Bijdrage Eppo Bruins aan het VAO Middelbaar beroepsonderwijs (AO d.d. 25/09)

woensdag 11 december 2019

Bijdrage Eppo Bruins aan een voortgezet algemeen overleg met minister van Engelshoven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Kamerstuknr. 31524

De heer Bruins (ChristenUnie):
Voorzitter, dank u wel. Ik heb één motie voor dit VAO. Die motie klinkt als volgt.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat als gevolg van het centraal stellen van de kenniseconomie in de Lissabonafspraken van 2000, in Nederland wordt gestreefd naar het verhogen van het aantal hoger opgeleiden;

constaterende dat de helft van de studenten hoger onderwijs volgt en dat het aantal blijft groeien;

constaterende dat uit internationaal onderzoek blijkt dat er (behalve in de sector techniek) geen directe samenhang is tussen het aantal academici en economische groei;

constaterende dat uit onderzoek in diverse OECD-landen, waaronder Nederland, naar het effect "over-qualified but under-skilled" blijkt dat een tekort aan vaardigheden kan leiden tot een sterk negatief effect op het bnp;

van mening dat generieke (of zogenaamde "eenentwintigste-eeuwse") vaardigheden alleen betekenis en relevantie hebben in een specifieke vakcontext;

van mening dat een leven lang ontwikkelen niet per se betekent steeds maar hoger, maar vaak ook excelleren in je vak, specialiseren en up-to-date blijven;

spreekt uit dat Nederland niet langer moet streven naar het verder verhogen van het aantal academici en theoretisch hoger opgeleiden;

spreekt uit dat Nederland zich meer dan nu moet richten op het belang van beroepsonderwijs voor de kenniseconomie, en daarbij in het bijzonder op het belang van vaardigheden, vakmanschap, specialismen, praktijkervaring en vakkennis,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Bruins. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 447 (31524).

Dank u hartelijk.

Meer informatie

« Terug