Bijdrage Gert-Jan Segers aan het plenair debat over de instroom van asielzoekers

donderdag 11 februari 2016

Bijdrage van ChristenUnie Fractievoorzitter Gert-Jan Segers als lid van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie aan een plenair debat met minister-president Rutte en staatssecretaris Dijkhoff van Veiligheid en Justitie

Onderwerp:   Debat over de instroom van asielzoekers

Kamerstuk:    19 637          

Datum:           11 februari 2016

De heer Segers (ChristenUnie):
Voorzitter. Het vluchtelingenvraagstuk is een van de grootste uitdagingen van deze tijd, voor ons land, voor ons hier, en zeker ook voor de premier. Maar laten we nooit vergeten dat het in essentie gaat om die ene vluchteling die alles te vrezen heeft, die tegenover je staat en jou om hulp vraagt. Dat het gaat om die ene Nederlander die zijn hart vasthoudt bij alles wat er op ons afkomt. Dat het gaat om die ene christen, die ene moslim, die ene homo of vrouw die zich onveilig voelt in een azc. Dan is de grote vraag eigenlijk heel klein: ben ik er voor hen?

De politieke vraag, en dat is niet in de laatste plaats een vraag aan de premier, is wat voor soort leiderschap er nu nodig is. Bij de premier lijkt dat er weleens een te zijn van rooskleurige verwachtingen die niet waargemaakt kunnen worden. Als je suggereert dat deze problemen tussen zes en acht weken wel onder controle zijn en als je goochelt met aantallen die later onjuist blijken, voedt dat een wantrouwen en pessimisme die desastreus zijn voor het draagvlak.

Het leiderschap en het perspectief dat we wél nodig hebben, is dat van hoopvol realisme. Daarin worden de feiten realistisch onder ogen gezien. Men weet dan dat er geen makkelijke antwoorden zijn. Er wordt dan stap voor stap gewerkt aan een perspectief dat hoop biedt: hoop aan al dan niet bezorgde burgers, hoop aan vluchtelingen hier en aan vluchtelingen in de regio van Syrië.

Dat perspectief ziet er voor de ChristenUnie als volgt uit. We hebben dan geen Heumensoord meer. Grootschalige opvang is namelijk het recept voor incidenten, voor problemen met hangende, verveelde mensen, voor zorgen bij de mensen in de buurt. We investeren dan in kleinschalige opvang. De samenleving vraagt daarom. We weten dat dat werkt. Kabinet, we weten dat dat beter werkt, dus regel dat dan ook. En geef ruimte voor werk. Asielzoekers snakken naar ruimte om aan de slag te gaan, dus geef hun die ruimte dan ook. We geven betrokken gemeenten dan extra geld voor veiligheid. De politiecapaciteit gaat daar voor een groot deel op aan extra taken rond azc's. Beloon gemeenten die vluchtelingen opvangen met extra wijkagenten. We zetten dan in op de bescherming van kwetsbare minderheden, ook binnen een azc. Laten we ervoor zorgen dat daar een vertrouwenspersoon is, iemand bij wie mensen zich na incidenten kunnen melden. Waarom gaat het OM zo weinig over tot vervolging bij al die incidenten? We kunnen dan ook het voorstel uitwerken om dit soort incidenten, waarin mensen echt over de schreef gaan, gevolgen te laten hebben voor hun asielstatus.

Dat hoopvolle perspectief leidt ook tot een eerlijke verdeling over ons land, met een duidelijke opgave voor regio's en gemeenten, en een eerlijke verdeling over Europa. Komen we snel tot afspraken met Griekenland over hotspots en screening, zo vraag ik aan de premier. De minister-president heeft een periode van zes tot acht weken genoemd. Zouden die hotspots en screening niet op dat moment moeten werken? Zo niet, dan zouden wij maar moeten overgaan tot een mini-Schengen. Zou dat geen goed ultimatum zijn voor Griekenland? Graag een reactie op dit punt. We zullen ook moeten investeren in opvang in de regio. In onze tegenbegroting trokken wij al extra geld daarvoor uit. Wat gaat het kabinet doen in de Voorjaarsnota?

In reactie op collega Zijlstra zei ik al dat we in dat licht ook Libanon en Jordanië niet moeten vergeten. Wat doen we voor die landen, zo vraag ik het kabinet. Bieden wij hulp aan vluchtelingen uit Aleppo die nu aan de grens met Turkije bivakkeren en daar die hulp hard nodig hebben?

Wij hebben gezien dat wij willen investeren in grensbewaking, in het werk maken van de afspraken met Turkije, maar opnieuw is de link gelegd met het EU-lidmaatschap. Opnieuw is gezegd dat er in heel concrete zin gesproken is over een mogelijk lidmaatschap. Kunnen wij die link loslaten en kunnen wij het hebben over vluchtelingen, los van dat EU-lidmaatschap waarvan ik hoop dat het er nooit komt?

Als het gaat om vluchtelingen en de komst van vluchtelingen, is het een grote opgave, voor ons, voor het kabinet en voor de premier. En het komt er nu echt op aan. Dit is niet de tijd van politiek met een kleine p waarbij wij elkaar hier vliegen afvangen, maar dit is de tijd van leiderschap, van een realistisch maar hoopvol perspectief.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug