Bijdrage Eppo Bruins aan het algemeen overleg Belastingdienst

woensdag 04 maart 2020

Bijdrage Eppo Bruins aan een algemeen overleg met staatssecretaris Vijlbrief van Financiën en staatssecretaris van Huffelen van Financiën

Kamerstuknr. 31066

De heer Bruins (ChristenUnie):
Voorzitter, dank u wel. Laat ik er, ondanks dat ik maar vijf minuten spreektijd heb, toch even op wijzen dat het weer maart is en dat de grote vreugde van de belastingaangifte weer is begonnen. Dat is in Nederland echt een grote vreugde: vooringevuld, fluitje van een cent. Ik hoef alleen nog maar mijn giften op te tellen. Het is zo gedaan, in een paar minuten. Ik vind dat echt heel mooi om te zien. Als dat de kern is van de staatssecretaris van Financiën zijn, dan gaat u een mooie tijd tegemoet. Maar helaas is dat alleen het leuke deel. Daarom wens ik beide staatssecretarissen veel kracht en wijsheid toe op de nieuwe post. Die zullen ze nodig hebben.

We hebben over de Fraude Signalering Voorziening al gehoord van de drie voorgaande collega's. Iedereen vraagt zich natuurlijk af hoe dit kon gebeuren. Ik sluit me aan bij de opmerkingen en vragen die daarover al zijn gemaakt. Ik wijs er nog wel op dat het niet alleen vanuit privacyperspectief brisant is, maar ook vanuit het perspectief van het artikel 68-debat dat we hier kort geleden hebben gehad, ik geloof zelfs in deze zaal. Het zijn opnieuw de gewaardeerde journalisten geweest die de onderste steen boven kregen, in plaats van dat er ordentelijke informatievoorziening was richting de Kamer.

Voorzitter. Ik heb drie punten. Het eerste is de eHerkenning. We kregen gisteren een duidelijke brief over eHerkenning. De kosten zijn al genoemd door collega Snels, maar ik heb nog een zorg. Het aantal rechtspersonen dat aangifte moet kunnen doen maar nog geen eHerkenning kan aanschaffen, zou weliswaar zijn afgenomen. Maar ik noem u het concrete voorbeeld van een meneer die mij benaderde met het verhaal van een afgelopen zaterdag veel te hoog opgelegde voorlopige aanslag vennootschapsbelasting voor 2020. We hebben het over een bedrag dat echt veel te hoog is voor deze persoon om te kunnen betalen, namelijk €120.000. De eerste betaling moet al voor het einde van deze maand zijn overgemaakt. Deze meneer belde daarom gelijk de BelastingTelefoon. Hij kreeg te horen dat hij de aanslag alleen kan verminderen met eHerkenning en niet meer met een digitaal wijzigingsformulier. Met andere woorden: deze meneer had maar tijdig eHerkenning moeten aanvragen, ook al is de wet nog maar net aangenomen. Dat heeft hij inmiddels gedaan, maar toekenning laat op zich wachten. Hij zal niet de enige zijn voor wie dit geldt. Mijn vraag is: hoe groot is dit probleem? Hoeveel ondernemers moeten nog eHerkenning aanvragen? Hoe snel wordt de toekenning geregeld na aanvraag? Hoe wil de staatssecretaris de tijdklem oplossen waarin ondernemers zitten? Waarom is er voor dit jaar geen overgangsmaatregel beschikbaar gesteld in de vorm van een digitaal wijzigingsformulier?

Nu is een andere mogelijkheid dat de meneer in kwestie een bezwaar indient tegen de voorlopige aanslag. Is dat dan wat de staatssecretaris aan alle ondernemers in kwestie aanbeveelt, of kunnen hij en anderen ongemotiveerd om uitstel vragen van het betalen van de voorlopige aanslag, zoals de staatssecretaris stelt in zijn brief? Dat zou natuurlijk helpen, maar het punt is dan wel dat alle ondernemers die nu nog geen eHerkenning hebben, dit handelingsperspectief moeten kennen. Ik verzoek de staatssecretaris dan ook om duidelijkheid te bieden aan de ondernemers.

Het tweede punt: toeslagen.

De voorzitter:
Een interruptie. De heer Nijboer zocht aandacht van de voorzitter.

De heer Nijboer (PvdA):
De heer Bruins vraagt terecht naar de Belastingdienst, die een wet uitvoert die niet is aangenomen. We hebben heel veel problemen met de Belastingdienst, die zich niet houdt aan wetten die wel zijn aangenomen, maar nu wordt een wet die nog niet door het parlement is, al uitgevoerd. Het kan dus nog gekker.

Ik wil de heer Bruins vragen naar het betalen door ondernemers. We kregen gisteren een best wel technische brief van de staatssecretaris, maar uiteindelijk kwam het neer op: we gaan die betaling niet terugdraaien. Het zou toch ten principale in een rechtsstaat niet moeten zijn dat je moet betalen om aangifte te kunnen doen, of je nu ondernemer of burger bent. Dat vindt bij mijn weten ook de hele Kamer. Deelt de heer Bruins dat met mij?

De heer Bruins (ChristenUnie):
Ik vind het principe dat je moet betalen om belasting te betalen niet uit te leggen. Tegelijkertijd: als er iets nodig is om jezelf te identificeren en op een veilige manier te kunnen inloggen, dan zal dat wat je nodig hebt niet gratis zijn. Dat zal geld kosten, maar dat zou je bijvoorbeeld uit de algemene middelen moeten kunnen dragen. De ene of de andere kant op betaalt de belastingbetaler het altijd. Maar dat je specifiek voor die tool moet betalen, is gewoon erg moeilijk uit te leggen. Het kan volgens mij ook goedkoper. Er zijn andere landen, zoals Frankrijk, waar het duidelijk simpeler en goedkoper is ingestoken. Daar zouden we ook een voorbeeld aan kunnen nemen.

De voorzitter:
Gaat u verder.

De heer Bruins (ChristenUnie):
Ik kom op mijn tweede punt: de toeslagen. In vervolg op mijn motie om de toeslagen ten grave te dragen, die ik exact drie maanden terug heb ingediend samen met de heer Van Weyenberg, heeft inmiddels ook premier Rutte zich in het plenaire debat van 20 januari nadrukkelijk daarbij aangesloten. Daarmee hebben zowel de Kamer als het kabinet de wens uitgesproken om tot een alternatief te komen voor het toeslagenstelsel. Mijn vraag is: hoe staat het met de uitwerking daarvan? Hoe voortvarend is de motie opgepakt in het kader van zowel het bouwstenentraject voor een belastingherziening als de brede maatschappelijke heroverwegingen? En wanneer worden deze bouwstenen en heroverwegingen opgeleverd, inclusief toeslagloze varianten?

Voorzitter, het derde en laatste punt: de reorganisatie. Mijn twijfels bij de ...

De voorzitter:
Eerst mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):
Ik heb een vraag aan de ChristenUnie. Stel nou dat Donner wordt uitgesteld. Want u heeft het over toeslagen in het belastingstelsel en ik heb het even over de ouders die de toeslagenaffaire voor hun kiezen hebben gehad. Bent u het met mij eens dat wij een compensatieregeling moeten gaan eisen van de staatssecretaris op het moment dat er uitstel volgt, en dat we niet langer moeten wachten op deze commissie, die nu al drie maanden vertraagd is?

De heer Bruins (ChristenUnie):
Ik weet niet in hoeverre de Kamer moet en kan interveniëren in de uitvoering. Ik vind ook dat we de twee staatssecretarissen nu de gelegenheid moeten geven om op te treden, om te handelen, om te "acteren", in slechte managementtaal. Dat betekent bij mijn weten nog altijd toneelspelen en niet handelen; het is ageren. Sorry, ik laat mezelf afleiden door semantiek. Maar ik vind dat de ouders geholpen moeten worden. Zij moeten centraal staan in deze hele kwestie. Ik wil wel de staatssecretarissen de gelegenheid geven om te laten zien dat zij de ouders centraal stellen.

Mevrouw Leijten (SP):
In het begin van het betoog vraagt de ChristenUnie terecht om een oplossing voor eHerkenning en ondernemers die die nog niet hebben. Er is geen commissie voor nodig om die vraag te stellen. U vraagt gewoon aan de staatssecretaris om in het belang van deze ondernemers te handelen. Ik heb het hier over ouders, ouders die al jaren in de shit zitten. Die zouden eind december hun oordeel krijgen van Donner. Dat werd eind januari, eind februari en nu is het begin maart. Dat kunnen we als Kamer, als politiek, toch niet toestaan? Laten we het aan de staatssecretaris vragen. Laten we gewoon zeggen: je hebt ook al een eigen plan liggen als Donner weer vertraagd is.

De heer Bruins (ChristenUnie):
Laat ik mevrouw Leijten tegemoetkomen. Ik wacht graag het antwoord van de staatssecretaris af, maar ik hou alle opties open in deze zaak.

Voorzitter. Het derde en laatste punt is de reorganisatie. Ik had mijn twijfels al naar voren gebracht toen we met minister Hoekstra hierover spraken. Ik heb twijfels over de concrete ontvlechting van de organisatie in blauw, groen en rood. En niet alleen ik, praktisch de hele Kamer stond onder mijn motie met het verzoek om een haalbaarheidstoets voordat er überhaupt iets wordt ontvlochten. Want een werkelijke ontvlechting is volgens mij niet alleen onwenselijk, maar ook onuitvoerbaar. Of zien deze staatssecretarissen ook niets in het daadwerkelijk opknippen van de organisatie en worden de aan te trekken dg's eigenlijk geen dg's met een eigen toko, maar meer een soort van superdirecteuren? Hoe zien de staatssecretarissen dat voor zich? Graag een reactie.

Voorzitter, dank u wel.

Meer informatie

« Terug