik hier adresseer.

De voorzitter:
Dan ga ik naar de heer Nijboer voor zijn laatste interruptie.

De heer Nijboer (PvdA):
Ik geef het mevrouw Dik-Faber te doen, hoor, met zo'n coalitiepartner iets bereiken op het gebied van wonen. Ik zou het toch graag proberen. Het kabinet heeft gisteren al gereageerd op uw plan. In antwoord op mijn Kamervragen heeft staatssecretaris Snel namelijk gezegd: de overdrachtsbelastingvoorstellen gooien we gewoon in de prullenbak, daar doen we niets mee. Wat vindt de ChristenUnie daar nu van? Het plan ging per ommegaande in de versnipperaar, terwijl het zo goed was!

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Onze plannen zijn natuurlijk hartstikke goed. Ik heb helaas nog niet de brief kunnen lezen waar de heer Nijboer op wijst. Vanavond passeerden er namelijk nog al wat andere dingen de revue: iets met klimaatakkoord et cetera. Ik heb de brief dus nog niet gelezen, maar ik heb wel mijn vragen gesteld aan de minister. Ik heb ook een motie klaarliggen voor als wij daar geen goed antwoord op krijgen. Ik ben dus bereid om daarop in tweede termijn terug te komen.

De heer Nijboer (PvdA):
Het staat niet in het regeerakkoord en de VVD is tegen. Dat kon ik al afleiden uit de inbreng van de heer Koerhuis. Dat verbaasde mij wel, dat is duidelijk. Maar de vraag is natuurlijk gewoon of u bereid bent om een beetje door te drukken. Ik heb bij het Belastingplan dit voorstel ingediend, bij amendement. Toen heeft de coalitie tegengestemd. Ik en anderen met mij, onder wie de heer Smeulders en mevrouw Beckerman, probeer dat natuurlijk voor elkaar te krijgen. Kunnen we op u rekenen? Kunnen we erop vertrouwen dat de ChristenUnie dat gaat steunen?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Zoals ik al aangaf, heb ik hier een motie klaarliggen. Het is gebruikelijk dat we eerst het debat met elkaar voeren in deze Kamer, dus ik verwijs heel graag naar de tweede termijn. Dan gaan we zien of ik de heer Nijboer tevreden kan stellen.

De heer Nijboer (PvdA):
Dat gaan we zien. Het is niet voor het eerst dat we dit debat voeren; we voeren dit al meer dan een jaar.

De voorzitter:
Nee, maar het is zo dat eerst het debat wordt gevoerd en daarna de moties komen. De heer Smeulders.

De heer Smeulders (GroenLinks):
Ik wil mijn interruptie beginnen met een groot compliment aan mevrouw Dik-Faber en de ChristenUnie voor het plan dat gisteren gepresenteerd is. Ik vind het ook echt stoer dat je dat als coalitiepartij gewoon doet. Een van de punten in dat plan gaat over de verhuurderheffing. U geeft in het plan aan te willen dat de verhuurderheffing vanaf de volgende kabinetsperiode weg is. Ik snap dat het heel moeilijk is om daar nu al iets aan te doen, gezien wat er in het regeerakkoord staat. Bent u het met mij eens dat het toch wel een beetje gek is dat er over sociale huurwoningen wel een verhuurderheffing moet worden betaald en over particuliere vrijesectorwoningen, waar speculanten goud geld aan verdienen, niet? Is dat niet een beetje gek?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik begrijp de vraag die hier wordt neergelegd heel goed. Tegelijkertijd liggen er ook gewoon afspraken aan ten grondslag in het regeerakkoord. Daar werd ook al even aan gerefereerd. Wat mijn fractie het liefst zou willen, heeft zij in haar verkiezingsprogramma opgeschreven: de verhuurderheffing schrappen in ruil voor prestatieafspraken. Woningcorporaties kunnen dan investeren in de verduurzaming van hun woningen. Dat staat niet in het regeerakkoord, maar is wel wat wij heel graag willen. Tegelijkertijd staat onze handtekening onder het regeerakkoord. Daar houd ik mij aan.

De heer Smeulders (GroenLinks):
Ik snap dat uw handtekening onder het regeerakkoord staat. Ik snap ook dat de opbrengst van de verhuurderheffing gelijk moet blijven. De vraag die ik u zou willen stellen is of u bereid bent om na te denken over het eventueel uitbreiden van de verhuurderheffing naar de speculanten, die goud geld verdienen in de vrije sector. Dan kan die verlaagd worden voor woningbouwcorporaties, zodat die extra woningen kunnen bouwen, en blijven de opbrengsten voor de minister van Financiën gelijk.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Nogmaals, ik kan mij deze gedachte ontzettend goed voorstellen. Ik ben ook heel benieuwd naar de reactie van de minister hierop. Tegelijkertijd liggen er wat betreft de verhuurderheffing gewoon afspraken, waar ook onze handtekening onder staat. Dus ik wacht het gewoon even af.

De voorzitter:
Dank u wel.

Meer informatie

« Terug