Mijnbouw / Groningen

donderdag 12 november 2020

Kamerstuk 33529

Bijdrage aan een wetgevingsoverleg met minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat en minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Ik wil allereerst terugblikken naar een aantal maanden geleden, de periode voor de zomer, waarin we ook debatten hebben gehad over de situatie in Groningen. Daarbij heb ik namens mijn fractie geconstateerd dat er bij de versterkingsaanpak in Groningen veel onuitlegbare verschillen zijn ontstaan. Ik heb ook aangegeven: de overheid zou geen breuklijnen moeten creëren, maar ze moeten herstellen. Ze zou recht moeten doen aan mensen. Daar heb ik zelf ook moties over ingediend. Andere fracties hebben dat ook gedaan. Die moties zijn aangenomen. Deze zomer is er echt knoerthard gewerkt, door deze ministers, hun ambtenaren, de provincie en de gemeenten. Ik wil allereerst mijn dank daarvoor uitspreken. Ik denk dat er met dit bestuursakkoord ook echt een goed resultaat ligt. Het is een bestuursakkoord waarin ook alle knelpunten waar mensen tegen aanlopen worden geadresseerd en waarin voorstellen worden gedaan om onder andere die onuitlegbare verschillen te verzachten. Er is ook geld beschikbaar gesteld, 1,5 miljard. Zoals al gememoreerd is: de gaswinning gaat naar nul. Laten we dat vooral ook voor ogen houden. Ik hoop dat er met dit hele pakket licht aan het einde van de tunnel is en dat mensen in Groningen weer vertrouwen krijgen en weer perspectief zien.

Maar ik besef ook heel goed dat geld niet alle leed dat mensen is aangedaan kan wegnemen. Ik besef ook — dat is wellicht pijnlijk, maar ook eerlijk om te zeggen, denk ik — dat er nog steeds mensen tussen wal en schip zullen gaan vallen de komende jaren, dat we erachter gaan komen dat we toch niet iedereen in het vizier hadden. Ik zie ook dat de afstand tussen beleid en uitvoering vaak te groot is geweest en misschien nog wel is. Ik heb gezien dat er in de brief twintig regels staan over de uitvoering. Dat is niet veel, terwijl het hiermee staat of valt.

Over de uitvoering heb ik nog wel een aantal vragen aan beide ministers. Allereerst de communicatie. Mensen weten niet wat er nu gaat gebeuren. Het is voor mensen ook niet inzichtelijk waarom er welke besluiten worden genomen. We zeggen dat dit een bestuursakkoord is waarmee we ook echt het verschil willen maken voor individuele mensen, maar die individuele mensen weten nu dus niet wat er gaat gebeuren. Als Kamerleden hebben we een brief van het kabinet gekregen, maar mij lijkt het veel belangrijker dat mensen een brief krijgen waarin ze duidelijkheid krijgen over wat er nu gaat gebeuren met hun huis, wanneer en waarom. Kunnen de ministers schetsen hoe de communicatie gaat verlopen? Niet iedereen krijgt dit jaar duidelijkheid, en dat voedt de onrust. Waar kunnen mensen terecht als ze vragen hebben? En kan de minister bevestigen dat de bedragen die in de brief worden genoemd losstaan van de versterking en de schadeafhandeling, als dat nodig is? Gisteravond hoorden we een voorbeeld van iemand die zei: "Waarschijnlijk val ik in categorie C. Dan krijg ik €17.000. Maar daar kan ik de versterking van mijn huis niet van betalen." Nee, dat snap ik, maar volgens mij moet dat ook gewoon gebeuren. Maar dit zijn wel de vragen die mensen hebben, dus ik leg het maar even hier op tafel.

Voorzitter. Het tweede punt. Het is belangrijk dat mensen als ze dat willen ook ondersteuning krijgen bij de keuzes die ze kunnen maken over wel of niet versterken en volgens welke norm. Ook tijdens het proces van versterking van de woning is begeleiding belangrijk. Gisteren hoorden we van bewoners het verhaal van iemand met een gestutte woning, een woning die eerder acuut onveilig is verklaard, die nu alleen een voorzetwand en twee kartonnen schoorstenen krijgt. Een ander voorbeeld was dat van iemand die zei: het Centrum Veilig Wonen, de TCMG en het IMG komen steeds met andere adviezen, die elkaar ook tegenspreken. Waar kunnen deze mensen nu terecht? Er werd een oproep gedaan voor een interventieteam. Ik noem het zelf doorzettingsmacht. Ik vind echt dat mensen bij de hand moeten worden genomen en dat iemand ergens een duw moet geven, zodat er een oplossing komt. Hoe gaan de ministers dat organiseren?

We horen ook dat mensen in de versterking hetzelfde terugkrijgen als ze hadden. Daarmee bedoel ik: als je woning niet geïsoleerd was, als je geen geïsoleerde muur had, dan komt die er ook niet. Aan de ene kant zeg ik: laten we koepelkansen gebruiken. Als je moet versterken, moet je ook isoleren. Dat is ontzettend belangrijk. Als ergens de noodzaak van de energietransitie wordt gevoeld, dan is het wel in Groningen. We moeten dus ook inzetten op verduurzaming. Als mensen dat niet kunnen betalen, laten we hun dan tegemoetkomen. Aan de andere kant zijn er door die koepelkansen ineens zoveel regels en instanties dat aan de basis, een veilig huis, niet wordt toegekomen. Ik vind dat echt een dilemma. Hoe gaat de minister dit dilemma oplossen?

Voorzitter. Het klonk al een beetje door in mijn betoog: wie helpt de mensen in het oerwoud van regels, procedures en instanties? Het beeld dat ik heb gekregen, is dat er heel veel procedures, personen en instanties zijn en dat iedereen voor zijn eigen stukje verantwoordelijkheid neemt. Wie gaat de knopen doorhakken? Moet hier geen bestuurlijk zwaargewicht komen? En wie is er eindverantwoordelijk als dit akkoord niet wordt uitgevoerd zoals we met elkaar bedacht hebben?

Voorzitter. Het is goed dat de Nationaal Coördinator Groningen een ruimer mandaat krijgt en ook een eigen budget van 100 miljoen om knelpunten op te pakken. Maar de NCG is een organisatie in ontwikkeling. Er moeten nog heel veel regelingen worden uitgewerkt. Mensen moeten geïnformeerd worden over de mogelijkheden die ze hebben. Kan de NCG dit allemaal wel aan? Hoe gaan we de NCG die menskracht en financiële ruimte geven?

De afgelopen maanden is heel hard gewerkt aan de clustering van woningen. Het is goed dat daarbij de kennis uit de regio gebruikt is. Laten we niet vergeten dat het hierbij niet gaat over clusters, maar over individuele huizen waar ook mensen wonen. Kan de minister bevestigen dat er over twee jaar een evaluatie plaatsvindt en dat zo nodig ook extra geld beschikbaar wordt gesteld als woningen toch onverhoopt buiten de clustering zijn gevallen? Dezelfde vraag heb ik als het gaat om de schrijnende situaties bij mkb en agrariërs. Voor alles is een budget beschikbaar gesteld, maar als over twee jaar blijkt dat het niet genoeg is, gaan we mensen dan ook hier weer tegemoetkomen?

Voorzitter. Specifieke aandacht voor mkb en agrariërs, dat is heel goed. Die aandacht was er altijd al wel. Er is een structuur met de Agrarische Tafel en een stuurgroep bij de Nationale Coördinator en er zijn werkgroepen. Met die aandacht zit het inderdaad allemaal wel goed, maar er is nog niks daadwerkelijk gebeurd. En dat geldt ook voor het mkb. Er is 50 miljoen vrijgemaakt, maar mensen moeten gewoon zien en merken dat hun situatie verbetert. Ik kreeg de suggestie voor een agrarisch team, een A-team, met mandaat en met mogelijkheden voor voorfinanciering, zodat mensen ontzorgd worden. Wil de minister dit idee omarmen?

En dan de schrijnende situaties. Te vaak heeft alleen cosmetisch herstel plaatsgevonden, helaas ook vaak bij de funderingen van huizen. Dat is een enorme klus, waarbij het gaat om veel geld. Ik vraag me af of 50 miljoen wel voldoende is, als je kijkt naar de schademeldingen. Van de ruim 88.000 schademeldingen staan er nog ruim 31.000 open. Het aantal schademeldingen dat langer dan een halfjaar wacht op afhandeling, daalt ook niet. Ik vraag me af of hier niet een nieuw stuwmeer ontstaat, terwijl de achterstand nog niet eens ingelopen is.

De ChristenUnie heeft vaak aandacht gevraagd voor erfgoed en voor geestelijke zorg. Over geestelijke zorg wil ik nog een specifieke vraag stellen. Veel van het geld dat hiervoor is vrijgemaakt, wordt nu uitgegeven via de GGD's. Ik druk de minister op het hart om dit probleem niet te gaan medicaliseren. Het gaat juist om aanwezigheid in de wijken, om beschikbaarheid, om er zijn, om een luisterend oor. Het is goed dat er in de brief aandacht is voor sociaal-emotionele ondersteuning. Ook hier de vraag: wordt daar extra geld voor uitgetrokken als dat nodig is?

Voorzitter. Ik kom langzamerhand tot een afronding. Er ligt een bestuursakkoord en dat is ook echt goed. Maar ik kom terug op het begin van mijn betoog: alles valt of staat met de uitvoering. Helaas moet ik constateren dat het trackrecord hiervan niet goed is. Er zou een Nationaal Coördinator Groningen komen die de versterking ging aansturen en dat is ook gebeurd, maar hij liep vast. Er zouden duizenden woningen per jaar worden versterkt, maar tot nu toe zijn er in al die jaren, als ik het goed begrepen heb, ruim 1.000 woningen versterkt. Er zouden versnellingsmaatregelen komen, maar dit jaar zijn er maar 136 versterkingstrajecten afgerond. Ik wil er graag vandaag van overtuigd worden dat de uitvoering van dit akkoord wel gaat werken.

Helemaal tot slot, een klein uitstapje naar de Wadden. De minister van Economische Zaken en Klimaat is naar Moddergat geweest. Dat doet mij deugd, want in dat gebied liggen mijn roots. Ik heb begrepen dat hij er ook van genoten heeft. Dat is heel mooi. Nu heeft de provincie Friesland in reactie op de gebiedsagenda voor het Waddengebied laten weten dat zij graag ziet dat de zout- en gaswinning op en rond het wad eerder beëindigd wordt. Mijn vraag aan de minister is: nu hij zo heeft genoten van zijn werkbezoek aan Moddergat, vindt hij dit ook niet een oproep van de provincie die omarmd zou moeten worden?

Dank u wel.

« Terug