Bijdrage Carla Dik-Faber aan het plenair debat over het rapport van de commissie-Sorgdrager over de fipronilcrisis

donderdag 07 maart 2019

Bijdrage Carla Dik-Faber aan een plenair debat met minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en minister Bruins voor Medische Zorg

Kamerstuknr. 26991

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Allereerst mijn dank aan de leden van de commissie-Sorgdrager voor het gedegen onderzoeksrapport en het vele werk dat ze daarvoor hebben verricht. Er ligt een rapport met stevige conclusies, waarvan we veel kunnen leren. Bedrijfsleven, toezichthouders, de overheid: allemaal hebben ze fouten gemaakt. Voedselveiligheid stond niet centraal. Het toezicht is tekortgeschoten. De aanpak van de fipronilcrisis was onvoldoende. Ik ben blij dat alle betrokkenen hebben aangegeven dat zij de conclusies van de commissie onderschrijven en de aanbevelingen zullen overnemen.

Allereerst iets over de private kwaliteitssystemen IKB Ei en IKB PSB. Volgens de commissie zijn er grote tekortkomingen en bieden deze kwaliteitssystemen onvoldoende waarborgen voor de voedselveiligheid. Zijn alle aanbevelingen intussen door het bedrijfsleven opgepakt? En hoe zijn de ministers en hun departementen hierbij betrokken?

De commissie ziet een belangrijke rol voor private kwaliteitssystemen als het gaat om de voedselveiligheid, ondersteunend aan het toezicht door de overheid. Tegelijkertijd voldeed in 2018 nog geen enkel kwaliteitssysteem van Nederlandse bodem aan de criteria van Ketenborging.nl. Hoe willen de ministers ervoor zorgen dat private kwaliteitssystemen hier wel aan voldoen? Het doel moet toch zijn dat álle kwaliteitssystemen zijn ingeschreven? Gaan de ministers ook het instrument van de algemeenverbindendverklaring inzetten om ervoor te zorgen dat echt alle bedrijven meedoen?

Ook de NVWA krijgt forse kritiek van de commissie. Maandenlang heeft deze organisatie de voedselveiligheid onvoldoende gegarandeerd. Men kwam pas in actie toen nota bene de Belgische toezichthouder met een melding kwam. Als het gaat om de verbeteringen verwijzen de ministers in hun brief consequent naar het traject NVWA 2020, maar ik heb de indruk dat het allemaal erg langzaam gaat en dat zeker niet alle aanbevelingen voor 2020 gerealiseerd zijn. Graag een reactie. Is de NVWA intussen wel voorbereid op een crisis als deze? Graag een reactie.

De commissie benoemt verschillende rollen voor de NVWA. De NVWA is sluitstuk in het toezicht op de voedselveiligheid, moet gedragsverandering van bedrijven bevorderen en levert informatie over risico's voor de voedselveiligheid. Daarnaast heeft de NVWA een beleidsrol, doordat ze onvolkomenheden in het toezichtstelsel moet corrigeren. De commissie concludeert dan ook dat het voedselveiligheidsbeleid in ons land eigenlijk te zwaar leunt op de NVWA. Ik zou graag een reactie van beide ministers daarop willen.

Dat brengt mij bij de vraag: welke rol heeft de overheid in het garanderen van de voedselveiligheid? Wat is de visies van de ministers daarop? De commissie-Sorgdrager is van mening dat de overheid stelselverantwoordelijk is en zich moet inspannen voor een betere aansluiting tussen de inzet van het bedrijfsleven en de taken van de toezichthouder. Daar ben ik het mee eens. Hoe wil het kabinet dit gaan vormgeven?

Een van de aanbevelingen betreft het onderbrengen van de NCEA bij de NVWA. Mijn fractie vindt ook dat er geen overkill aan controlerende instanties moet zijn, maar ik merk dat de sector juist hecht aan de NCEA, bijvoorbeeld omdat die een plek heeft in handelsverdragen. Graag een reactie van het kabinet daarop.

Groot kritiekpunt bij de aanpak was dat er op de Europese markt geen Europees gelijk speelveld was. In andere landen werd gewerkt met andere normen dan in Nederland. Hoe staat het nu met het opzetten van de Europese aanpak inzake de voedselveiligheid? Moeten eieren uit andere landen aan dezelfde criteria voldoen als onze eieren?

Voorzitter. De fipronilcrisis was anderhalf jaar geleden. Er staat niets meer over in de kranten. De samenleving lijkt het te zijn vergeten. Dat geldt niet voor de pluimveehouders. Ik heb afgelopen week met enkelen van hen gesproken. Gelukkig gaat het nu goed met henzelf en hun bedrijven, maar het is ook kwetsbaar. Ze hebben geld moeten lenen om erbovenop te komen. Er moet niet nóg iets gebeuren. Ook emotioneel is het zwaar, vooral voor pluimveehouders, maar ook voor gemeenschappen. Er lopen nog rechtszaken. Kunnen de ministers toezeggen dat in ieder geval lopende deze rechtszaken geen facturen verzonden worden? En hoe staat het met het onderzoek naar alternatieve middelen tegen bloedluis? Want het blijft een drama als je bedrijf daardoor getroffen wordt.

Voorzitter. Mijn fractie is trots dat de sector er de schouders onder heeft gezet en er met hard werken al zo ver bovenop is gekomen. We hebben met elkaar ook een verbetertraject in gang gezet rond de NVWA. Daar krijgen we halfjaarlijkse rapportages van. Dat zijn allemaal goede ontwikkelingen. Laten we er met elkaar voor zorgen dat de pluimveehouderij een goede toekomst heeft in ons land.

Dank u wel.

Meer informatie

« Terug