Bijdrage Stieneke van der Graaf aan het algemeen overleg Rechtsstatelijkheid in de Europese Unie

donderdag 14 maart 2019

Bijdrage Stieneke van der Graaf aan een algemeen overleg met minister Blok van Buitenlandse Zaken

Kamerstuknr. 24202

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Dank u wel, meneer de voorzitter, voor deze gelegenheid om iets te delen over de periode die achter ons ligt, waarin ik mij als rapporteur namens deze commissie en namens de Kamer extra heb verdiept in het thema van de rechtsstatelijke ontwikkelingen in de Europese Unie. Allereerst heel technisch: de commissie heeft voorgesteld om een rapporteur in te stellen vanwege de rechtsstatelijke ontwikkelingen in de Europese Unie en de zorgen die daarover zijn. We hebben een aantal activiteiten ondernomen. We zijn begonnen met een gesprek met Eurocommissaris Timmermans, die zich in de Europese Commissie ook bezighoudt met zaken rondom de rechtsstaat. We hebben bij de Raad van Europa gesproken met vertegenwoordigers van de Commissie van Venetië en van GRECO, de groep staten die zich bezighoudt met het in de gaten houden van ontwikkelingen op het gebied van corruptie.

De bedoeling was dat wij ook een gesprek zouden hebben met de ambassadeurs van Hongarije en Polen hier in Nederland. Dat is helaas niet gelukt. We hebben daarnaast een werkbezoek gebracht aan Polen, om daar een dialoog te kunnen voeren. Daar hebben we gesproken met leden van het parlement, met vertegenwoordigers van de regering, met mensen uit het veld van de media en met mensen uit de wereld van de rechtspraak in brede zin. We wilden ook graag een bezoek brengen aan Hongarije, maar dat is niet doorgegaan. Mogelijk zal dat nog op een later moment plaatsvinden.

Daarnaast hebben we een hoorzitting georganiseerd met wetenschappers en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties uit binnen- en buitenland, om over de ontwikkelingen te spreken.

In dit rapporteurschap hebben we ons wat meer verdiept in de lopende artikel 7-procedures ten aanzien van Hongarije en Polen. Dat verklaart ook waarom we veel aandacht hebben gehad voor deze landen. Tegelijkertijd is er in deze Kamer en bij mijzelf als rapporteur het volle bewustzijn geweest dat rechtsstatelijke vraagstukken niet alleen in deze landen aan de orde zijn, maar op meer plekken.

In het rapport heb ik een beeld geschetst van zowel Hongarije als Polen. Hoewel deze landen echt verschillend van elkaar zijn, is dat beeld wel zorgelijk. De zorgen hebben met name betrekking op de onafhankelijkheid van rechters, op de positie van andere belangrijke democratische instituties, zoals de Ombudsman, maar ook op het maatschappelijk middenveld, de non-gouvernementele organisaties en de vrije pluriforme pers.

Dit alles raakt aan de fundamentele waarden van de Europese Unie en het raakt op die manier ook direct aan het vertrouwen tussen lidstaten. Het heeft ook direct gevolgen voor de samenwerking tussen lidstaten. Ik heb in mijn rapport het voorbeeld genoemd van het opschorten van de mogelijkheid om verdachten uit te leveren aan Polen op dit moment. Zo zie je dat het direct effect heeft, ook al lijken het binnenlandse ontwikkelingen te zijn.

Ik heb een aantal aanbevelingen gedaan aan de Kamer. Het lijkt mij goed dat de Kamer de aandacht voor de rechtsstatelijke ontwikkelingen voortzet en ook het rapporteurschap zal voortzetten en verbreden naar meerdere landen en dit ook zal verdiepen. Ik denk ook dat het goed is om samenwerking te zoeken met andere nationale parlementen binnen de Europese Unie. In de lidstaten zijn in meerdere of mindere mate parlementen actief op het onderwerp en zij hebben daar uitspraken over gedaan. Er zijn resoluties of moties aangenomen. Ik denk dat het goed is om op parlementair niveau de dialoog over rechtsstatelijke ontwikkelingen met de andere lidstaten van de Europese Unie aan te gaan en vol te houden.

Daarnaast heb ik een heel aantal aanbevelingen gedaan aan de regering. Het rapport is gisteravond verschenen, dus ik begrijp dat de regering nog niet al te veel gelegenheid heeft gehad om er goed naar te kunnen kijken, maar het lijkt mij goed om een aantal punten uit het rapport te noemen. Ik denk dat het goed is dat de regering voldoende middelen vrijmaakt voor steun, ook via de ambassades, aan de niet-gouvernementele organisaties in de desbetreffende lidstaten die zich bezighouden met rechtsstatelijke ontwikkelingen.

Een tweede aanbeveling die ik heb gedaan — dat vind ik een heel belangrijke — is om actief te interveniëren of aansluiting te zoeken wanneer inbreukprocedures of andere gerechtelijke stappen worden ondernomen die verband houden met rechtsstatelijke ontwikkelingen in de lidstaten. Het is belangrijk dat daarvoor voldoende capaciteit wordt vrijgemaakt binnen het ministerie van Buitenlandse Zaken, maar ook binnen het ministerie van Justitie.

Daarnaast is het van belang om de rechtsstatelijke ontwikkelingen nadrukkelijk op de Europese agenda te houden. Daarbij denk ik ook aan de strategische agenda van de Europese Unie, waarover binnenkort gesprekken plaatsvinden, ook op de Europese top van Sibiu. Het is goed als dit ook daar een belangrijke prioriteit blijft.

Ik heb ook een aanbeveling gedaan aan de Europese Commissie, als hoedster van de verdragen, om prioriteit te blijven geven, ook in de nieuwe periode na de Europese verkiezingen, aan rechtsstatelijke ontwikkelingen in de lidstaten.

Ik denk dat ik daarmee de aftrap heb gegeven. Ik heb aangegeven waar we mee bezig zijn geweest, een aantal bevindingen gedeeld en de aanbevelingen kort toegelicht.

De voorzitter:
Dank u wel.

Meer informatie

« Terug