Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Mijnbouw / Groningen

donderdag 06 februari 2020

Bijdrage Carla Dik-Faber aan een algemeen overleg met minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat, minister Knops van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en minister de Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Kamerstuknr. 33529

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Er ligt een kersverse versnellingsaanpak. Daar zitten ook veel goede elementen in. Er is een bouwakkoord, er wordt gewerkt met een praktijkaanpak en er is een typologiebenadering. Volgens mij zijn dat woorden die alleen insiders zullen begrijpen. Dat geeft ook wel een beetje aan hoe absurd de situatie eigenlijk is. Er is, in goed Nederlands, een dashboard, waarin per gemeente inzichtelijk wordt gemaakt wat er tot nu toe gerealiseerd is. Het zou goed zijn als ook inzichtelijk wordt gemaakt wat de plannen voor dit jaar zijn en of de uitvoering op schema ligt. Ik kan mij daarbij aansluiten bij vorige sprekers.

We hebben te maken met 26.000 woningen die versterkt moeten worden, conform de huidige inzichten. De planning is dat dit jaar 4.000 woningen worden versterkt, maar natuurlijk is de grote vraag: zal 2020 echt het jaar van de uitvoering worden? Mijn fractie is daar niet gerust op. Het Staatstoezicht op de Mijnen signaleert dat de snelheid van de versterkingsaanpak op dit moment ver achterblijft bij de vereiste snelheid. Het aantal beoordelingen in dezelfde tijd zou minimaal moeten verdubbelen en bij de versterking moet het aantal minimaal verviervoudigen.

Volgens het staatstoezicht staat de Nationaal Coördinator Groningen primair aan de lat om de grote en complexe versterkingsopgave tijdig te realiseren, maar is de NCG daarvoor wel voldoende toegerust? Sinds begin dit jaar zijn er 140 medewerkers van het Centrum Veilig Wonen overgegaan, en dat moet allemaal nog gestroomlijnd worden binnen de nieuwe organisatie. Er zijn ook tientallen vacatures. De NCG zou volgens het staatstoezicht ook een ruimer mandaat moeten krijgen. De heer Van der Lee is daar ook uitgebreid op ingegaan. Ik zou heel graag willen dat de minister hierop reflecteert. Kan de NCG de uitvoeringsorganisatie worden die we ook echt nodig hebben, zodat dit jaar het jaar van de uitvoering wordt?

Het staatstoezicht adviseert om nu gewoon aan de slag te gaan en werkenderwijs oplossingen te bedenken voor eventuele problemen waartegen aangelopen wordt. Is dat wat deze ministers ook voor ogen staat?

In hoeverre is er daadwerkelijk nog regie voor mensen zelf in de versnellingsaanpak? Het is immers hun huis en hun leven. Op papier lijkt dit goed geregeld, maar gaan mensen dit in de praktijk ook merken?

Binnenkort opent er een loket waar bewoners zich kunnen melden als zij een opname van een woning willen. Er vindt dan een toets plaats of die opname dan ook daadwerkelijk moet plaatsvinden. Dit klinkt, in ieder geval bij mij, heel bureaucratisch. Komt er dan weer een toetsingsprocedure? Wie toetst er dan? Is het niet vertrouwenwekkender maar ook gewoon veel sneller om woningen te inspecteren als mensen daarom vragen? Het is niet mijn verwachting dat er dikke rijen zullen staan, maar als mensen het vragen, kom dan aan die zorgen tegemoet. Graag een reactie.

Voorzitter. Uit het onderzoek in opdracht van deze commissie blijkt dat de afhandeling van oude schades door de NAM onvoldoende is geweest. Bewoners hebben soms uit eigen zak moeten bijbetalen om schades te herstellen, gemiddeld ruim €9.000. Het is goed dat zij nu nog de mogelijkheid krijgen om deze kosten op de NAM te verhalen en dat de minister zich hier samen met de commissaris van de Koning voor wil inzetten. Mijn vraag is: wordt hier ruimhartig mee omgegaan? Komen bewoners niet in een nieuw stroperig proces terecht? Wanneer is dit afgerond?

Bij de stukken zit ook een rapport van de Commissie Bijzondere Situaties. Zij signaleren dat met name kleinere ondernemers de dupe zijn van de aardbevingen en het gebrek aan een ondersteunend netwerk. Ik denk hierbij niet alleen maar aan het kleine mkb, maar ook aan de agrariërs in het gebied. Wat kan de minister voor hen betekenen? Wat gaat hij nu doen om deze ondernemers beter te ondersteunen?

Een andere aanbeveling die ook al vaak is genoemd, en volgens mij ook vandaag weer, is om schadeherstel en versterking beter op elkaar af te stemmen. Dit zijn nu nog te veel afzonderlijke trajecten. Wordt dit met het nieuwe wetsvoorstel versterken ook opgelost?

Dan dat nieuwe wetsvoorstel versterken. Ik ben erg benieuwd wat de stand van zaken is. In de aangenomen motie over een parlementaire enquête staat dat wetgevingstrajecten voor schadeafhandeling en versterking moeten zijn afgerond, voordat de parlementaire enquête van start kan gaan. Maar voor mijn fractie is het onbestaanbaar dat dit over de zomer wordt getild. Er is eigenlijk geen andere weg dan dat de wetgevingstrajecten voor de zomer, maar liefst nog veel eerder, zijn afgerond. Dit is namelijk al later dan eind eerste kwartaal, waarmee mijn fractie eigenlijk altijd rekening heeft gehouden. Daarin ligt er een verantwoordelijkheid voor ons als Kamer, om snel te behandelen, maar zeker ook voor de beide ministers. Wat gaan ze doen en wat kunnen ze doen om de wetsbehandeling te versnellen?

De parlementaire enquête zal antwoord geven op vele vragen, ook op het nieuws van afgelopen week dat het Centrum Veilig Wonen veel te lang een vertragende factor is geweest in het proces. Medio 2019 werd dit duidelijk voor de minister, maar hij had het eerder kunnen weten. Er waren signalen. Er waren contacten vanuit het ministerie met het Centrum Veilig Wonen, zelfs om contracten te verlengen. Kan de minister hierop reflecteren? Dit soort berichten is namelijk niet goed en doet het vertrouwen van de mensen in Groningen ook zeker geen goed.

Juist vanwege dat vertrouwen is het goed dat er een pas op de plaats is gemaakt met het ontmantelen van het sensorennetwerk. Technisch gezien is dit systeem misschien niet nodig, maar mensen hebben hierin wel vertrouwen. Ze hebben daarmee ook sneller informatie dan via het KNMI. Is het daarom niet goed om dit netwerk gewoon te laten wat het is?

Bij de versnellingsaanpak en de versterking van zo veel woningen komt er veel op mensen af. Dat mogen we niet onderschatten. Al jarenlang vraag ik aandacht voor de menselijke kant van de problematiek. We kennen allemaal de onderzoeksrapporten van de Rijksuniversiteit Groningen, waaruit blijkt dat de zorg voor mensen in het aardbevingsgebied tekortschiet. Ook het Staatstoezicht op de Mijnen spreekt over de grote sociale impact, die zich uit in onder andere stress en gezondheidsklachten. En dan is er nog de Commissie Bijzondere Situaties. Die zegt dat de impact van de aardbevingen veel verdergaat dan alleen de schade en het financiële aspect. Vooral constructieve aandacht voor kwetsbare groepen zoals kinderen en ouderen is een noodzaak. Zelfredzaamheid is juist voor deze groepen een illusie. Bij ouderen ligt de focus op ouderen in verpleeghuizen, terwijl de meeste ouderen gewoon thuis wonen. In hoeverre wordt met hun specifieke situatie rekening gehouden in de versterkingsaanpak?

Voorzitter. Ik wil hierover graag nog van gedachten wisselen met de minister van VWS. Ik hoop dat hij nog aansluit. Ik ben blij met de brief die hij naar de Kamer heeft verzonden, waaruit blijkt dat er voor de komende drie jaren €250.000 beschikbaar komt voor geestelijk verzorgers, naast de €300.000 die eerder al beschikbaar is gesteld. Dat is mooi, maar het is niet genoeg. Erkent de minister dat? Gemeenten en GGD'en hebben 5,4 miljoen euro gekregen voor sociale en psychische ondersteuning. Maar waar wordt dat geld aan uitgegeven? En kan GVA, de organisatie die geestelijke verzorging in het aardbevingsgebied biedt, per direct een beroep doen op dit geld? Het is goed dat de gesprekken met geestelijk verzorgers in het gebied doorgaan. Ik roep het kabinet dan ook op te blijven zoeken naar aanvullende financiële middelen. Het gaat om een paar ton. Ik heb in de stukken ook gezien dat er een tekort van 30 miljoen was bij het scholenprogramma. Daarbij zijn gemeenten en Rijk over de brug gekomen. Waarom hier niet, voor die paar ton?

Voorzitter, ik zie dat mijn tijd op is. Ik had nog graag willen ingaan op het schadeprotocol mijnbouwschade kleine velden, de omkering van de bewijslast, de stroperige procedures waar bewoners in terechtkomen, het Warffumerveld, de bodemdaling en het advies van het Staatstoezicht op de Mijnen, met name als het gaat om de gaswinning in het Waddengebied. Dat lukt mij niet meer, maar daar zijn vele vragen over gesteld en ik kan mij bij al die vragen aansluiten.

Meer informatie

« Terug