Bijdrage Eppo Bruins aan het algemeen overleg Innovatie

dinsdag 11 juni 2019

Bijdrage Eppo Bruins aan een algemeen overleg met staatssecretaris Keizer van Economische Zaken en Klimaat

Kamerstuknr. 32637

De heer Bruins (ChristenUnie):

Voorzitter. In de weken die voorafgingen aan dit debat, ben ik werkelijk overspoeld met brieven uit het innovatieveld. Dat is ook wel begrijpelijk, want de Nederlandse overheid investeert sinds het wegvallen van de aardgasbaten en het schrappen van de innovatieprogramma’s onder Rutte I eigenlijk nauwelijks meer in innovatie. We kunnen vaststellen dat de overheid nagenoeg gestopt is met programmatische innovatie en thematische innovatie. Ik maak me daar grote zorgen over. De eerdere sprekers hadden het daar ook al over: wat is nou de juiste balans tussen programmatische innovatie en generieke innovatie? De Wbso is onder Rutte I en Rutte II enorm toegenomen, maar de programmatische innovatie is nagenoeg nul. En «topsectorenbeleid» was achteraf gezien eigenlijk een mooi woord voor een draconische bezuiniging. Deze Staatssecretaris zit met de scherven en mag die opruimen.

Voorzitter. Ik ben blij dat dit kabinet die bezuiniging gelukkig wel ietsje heeft kunnen verzachten door 200 miljoen extra in innovatie en toegepast onderzoek en 200 miljoen extra in wetenschap te stoppen. Dat maakt dat gat van Rutte I iets kleiner, maar het haalt dat niet weg. Ik wens de Staatssecretaris dan ook toe dat er synergie mag gaan ontstaan tussen OCW en Economische Zaken, want met de Nationale Wetenschapsa-genda, de inzet van sleutelgebieden en missiegericht innovatiebeleid, dat zo veel ministeries raakt, is helicopterview cruciaal, maar wie zit er in de cockpit van die helikopter? Ik hoop deze Staatssecretaris. Mag ik haar vragen om de lijntjes zo mogelijk nog korter te maken? Ik heb zojuist, een uur geleden, in de plenaire zaal een motie aangenomen gekregen die vraagt om synergie tussen de Wetenschapsagenda en de innovatiemiddelen. Ik neem aan dat de Minister van Wetenschap die motie zal oppakken. Mag ik ook deze Staatssecretaris vragen om die handdoek op te pakken? Of is het «een zakdoek oppakken»? «Handdoek in de ring» en «een zakdoek oppakken». Nee, «de handschoen oppakken». Een handschoen pak je op en een handdoek gooi je in de ring. Ik kies voor de handschoen.

Voorzitter. Ik ben al zo oud dat ik mij nog herinner dat in het jaar 2000 het Verdrag van Lissabon werd gesloten. Daarmee spraken alle Europese landen af dat ze 3% van het bbp in R&D zouden steken. In 2010 werd geconcludeerd dat geen enkel Europees land dat had gehaald. Toen werd dat verlaagd naar 2,5%. Nu zitten we in 2020 en nu zegt Minister van Engelshoven: ook dat gaan we niet halen. Is het nou een holle mantra? Hoe voorkomen we dat het een holle mantra wordt en hoe zorgen we dat Nederland echt gaat investeren in innovatie?

Voorzitter. De Wbso is al besproken. Ik snap dat de Staatssecretaris niet over één nacht ijs wil gaan en eerst wil onderzoeken waar de teruggang in het aantal gebruikers vandaan komt. Maar is zij bereid om met die cijfers in de hand wel alle opties richting 2020 op tafel te liggen, waarbij bijvoorbeeld wordt gekeken naar een eerste schijf die specifiek gericht is op mkb’ers, zodat ruimte ontstaat om de tweede schijf voor iedereen aantrekkelijk te maken?

Voorzitter. Ook de focus op valorisatie is genoemd. Hoe gaat de Staatssecretaris ervoor zorgen dat ook die op het netvlies blijft staan van de ministeries? En hoe gaat ze ervoor zorgen dat met de middelen die dit kabinet nu toevoegt, ook meer publiek-private samenwerking ontstaat? Want dat is een mooie mogelijkheid voor een multiplier op die schaarse publieke middelen, op die schaarse publieke innovatie-euro.

Dan strategisch innoveren en strategisch aanbesteden. De Staatssecretaris had het over Hollandse handigheid. Ik zou ook wel wat meer Hollandse aanbestedingshandigheid willen zien om innovatief aan te besteden. Dat kan door departementen als Defensie, maar bijvoorbeeld ook door Rijkswaterstaat en decentrale overheden. Zo is het aanschaf-proces voor vier nieuwe onderzeeboten voor onze marine op dit moment in volle gang. Zoals u weet, is onze marinebouw een van de belangrijkste aanjagers van het innovatievermogen van de hele Nederlandse scheepsbouw en toeleveringsindustrie. Onze fractie mag toch aannemen dat alles op alles wordt gezet om deze heel veel innovatie genererende order voor vier nieuwe onderzeeboten ook binnen de Nederlandse marinebouw te plaatsen? Dat kan met innovatief aanbesteden. Als we weten dat we gewoon een hele goede antennebouwer in Almelo hebben zitten, laten we de eisen voor die onderzeeboten op het gebied van die antennes dan heel erg omhoog schroeven, zodat we gewoon weten dat er maar één bedrijf in de wereld is dat die kan maken, en dat zit in Almelo. Voorzitter. Tot slot onze ESA-inleg, de ruimtevaart. Mag ik aannemen dat die gegarandeerd is voor de komende jaren en gaat het lukken om meer in te leggen dan in 2016? Want ik krijg het schaamrood toch wel een beetje op de kaken als ik lees dat gewaarschuwd wordt dat eenzelfde investering als in 2016 weleens kan betekenen dat wij naar rato het minste leveren van alle ESA-lidstaten. Dat moet ook de Staatssecretaris niet willen. Ziet zij mogelijkheden voor de ruimtevaart om samen met andere departementen – denk aan Defensie en OCW – te kijken welke mogelijk-heden er zijn om op te schalen, zodat ook de ESA-inleg veilig is?

Voorzitter, tot zover. Dank u wel.

Meer informatie

« Terug